Als reserve na afloop van Real Madrid - Ajax (0-1) op 25 april 1973. Naast Braam Henk de Haan en Johan Neeskens. Grijzenhout, maar die bleven toch meer hun eigen spel spelen, omdat ze aanvaller waren en dus meer risico mochten en konden nemen. Dat ik sober moest spelen, heb ik mijn hele loopbaan jammer gevonden. Aan de andere kant: mede door mijn sobere spel heb ik goede herinneringen aan mijn enige officiële wedstrijd in Ajax 1, thuis tegen FC Utrecht.' Co Adriaanse Braam kwam op 1 april 1973 na ruim een half uur in het veld voor de licht geblesseerde Arie Haan, die met het oog op de eerste halve-fïnalewedstrijd voor de Europa Cup 1 tegen Real Madrid gespaard werd. Dat gold helemaal voor Johan Cruijff, Horst Blankenburg en Gerrie Mühren, die die middag in het geheel niet in actie kwamen. FC Utrecht trad aan met drie spelers uit de huidige technische en scoutingsstaf van Ajax: Co Adriaanse, Ton Pronk en Leo van Veen. Braam: 'Wat ik me kan herinneren is dat ik veel gelopen heb. Maar in organisatorisch en tactisch opzicht weet ik niet eens meer wat ik gedaan heb, omdat ik daarvoor te jong was. Ik speelde op intuïtie. Je werkte hard en speelde zoals in die positie op het middenveld gespeeld moest worden. Naderhand hoorde ik dat ik goed gevoetbald had. In het Ajax-nieuws stonden goede dingen over mij. Maar echt bewust van mijn spel was ik me niet, omdat het éénmalig was. Later, toen ik bij MW speelde, was ik zekerder over mijn spel, omdat het regelmatig was. Na Ajax heb ik in mijn hele loopbaan nooit meer reserve gestaan. Ik was bewust met mezelf bezig, liet mijn loopbaan niet meer door andere mensen plannen, zoals bij Ajax. Het was een goede beslissing om weg te gaan, want ik werd geen betere voetballer meer in het tweede. Daar had ik al tweeëneenhalf jaar gespeeld. Maar wat gebeurde er toen ik wegging: dat jaar kreeg Pim van Dord wél kansen van Knobel, terwijl hij daarvoor helemaal niet in beeld was. Ik heb zestien jaar betaald voetbal gespeeld, na Ajax bij MW, Wageningen, Willem II en Vitesse. Als verdediger ging ik steeds naar clubs die onderin speelden, je speelde altijd tegen degradatie. In mijn MW-tijd heb ik de studie lichamelijke opvoeding gedaan. Een fantastische studie die je ook in je gezin en de omgang met andere mensen kunt gebruiken. En later natuurlijk in de voetballerij. Wat ik onder andere van Ajax heb overgehouden, is de drang naar Johan Neeskens (midden) in 1996 op werkbezoek bij Jan Pruijn (rechts) en Bram Braam (links) in Malekië AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000 Foto: Frans Flemelrijk perfectionisme. Alles moet organisatorisch in orde zijn. Dat is voor een speler heel belangrijk en daar legde ik de nadruk op toen ik later trainer werd.' Strand 'Het is handig als je als trainer op een hoog niveau begint, zoals Frank Rijkaard. Want als je bij het Nederlands elftal gewerkt hebt, of bij Ajax, dan worden over de hele wereld deuren voor je geopend. Dat merk ik ook. En als je goede spelers hebt, boekje eerder resultaten. Begin je onderaan de ladder, dan kun je misschien het vak beter leren, maar dan moet je er wel de tijd voor krijgen. En die krijg je meestal niet. Ik ben bij Top Oss ontslagen, maar onder andere trainers is het er niet beter geworden. Dan ligt het dus niet aan de trainer, maar aan het beleid, het ontbreken van financiële middelen om te investeren in betere spelers. Ik moet de tijd hebben om iets op te bouwen.' Gevraagd naar zijn volledige trainersloopbaan, moet Braam er keurig getypte A4-tjes met zijn cv bijhalen om alles correct op te kunnen lepelen. Het zijn nogal wat namen. 'Ik ben begonnen bij het tweede elftal van De Treffers, daarna kwam Top Oss waarmee we in 1991 kampioen werden en doorstroomden naar het betaalde voetbal. Vervolgens was ik twee 155

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 155