dANWAAWER
speelde. Om bij Ajax te kunnen spelen was
je van het. Ik was niet het type dat een
loopbaan in het voetbal uitstippelde, maar
spelen bij Ajax was toch iets bijzonders. Ik
kwam aanvankelijk in het tweede terecht.
In die tijd kon je als speler de ene week in
het tweede spelen, de week erop in Ajax 5
en dan weer in het derde. Ja, ook
vriendjespolitiek lag daaraan ten
grondslag, al zal ik geen namen noemen.
Mij maakte het niet zoveel uit in welk team
ik speelde. Ik vond het prachtig dat ik met
zoveel goede voetballers kon spelen, onder
andere met jeugdspelers als Sjaak Swart,
Co Prins en Bennie Muller. Goede
middenvelders waren er in overvloed.
Prins was zijn tijd ver vooruit. Nu heb je
meer spelers die trekken, zuigen, tegen de
scheidsrechter ouwehoeren, over de
schreef gaan, en daar nog voor
gewaardeerd worden ook. Het
temperament van Prins was in die tijd
echter niet zo populair. Vriend en vijand
sprak weieens schande over hem. Maar hij
was bovenal een schitterende voetballer
met een prachtige traptechniek. Daar kon
je veel van leren.'
Burgerkloffie
Niet alleen zijn medespelers maakten
Draaijer een betere voetballer. 'Iedere
tegenstander was enorm gemotiveerd als er
een wedstrijd tegen Ajax op het
programma stond. Dat was ik als speler
van De Spartaan ook. Je deed extra je best
tegen Ajax. Daarmee maakte de
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 2000 81