zoals bleek in het eerste seizoen onder
Morten Olsen. Toen ging het onder een
nieuwe trainer uitstekend. Nee, ik lijd er
niet onder, dat zou te sterk zijn uitgedrukt.
Maar het afgelopen seizoen was het toch
wel slikken. Ze stonden bovenaan, maar
aan het spel was te zien dat het niet lang
zou duren. Dat vond ik vervelend.'
Genieten van mooi voetbal
'Ik moet tot mijn schande bekennen dat ik
heel weinig let op systemen of welke man
op wie staat. Ik volg eigenlijk alleen maar
de bal (lacht). Ik heb dus ook geen mening
over systemen. Maar ik ben wel fan van het
aanvallende voetbal. Ik ben geen
uitbundige supporter, maar juich wel in
sommige situaties. Bijvoorbeeld bij het
doelpunt van Kluivert tegen AC Milan in
de finale. Het doelpunt was niet eens van
een zeer grote schoonheid, maar dat
moment, zo vlak voor tijd... Ja, dan gaat er
ook bij mij een groot gejuich op.
Ik heb Euro2000 wel gevolgd, maar het
Nederlands elftal heeft minder impact op
mij dan Ajax. In 1974 heb ik het toernooi
wel heel bewust gevolgd. Er zaten toen veel
Ajax-spelers in de selectie en Ajax had net
de trilogie van drie Europa Cups voltooid.
Het lag voor de hand dat die successen
vertaald zouden worden in de wereldtitel
voor landenploegen. Toen heb ik heel erg
meegeleefd. Dat niveau heeft Nederland
volgens mij nooit meer gehaald. Op het
EK'88 kwam het een beetje in de buurt,
maar ik sla het team van 1974 toch hoger
aan.'
Zijn voetballiefde: Piet Keizer
'Ik ben altijd fan van Piet Keizer geweest,
maar helaas was ik rechtsbenig en ik schrijf
trouwens ook met rechts. Ik probeerde op
straat weieens aan de linkerkant te spelen,
gewoon om mijn grote idool te imiteren.
Maar toegegeven, het viel mij
gemakkelijker om Sjaak Swart te imiteren
dan Piet Keizer. Ik heb ook andere
voetballers bewonderd, maar nooit was het
zo sterk als bij Keizer. Het zou te veel van
mijn mentale krachten vergen om dit echt
goed te verklaren. Bovendien heeft Theun
de Winter al een gedichtenbundel
geschreven over Piet Keizer. Ik vind dat ik
hieraan onmogelijk iets kan toevoegen.
Keizer was niet 's werelds voetballer
nummer één, maar hij is een fenomeen.
Ook nu nog. Als ik hem vandaag de dag op
tv zie, veer ik meteen op. Dat wil ik zien.'
Zijn grootste liefde: dammen
Voordat we over dammen, zijn echte
passie, gaan praten, laat Sijbrands trots een
oud schriftje zien om zijn liefde voor Ajax
nog maar eens te benadrukken. In een
keurig jongenshandschrift staat er
bovenaan iedere pagina een naam van een
voetballer geschreven. Bij alle namen
worden krantenartikelen en
handtekeningen verzameld. De meeste
pagina's in het schriftje (met onder meer
de namen van Bertus Hoogerman, Ron
Boomgaard, Frits Soetekouw) zijn
overigens leeg gebleven. Het schriftje, dat
luistert naar de naam 'handtekeningen van
Ajax', is - zo'n veertig jaar na dato -
opvallend mooi intact gebleven. Was
Sijbrands zelf eigenlijk niet liever voetballer
geworden? 'Vroeger heb ik er weieens van
gedroomd, hoewel het profvoetbal toen
nog in de kinderschoenen stond. Nu niet,
ik ben tevreden met mijn damloopbaan.
Maar toen ik een jaar of tien was had ik
zeker een glansrijke carrière als
profvoetballer gewild.'
Sijbrands ziet dammen als een op zichzelf
staande sport. In vergelijkingen met
voetbal, tennis of golf ziet hij niets. Alleen
met de andere traditionele denksport,
schaken, ziet hij veel verwantschap. Maar,
zegt Sijbrands na enige stilte, misschien is
er toch een andere sport waarmee hij
verwantschap voelt: boksen. Sijbrands: 'Ik
zie een zeker verband tussen het spelen van
een lange damtweekamp en een
bokswedstrijd. Hoewel ik uiterst
vredelievend ben ingesteld en absoluut
geen uitgesproken boksliefhebber ben, is
het iets wat mij fascineert. Ik behoor tot
die massa Nederlanders die midden in de
nacht opstonden om naar het zoveelste
gevecht Ali-Frazier te kijken.'
Stoppen en beginnen
De damloopbaan van Ton Sijbrands wordt
niet alleen gekenmerkt door schitterende
successen, met twee wereldtitels als zijn
belangrijkste wapenfeiten. Er waren ook
dieptepunten, zoals bijvoorbeeld de
verschillende malen dat hij zich terugtrok
uit de wedstrijdsport. Tot 1973 speelde hij
altijd en overal, daarna stopte hij
regelmatig om ook steeds weer terug te
keren. Maar nooit voor lang. Anno 2000
prijkt zijn naam nog altijd bovenaan de
wereldranglijst, net boven die van regerend
wereldkampioen Schwarzman uit Rusland.
Zijn laatste toernooi was het EK in
Hoogezand-Sappemeer, in het najaar van
1999. Sijbrands eindigde er op de gedeelde
tweede plaats, met een punt minder dan
winnaar Harm Wiersma. De herinneringen
van Sijbrands aan het EK zijn nog vers.
'Misschien is Hoogezand wel het beste
toernooi uit mijn loopbaan geweest. Ik
haalde er een score van plus-zeven op
vijftien partijen. In eerdere WK-toernooien
kwam ik nooit verder dan een score van
plus-acht, maar dat ging meestal over
beduidend meer partijen. Ik mikte op een
plaats bij de eerste vijf, maar werd dus
gedeeld tweede. Tot de laatste ronde had ik
uitzichten op de eerste plaats. Het is
teleurstellend dat het me niet is gelukt. In
de voorlaatste ronde stond ik totaal
gewonnen, ik rekende op een zeker
moment zelfs op de opgave van mijn
tegenstander. Toch werd het remise, die
partij staat inmiddels bekend als één van
171