DE VISIE VAN CO ADRIAANSE
Alom geliefd zal hij nooit worden. De visie van Ajaxr nieuwe trainer Co Adriaanse
is namelij!g||ven scherp als zijn tong. Zelfbewust, oordeelt de een. Eigengereid,
vindt dtflHh Ajax is ver weggezakt en lijkt van voren af aan te moeten
beginnei^m^al voor een opbouwwerker als Adriaanse.
Als je, zoals Co Adriaanse, met PEC Zwolle
en FC Den Haag promoveert en je schopt
het met Willem II tot de tweede plaats in
de KPN Telecompetitie en tot Champions
League, dan heb je in ieder geval bewezen
dat je van niets iets kunt maken. 'Ik leg
vaak voor mezelf de lat net iets te hoog,'
zegt Adriaanse. 'Daardoor kan je vaak niet
gelukkig zijn, maar al te realistische doelen
inspireren mij niet. Piet Buter zei laatst
tegen me: "Iedereen wil trainer van Ajax
worden, maar niemand wil het zijn." Ik
begreep hem niet direct en vroeg wat hij
bedoelde. "Als ze beseffen wat het inhoudt,
wat je er allemaal voor moet doen en welke
druk het op je legt, haken de meesten af,"
zei hij. Maar ik ben toch wel een beetje een
opbouwwerker. Niet dat het hier allemaal
afgebroken is, helemaal niet. Het is
natuurlijk een fantastische club en alles
staat er, maar het is geen bolwerk meer.
Historie, traditie, kennis, uitstraling, alles
is er in principe nog steeds. Er moet alleen
weer wat nieuw leven ingeblazen worden.
Ik heb die taak gekregen en met veel plezier
op me genomen.'
Toen Louis van Gaal aankondigde dat hij
zou ophouden als trainer bij Ajax, hoopte jij
zijn opvolger te worden. Het was dan ook
voor de hand liggend dat men jou zou
vragen. Dat is toen niet gebeurd. Wat is er in
de tussentijd veranderd bij Ajax of bij Co
Adriaanse dat het nu wel zo ver is gekomen?
Adriaanse: 'Ik ben in 1992 gekomen als
directeur opleidingen, juist met het idee
niet de directeur betaald voetbal te
worden. Ik vond het, met het oog op de
continuïteit van de opleiding, dan ook
begrijpelijk en zeer logisch dat ik het in
1997 niet werd. Louis heeft in oktober
1996 aangegeven dat hij wegging. Bij mij is
het idee weg te willen gaan pas gekomen in
maart '97. Ik voorzag dat het, door het
door Raymond Bouwman
foto's Louis van de Vuurst
beleid van het bestuur, in de toekomst fout
zou gaan met Ajax. De club ging mensen
zonder ervaring benoemen. Daarmee doel
ik niet op Morten Olsen die zeer veel
ervaring had, maar wel op Jan Wouters.
Hij miste die ervaring, maar werd wel al
meteen bestempeld als opvolger van Olsen.
Dat was een roekeloze keuze. Een trainer
moet zich bewijzen; moet bij de club
passen. Om die keuze te maken voor
iemand met als enige ervaring twee jaar
assistent-trainerschap bij FC Utrecht, vond
ik erg voorbarig. En daarbij was ook de
opvolger van Wouters al benoemd. Dat
was Van 't Schip. Van 't Schip had
helemaal nog geen ervaring. Dat kan je bij
een topclub niet doen. Zelfs niet bij een
club als TOP Oss of Excelsior. Want voor
het trainerschap heb je naast heel veel
ervaringskennis, een goede opleiding
nodig.'
Toen je uiteindelijk toch als trainer werd
gepresenteerd, was je apetrots. Waarop
eigenlijk?
Adriaanse: 'Als je gevraagd wordt als
trainer van Ajax, heb je in ons vak de top
bereikt. Want ik sla deze functie hoger aan
dan die van bondscoach. En als je dan als
eenvoudige jongen in de
Spaarndammerbuurt bent geboren en je
hebt je hele leven lang hard voor alles
moeten werken, dan ben je trots. Het is mij
bepaald niet komen aanwaaien. Ik ben
geen absolute topspeler geweest; geen
international. De topvoetballers hoeven er
heel weinig moeite voor te doen om de top
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000