te halen als trainer. Ik heb een veel langere
weg af moeten leggen.'
Ben je door die achtergrond, en doordatje er
harder voor hebt moeten werken, een betere
trainer geworden?
Adriaanse: 'Dat denk ik wel, ja, want ik heb
alle segmenten van het voetbal doorlopen.
Als je altijd in de top hebt gespeeld en
eigenlijk niet de onderlaag van het voetbal
kent; niet of nauwelijks ervaring als trainer
hebt, en je wordt dan meteen trainer van
een profclub, lijkt me dat verschrikkelijk
moeilijk. Volgens mij kan dat ook helemaal
niet. Ik heb als profvoetballer zes jaar bij
een simpele eerste-divisieclub gespeeld, De
Volewijckers. Daarna volgden zes
seizoenen eredivisie bij FC Utrecht. En op
het einde van mijn loopbaan als speler heb
ik ook nog drie jaar bij de amateurs
gespeeld. Uiteindelijk een jaar bij KNVB-
eersteklasser DRC uit Durgerdam, maar
daarvoor nog twee jaar bij het Oostzaanse
OSV in de vierde klasse KNVB. Dat was
bijna de kelder van het voetbal. Daar zag ik
van binnenuit hoe het toegaat bij een
amateurclub. Het kantineleven, de
gezelligheid van een gewone club zoals er
duizenden zijn; de basis van het voetbal.
En ik heb de hele trainersopleiding
doorlopen. Ik begon met wat toen nog het
D-diploma heette, onder leiding van
Henny Schipper. Dat was mijn eerste
docent. Daaraan begon ik met de ervaring
van twaalf jaar profvoetbal. Maar daarnaast
was ik ook nog afgestudeerd gymleraar.
Lesgeven kon ik al. Ik haalde mijn
C-diploma. Daarna volgde mijn B-diploma
in Zeist en de cursus coach betaald voetbal
in 1984. Vijftig procent van ons vak bestaat
uit kennis overbrengen, mensen prikkelen,
communiceren, motiveren. Op de cursus
merkte ik dat het me gemakkelijker afging
dan mijn mede-cursisten. Daar bleek dat ik
gemakkelijk praat en vaak een mening over
iets heb. Ik kon mijn standpunt altijd al
goed beargumenteren. Bij de meeste
cursussen behoorde ik tot de besten. Dat
wil natuurlijk nog niet zeggen dat ik in de
praktijk een goede trainer ben, maar ik
onderscheidde me in ieder geval wel al. Ik
bleek talent voor lesgeven te hebben. Het
overbrengen; voor een groep staan; volgens
een idee werken. Dat ik dat kon, had ik
allang ontdekt. Als je de kweekschool voor
onderwijzers doet, moet je stage lopen en
kom je op de gekste scholen: scholen voor
zeer moeilijk opvoedbare kinderen, voor
autistische kinderen, montessorischolen,
daltononderwijs, gevangenissen,
woonwagenkampen. Ik heb dus voor
allerlei soorten groepen gestaan. Als je dan
'Vorig jaar was Ajax zesde. Een
plek bij de eerste vijf is dan al
vooruitgang'
merkt dat je overleeft en dat je structuren
aan kan brengen in een groep; dat ze naar
je luisteren en iets oppikken, dan zegt dat
iets over je talent. Op zo'n
woonwagenkamp lesgeven was
verschrikkelijk moeilijk. Daar wilde
niemand heen. Degenen die het wel
probeerden, hielden het precies een dag
vol. Voor mij was het een uitdaging om ze
dan toch in het gareel te krijgen. Het is een
strijd om dat voor elkaar te krijgen.'
Is die strijd te vergelijken met de strijd die je
moet voeren als voetbaltrainer?
Adriaanse: 'Ja, eigenlijk lijkt het er
inderdaad wel op.'
Dan heb je die hele voorgeschiedenis en word
je geroepen tot wat jij omschrijft als het
hoogste ambt. En dan spreek je de
verwachting uit dat Ajax zich bij de eerste
vijf moet kunnen plaatsen. Voor iemand die
de Amsterdamse bluf altijd heeft
gepropageerd is dat een even bescheiden als
weinig hoopvolle inschatting.
Adriaanse: 'De laatste jaren is dat de plek
geweest waarop Ajax eindigde. Vorig jaar
was Ajax zesde. Een plek bij de eerste vijf is
dan al vooruitgang. Bovendien zag deze
nieuwe trainer Laudrup weggaan, die niet
verder kan vanwege een
achillespeesblessure en hij weet dat
Machlas voorlopig niet beschikbaar is. Dat
zijn dan al twee belangrijke spelers die
wegvallen. Spelers die een verbetering
zouden zijn voor de selectie waren niet
haalbaar. We hebben dus alleen
Bergdolmo en Galasek gekocht. Kwalitatief
niet echt een geweldige injectie. En verder
willen wij de filosofie van Ajax weer
terugbrengen door zoveel mogelijk te
kijken naar eigen jongens uit het tweede en
de opleiding. Die moet je tijd geven. Dan
willen we weer "op z'n Ajax" gaan spelen.
Echt vooruit voetballen met veel risico's.
Als ik nu zou zeggen dat we gaan voor de
eerste plaats, zeg ik eigenlijk dat het
resultaat puur aan de trainer ligt. Want de
trainer is het enige verschil met het
verleden. Dat puur alleen een trainer kan
zorgen dat een ploeg die structureel vierde
of vijfde wordt, plotseling weer nummer
één kan worden. Nou, ik heb begrepen van
journalisten en supporters dat een trainer
totaal onbelangrijk is. Dat de materiaalman
eigenlijk veel belangrijker is. Dus wie ben
ik dan om te zeggen dat alleen de komst
van een trainer Ajax kampioen zou maken?
Dat zou heel erg irreëel zijn.'
Toch moetje een verschil kunnen maken als
nieuwe trainer.
Adriaanse: 'Ja, daarom zeg ik ook dat we
bij de bovenste vijf willen eindigen. Nou,
of je dan tweede, derde of vierde wordt, je
doet het al beter. Als je daarbij dan ook
beter voetbalt, jonge jongens kansen geeft
en in de basis laat staan en mensen meer
genieten van het spel, doe je het nog beter.'
Bobson, Hosé, Van der Meyde, Van der
Gun. Al die jonge talenten die in het begin
van de competitie speelminuten hebben
gekregen, zijn afkomstig uit de Ajax-
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000
15