KATERN
reservebank. Piet Schrijvers had hem in
1974 verdrongen.
Weinig potten
De periode tussen 1975 en 1982 kenmerkte
zich door een relatieve rust op het
wisselspelersgebied. Met het zakken van
het niveau van Ajax' eerste elftal, daalde
ook de waarde van de reservebank. Spelers
als Henk van Santen, Aitze Bouma, Freek
Lamain en Martin van Geel konden weinig
potten breken. Ajax had relatief veel spelers
die 'het' niet (genoeg) hadden, zoals de
beperkte verdediger Piet Wijnberg.
Jarenlang deed een speler van dat niveau
de helft van een seizoen mee en zat de
andere helft reserve, om vervolgens naar
een meer passend niveau (Sparta, NEC,
DS '79) af te zakken. Wel indrukwekkend
waren de invalbeurten c.q.
debuutwedstrijden van spelers als Marco
van Basten en John van 't Schip, maar zij
waren geen wisselspeler in de structurele
zin van het woord. Het waren
getalenteerde jeugdspelers die al snel vaste
waarde waren.
Grappig was de situatie rond de reserve
keepers Peter Jager en Rob Tervoort in het
seizoen 1977-1978. Vanwege een blessure
van Piet Schrijvers speelde Rob Tervoort in
de eerste ronde in de uitwedstrijd bij het
Noorse Lillestrom. Tervoort reageerde niet
adequaat op twee corners van de thuisclub
en Ajax verloor met 2-0. Voor de return
Foto: ANP
werd Tervoort vervangen door keeper
nummer drie, Peter Jager. Dat ging wel
goed (4-0), waarna Jager ook nog in de
tweede ronde, bij Levski Spartak, Schrijvers
én Tervoort verving.
Vanaf 1987 brak een nieuwe bloeiperiode
voor de 'echte' wisselspelers aan. Vrijwel
ieder seizoen manifesteerde een reserve
zich wel op een Ruud Suurendonk-achtige
wijze. De dienstplichtige militair Frank
Verlaat zorgde halverwege mei 1987 voor
veel onrust bij de Ajax-basisspelers. De
verdediger kenden ze eigenlijk alleen maar
uit de seizoenvoorbereiding, toen hij met
de A-selectie had meegetraind. Tien
maanden later stond Verlaat ineens weer
voor hun neus. Geplaagd door blessures
stelde Cruijff Verlaat op in de Europa-
Cup- 2-finale tegen Lokomotive Leipzig.
Rechtsbuiten John van 't Schip: 'Iedereen
schrok. Wij kenden hem nauwelijks. Je zag
de koppies omlaag gaan toen Johan
vertelde dat Verlaat tegen Leipzig de plaats
van Spelbos zou overnemen.'
Verlaat speelde een perfecte Europa-
Cupfinale. Verlaat: 'Cruijff zei gewoon
tegen me: die spits van hun kan er niks
van, die heb je in je zak. Nee, ik ben er geen
moment nerveus door geworden. Ik ben
van huis uit een nuchtere jongen.' De
internationale pers zocht vergeefs naar
informatie over de voorstopper, want in
geen enkele persmap of programmablad
kwam de naam Verlaat voor.
Ongeveer een jaar later kwamen de
journalisten Verlaat wel tegen in hun
mapjes voor de Europa-Cup-2-finale. Na
een seizoen waarin hij weer voornamelijk
wisselspeler was geweest, moest Verlaat
opnieuw opdraven in zijn specialiteit: een
Europa-Cupfinale. Dit keer verliep zijn
optreden minder glorieus. Tegen
KV Mechelen maakte hij vlak na rust een
beslissende fout. Hij liet zich in een
ongevaarlijke situatie gemakkelijk in de
luren leggen door de getructe Ohana, uit
wiens voorzet Piet den Boer de enige
treffer van de wedstrijd maakte.
Ajax hoefde niet lang te treuren om het
verlies van zijn vaste reserve. In de persoon
van Arnold Scholten, in 1986 door Johan
Cruijff van FC Den Bosch gekocht, had
men een nieuwe ideale twaalfde man. In
zijn eerste seizoen bij Ajax kon Scholten
nog begrip opbrengen voor zijn bijrol. 'Ik
heb het toen erg moeilijk gehad. Het
voetbal bij Ajax ging veel sneller dan bij
FC Den Bosch. Ik had geen recht op een
basisplaats.' Dat begrip verdween later als
sneeuw voor de zon. Scholten speelde dan
weer wel, dan weer niet. De 'Witte
Socrates' van Den Bosch werd bij Ajax als
een jojo gebruikt. Scholten had één grote
'makke': hij was op meerdere plaatsen
inzetbaar. 'Het is heel gemakkelijk voor
een trainer om me ergens te droppen,' zei
hij in november 1989. 'Ik heb zelfs
rechtsback gestaan. Dat vind ik helemaal
vervolg op pagina 127
Invaller-doelman Rob
Tervoort speelde in
1977 niet best bij
Lillestrom. Hij
reageerde niet
adequaat op twee
corners en Ajax
verloor met 2-0.