Gebbetje!
Wat is en was het sterke punt van Ajax?
Dat is en was het in-de-maling-voetbal. Dat is voetbal met een
Amsterdams accent. Voetbal dus, zoals Amsterdammers praten.
Als kind zat ik eens vlak achter het doel. Het was de wedstrijd Ajax
- Feyenoord (wanneer weet ik niet, maar de uitslag was 5-0 voor
Ajax) en ik lette op Piet Keizer. Opeens stond de keeper van
Feyenoord met zijn armen wijd. De bal was rechts. Keizer drong
van links een beetje naar voren. Zag de keeper met zijn wijde
armen staan en riep: 'Hé, ga je zweefvliegen?' De Feyenoord-
keeper moest lachen en werd daardoor zo uit zijn concentratie
gebracht, dat twee minuten later die bal er weer in zat. Keizer
maakte een typisch Amsterdamse opmerking en speelde zo
voetbal.
Wim Suurbier had dat ook. Er is een anekdote van Suurbier en de
kleine Wim Jansen. Alle spelers zaten na afloop van een wedstrijd
in het bad. Het bad was zo vol dat alleen de hoofden van de spelers
boven het warme water uitstaken. Op een gegeven moment zei
Suurbier: 'Jongens, zullen we het bad wat laten leeglopen, dan kan
Wim ook zitten.'
Suurbier speelde zoals hij sprak.
Degeen die dat het beste kon - spelen en spreken - was natuurlijk
Johan Cruijff.
Het was tijdens een uitzending van Barend en Van Dorp in 1993.
Barend en Van Dorp stelden de vraag waarom Cruijff niet als
trainer meeging met het Nederlands elftal. Het citaat komt uit het
boekje 'Cruijfffaal'.
Cruijff: 'Dan moet je twee dingen goed scheiden. Laten we ze dan
apart behandelen, het realistische en het idealistische. Realistische
kom je dan aan, en dat is het waarom je het wel of niet doet.
Realistische is dat iedereen wie mij een beetje na staat - in het
voetballen, buiten het voetballen - die hebben op twee
basisredenen, dus gezondheid en het prestige in het voetballen,
eigenlijk 99 procent afgeraden om daar naartoe te gaan. Om
realistische dingen. Ten eerste de manier zoals het Nederlands
elftal voetbalt, is Van Basten er wel of niet bij. Wat ken je winnen,
als trainer, realistisch gesproken, en, allerbelangrijkste, wat krijg je
over je heen als het niet lukt. Nou, daar hebben we een klein
voorproefje van gehad denk ik de laatste weken. Dus wat dat
aangaat hebben ze geen ongelijk gehad. Kan alleen maar erger
worden. En wat zie je dan, kom je aan het positieve, wat ken je wel
halen.'
Wat hier staat is onnavolgbaar - het klopt en het klopt niet. Je
hoort de Amsterdamse tongval er weer in.
En zo speelde Johan ook.
Het klopte - en het klopte niet. Hij nam
doorsteekjes, draaide nog een keer een
rondje, zette iets op wat hij niet afmaakte,
schijnbewegingen. In de maling-voetbal.
Cruijff spreekt trouwens nog steeds in
schijnbewegingen. Davids had het,
COLUMN
door Theodor Holman
Bergkamp had het. De broertjes Witsche hebben het, en de
Broertjes hebben het. Kluivert had het. Rijkaard niet te vergeten.
Het Ajax van dit seizoen heeft het, want Co Adriaanse heeft het.
Anderen noemen het 'artistiek' voetbal. Dat klopt, maar de
schoonheid aan het Ajax-voetbal is juist dat in de maling-
nemerige. Het zit in een beweging. Alle grote spelers hebben er iets
van. Zidane heeft het - zou ik best bij ons de Arena willen zien
spelen. Maradona had het. Finidi had het. En Kanu had het - die
overigens het beste bij Ajax speelde. Maar als team had en heeft
alleen Ajax het in de wereld. Het is de gein in het voetbal verbeeld.
Het is het Amsterdamse accent in de benen. De naam die ik ervoor
gebruik is: gebbetjes-voetbal. Ik kan het aan een Rotterdammer
niet uitleggen. Adriaanse weet, vermoedelijk, meteen wat ik bedoel
met gebbetjes-voetbal. Foppe de Haan niet. Gerets ook niet.
Feyenoord speelt dokwerkersvoetbal (hard werken, zwoegen), PSV
speelt Philips-voetbal ('t ziet er goed uit, maar gaat snel stuk),
Heerenveen speelt boerenvoetbal (slim, hardwerkend, altijd
gevaarlijk), maar Ajax speelt gebbetjes-voetbal en moet dat ook
spelen (artistiek, snel, handig, efficiënt, hardwerkend, in de
maling-nemerig)
Effe een gebbetje: 5-0 winnen van PSV.
Zag je Adriaanse op de dag van de spelers met z'n openbare les?
Hij liet de jongens springen en zei: 'En daar
moet natuurlijk de Lee Towers-
elleboogbeweging bij.' En Adriaanse deed
hem voor. Een gebbetje. Kijk - dat geeft mij
nou vertrouwen.
Ik ga al heel voorzichtig kijken waar ik op
het Leidseplein ga staan.
(Gebbetje.)
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000