Oud-Ajax in 1976.
Derde van links Jan
Draaijer.
tijdens een wedstrijd, al had ik vóór een
duel wel eens een wit weggetrokken
gezicht. Teamgenoten vroegen bezorgd of
ik me wel goed voelde. Maar eenmaal
binnen de lijnen was er alleen sprake van
gezonde spanning.'
Aan één trainer bewaart Draaijer speciale
herinneringen. 'Ger Stroker begeleidde
spelers persoonlijk. Hij liet je rustig
twintig minuten alleen op het veld
aanvallend gerichte looplijnen maken.
Stroker had bovendien een instrument
ontwikkeld dat onder meer ballen kon
afschieten en, los van de grond,
schouderduwen kon blokkeren. Dat
apparaat was wel kwetsbaar. Ik heb het
heel wat keren stuk gesprongen! Stroker
was een prachtfanaat. Voetbal moet op
ballet lijken, zo vond hij. En dat ben ik
met hem eens.'
Wel of niet betaald voetbal was in die tijd
een veelbesproken onderwerp. Velen
binnen Ajax, waaronder voorzitter Marius
Koolhaas, waren tegen betaling. Draaijer
was het daar niet mee eens. 'Ik vond het
een logische stap om het Nederlands
voetbal op een hoger peil te brengen.
Ikzelf hoefde niet zo nodig prof te
worden. Maar in het tweede van Ajax heb
ik één keer wel 25 gulden gekregen. Per
wedstrijd kregen twee spelers van
penningmeester Ferry Dukker wat geld
toegestopt, als ze goed hadden gespeeld of
zo.' Lachend: 'Blijkbaar heb ik één keer
een goede wedstrijd gespeeld. Dat er
stiekem betaald werd moest een geheim
blijven, want dat mocht uiteraard niet.'
In 1958 werd Draaijer officieel semiprof.
'Voor drieduizend gulden had De
Volewijckers me gekocht. Ik werd een van
de zogenaamde Mosveld-babes. Maar het
niveau viel me tegen. Op trainingen deden
we langdurige conditie-oefeningen. Dat
was bij Ajax een stuk beter verzorgd. Daar
werkte men veel met intervaltrainigen,
want voetbal is een momentensport. Maar
de sfeer bij De Volewijckers was wel leuk,
het was net als De Spartaan een volksclub.
Na twee jaar ben ik ermee gestopt en ging
ik weer de amateurwereld in. Ik had me,
met hulp van Ajax, inmiddels
maatschappelijk opgewerkt. Ik ben
begonnen als elektricien, via contacten van
Ajax werd ik magazijnbeheerder en later
verkoopleider elektrotechniek.'
Oud-internationals
Gefrusteerd over zijn voetballoopbaan is
Draaijer niet. 'Het was overal een leuke
tijd. Bij Ajax liepen gewoon wat betere
voetballers rond dan ik. Maar ook
slechtere. In de jaren zestig heb ik nog met
het oud-Amsterdams elftal en oud-Ajax
meegedaan, ja zelfs een paar keer met de
oud-internationals, terwijl ik natuurlijk
geen interland had gespeeld. Maar via Joop
Stoffelen werd ik ervoor gevraagd. Mijn
medespelers kenden me uiteraard niet,
maar ze accepteerden me wel. Dan moet ik
toch goed hebben kunnen voetballen.'
Op het veld was Draaijer in zijn element,
erbuiten was hij vaak met zijn gedachten
elders. 'Ik voelde me niet echt in de
voetballerij thuis. Ik was dol op het spel
4-10-1953: Leeuwarden - Ajax 3-0 (2-0)
Scoreverloop: 20. Van der Leij 1-0; 22.
Schaafsma 2-0; 65. Van der Leij 3-0
Scheidsrechter: Van Doorn
Toeschouwers: 6.671
Leeuwarden: Koopman; Born, Dijkstra;
De Groot, De Linde, Jansen; Bakker,
Schaafsma, Van der Leij, Kramer,
Hoekema
Ajax: Van Drecht; Boskamp (Draaijer),
Van Mourik; Bouwens, Krist, Haarms;
Bartels, Bakker, Michels, Van Dijk, Van
der Wel.
Bron: Evert Vermeer
zelf, maar voor de rest hoefde het niet zo
voor mij. Ik was met andere dingen bezig.
Zo hield en houd ik veel van jazzmuziek en
Bach. Welke voetballer houdt er nou van
jazz en Bach? Ik viel een beetje uit de toon.
Voetbal was niet alles voor mij, al heb ik
nog regelmatig contact met oude
voetbalmakkers als Jan Quakernaat, André
Kraan en Ger van Mourik. Tegenwoordig
staan veel zaken me tegen in de
voetballerij. Een gele kaart voor praten
tegen de scheidsrechter, bijvoorbeeld. Ik
vind dat daar een groene kaart voor
gegeven moet worden en dan is twee keer
groen geel. Ik hou ook niet van dat shirtje
trekken of het in de hekken klimmen na
een doelpunt. Ik weet niet of ik als ik nu
jong zou zijn, wel zou gaan voetballen. Dat
typeert mijn karakter een beetje.'
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 2000