'Tot mijn twintigste hebben Eddie en ik
woonden vóór het spoor en aan de ander
kant had je de kasten. Allemaal grote
huizen. Ons huis stond in een gewone
woonwijk. Daar werd meer gevoetbald.'
Flink Aanpakken Kameraden
Het jeugdige enthousiasme van de broers
Vierklau voor het voetbal
leidde tot het
onvermijdelijke debuut in
een eerste officiële
wedstrijd. Nog maar amper
de kleuterfase ontgroeid
zette Ferdi zijn eerste
voorzichtige stappen op
voetbalschoenen op de
voetbalvelden van
amateurvereniging Flink
Aanpakken Kameraden,
kortweg FAK.
'FAK was onze eerste club.
Even het spoor oversteken
en dan was je er. Het was
niet een heel grote
vereniging, maar de
kleinste club in onze
omgeving was Bilthoven.
FAK had wat meer velden
en was iets groter. Ik
speelde om het seizoen met
mijn broer samen. Na een
jaar ging Eddie door naar
een oudere groep en het
volgende seizoen kwam ik
weer bij hem in het elftal.
Bijna zes jaar oud waren we
al aan het hobbelen. Van
voetballen kon je nog niet
echt spreken. Ik keek naar
alles om mij heen en was snel afgeleid. Als
er een trein langs kwam, gingen alle
jongetjes kijken en de wagons tellen. Het
was meer lekker bezig zijn.'
Waar Eddie ging, volgde Ferdi. De
carrières van beide voetballers liepen in de
beginfase parallel, als de rails van de
spoorlijn die lag tussen de buurt van hun
jeugd en de dure huizen van de rijke
Bilthovense elite. Pas toen beide Vierklaus
volwassen waren, scheidden de wegen zich.
Op de oneffen weg naar het professionele
voetbal moest Eddie noodgedwongen
eerder uitstappen. 'Tot mijn twintigste jaar
hebben Eddie en ik samen gevoetbald. Dus
ook nog op professioneel niveau. Eddie
samen gevoetbald. Hij was het talent,
ik werd meegenomen'
was vroeger altijd het talent. Ik werd
meegenomen. Hij ging op een gegeven
moment naar Elinkwijk. Toen zeiden ze:
"Neem zijn broertje ook maar mee. Dan
heeft hij een beetje gezelschap." Zelfs bij
FC Utrecht is dat min of meer zo gegaan.
Hij ging eerst en ik volgde in zijn kielzog.
'Ik vond voetballen hartstikke leuk en het
maakte mij niet uit waar ik speelde.
Toentertijd bij FC Utrecht vond ik het
geweldig, maar ook al de eerdere stap naar
Elinkwijk was voor mij prachtig. Er werd
heel weinig naar mij gekeken. Het was
altijd Eddie, Eddie, Eddie. Hij was het
grote talent. Als je nu met mensen praat
die ons van toen kennen, dan zeggen ze dat
ze het van mij nooit hadden verwacht. Van
Eddie wel, maar van mij niet. Ik was
gewoon minder goed. Pas in de jeugd bij
Elinkwijk heb ik ontzettend veel geleerd.
Joop Lith trainde ons met speciale
oefenstof. Daar heb ik als voetballer een
hoop geleerd: kappen, draaien, overzicht
houden, passing, dat soort dingen. Bij
FC Utrecht kon ik mij verder ontwikkelen.
Toen ging het heel hard.
'Eddie heeft behoorlijk pech gehad. Bij
FC Utrecht kochten ze een aantal spelers
voor zijn positie en hij heeft nooit de kans
gehad om echt door te breken. Dat is heel
jammer, want hij was echt
een goede voetballer.
Zonde. Zelfs als hij in vorm
was, werd hij over het
hoofd gezien en speelde hij
steeds in het tweede elftal.
Op een gegeven moment
was er interesse van
Heerenveen en Den Haag.
Mark Wotte was daar
trainer. Maar
FC Utrecht gaf die
informatie niet door aan
mijn broer. De club zei dat
ze met hem door wilden
gaan. Het is voor hem toen
in de soep gelopen. Eddie
speelt nog steeds, bij 't
Gooi, als verdediger. Hij
stond vroeger altijd
linksbuiten.'
Bloedverwanten
De vraag dringt zich op of
Ferdi ooit tegenover Eddie
stond in een wedstrijd. In
de voetbalgeschiedenis
bestaan markante
voorbeelden van de strijd
tussen bloedverwanten. Zo
gunden Ronald en Erwin
Koeman elkaar in 1985
geen centimeter gras tijdens een memorabel
treffen tussen Groningen en Ajax in de
Meer. Vierklau: 'We hebben één keer tegen
elkaar gespeeld in een oefenwedstrijd. Hij
bij Utrecht, ik bij Elinkwijk. En als het
moet, dan moet het. In het veld maakt het
niet uit of ik tegenover een broer of een
vriend sta.' Het illustreert de scherpte van
de verdediger Vierklau, die zich buiten het
veld gedraagt als een gentleman, maar
binnen de krijtlijnen meer oogt als een
commando met één missie: het
uitschakelen van de tegenstander. Volgens
Ferdi is dat een kwestie van karakter: 'Eén-
tegen-één-duels liggen mij. Iemand moet
dat in zich hebben. Een ieder heeft een
AJAX MAGAZINE APRIL 2000
27