KATERN voor mij niet meer. De opvolger van Michels, Stefan Kovacs, zag mijn status en wilde die graag zo houden. In december 1971 ben ik naar Monaco gegaan. Ik viel voor iedereen in, zelfs voor masseur Salo Muller als die ziek was. Ik had een diploma fysiotherapie. Tegen NAC liep ik met mijn waterzak het veld in om een speler te behandelen. Zeg ik tegen Michels dat volgens mij die speler vervangen moest worden! Dat was wel leuk. En ik geloof dat ik later nog ben ingevallen ook. Ik was niet sentimenteel, voelde me een pure prof. Ik kon goed in dienst van de ploeg denken. En als je ziet in welk team ik speelde... Op een gegeven moment was ik met Heinz Stuy de enige die niet in het Nederlands elftal speelde. Daar heb ik tegen de toenmalige bondscoach Georg Kessler nog een grap over gemaakt, toen hij in de Meer op bezoek was. "Als u ooit een Nederlands elftal van reserves samenstelt, maak ik wel eens kans?" vroeg ik hem.' Suurendonk (achter Cruijff) op zijn vaste plek, op de reservebank, op 30 april 1969 tegen FC Twente. 'De faciliteiten voor een wisselspeler waren minimaal. Er was nog geen dug-out; je zat in de Meer gewoon op een bank. En als het koud was, trok je vier jassen over elkaar aan. je zette een muts op en we legden een plaid over onze benen. Als je dan moest invallen, zoals in de kou op de ijspiste van Carl Zeiss Jena, brak je bij wijze van spreken al je poten. Maar ik was snel warm, was conditioneel top. Een invaller moest minimaal de beste zijn. Want als je dat niet was, konden ze zeggen dat je terecht reserve was. Eén-twee met Cruijff Ik ben vooral bekend van mijn drie goals in de verlenging tegen Napoli. Maar ik heb nog meer mooie treffers gemaakt: de winnende tegen Feyenoord, waardoor we in de race bleven voor de titel (en die ook binnenhaalden) en tegen Torino in Italië voor de Intertoto. Mijn mooiste maakte ik in een uitwedstrijd tegen FC Twente. Vanuit ons eigen strafschopgebied ging ik een één-twee met Cruijff aan, ik liep hard door en scoorde. En wat betreft Napoli: het grappige is, dat ik in de uitwedstrijd tegen Napoli het gevoel had van als ik er nu inkom, ga ik vlammen. Maar ik werd niet ingezet; we verloren met 1-0. In Amsterdam kwam ik er in de verlenging, bij een 1-0 stand, in. 'Ruud, maak wat er wat van', zei Michels. Meer niet. Nou, je komt erin, doet een paar dingen en binnen acht minuten staat het 4-0. En als de wedstrijd nog een half uur langer had geduurd, had ik er nog vijf ingeschoten. Dat gevoel had ik wel. Het was lekker fris weer, ik was niet moe en dacht: jongens, wanneer beginnen we nou? Na afloop heb ik iedereen bedankt, heb mijn vrouw opgehaald en ben meteen naar huis gegaan. Salo Muller reed altijd met me mee en hij moest weg. Dat typert mijn karakter: na zo'n stunt in de verlenging had ik me in de bestuurskamer moeten laten zien, ik had uitgebreid met de pers moeten gaan praten. Pas later bedacht ik me dat ik toch minder bescheiden had moeten zijn. Maar, ik was nou eenmaal zo. Als iedereen juichte, juichte ik niet. Als iedereen een sportwagen rijdt, wil ik een Volkswagentje. Als iedereen de wave doet, blijf ik zitten. Zo'n type ben ik. Ik sta vrij nuchter in het leven, ben niet zo snel ergens idolaat van.' Topteam 'Natuurlijk zijn er wel aanbiedingen van andere clubs geweest. Maar dan kwam het financiële verhaal om de hoek kijken. Clubs als NEC, Sparta of Heracles konden niet meer bieden, vergeleken met al die Europa-Cup- en overwinningspremies van Ajax. Bij Ajax was ik één van de 16 in een topteam. Je wist wat je had en dat vond ik prima zo. Ik heb heel wat gewonnen met Ajax, dan was het feit dat ik niet altijd speelde, van secundair belang. Ik was realistisch; wist dat er betere voetballers dan ik rondliepen bij Ajax. Maar ook slechtere, want ik heb het wel zes jaar volgehouden. En ik heb het meegemaakt dat spelers weg moesten (Ton Pronk, Frits Soetekouw, Ben Muller) terwijl ik mocht blijven. Of grote talenten als Sjoerd Ruiter en Gerrie Splinter die niet doorbraken. Topvoetbal is niet alleen een kwestie van talent, maar ook van mentaliteit. Maar dat ik het in die ongelooflijke succesperiode van Ajax zo lang heb volgehouden, moet toch ook iets over mijn talent zeggen.' Foto: NFP 136 AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 136