Tijdens het afgelopen
Europees Kampioenschap
ontbrak het qua historie
beroemdste stadion van
België. Het Bosuilstadion in
Antwerpen was jarenlang het
decor voor de opwindende
interlands tussen België en
Nederland. De 'Hel van Deurne'
is echter niet meer; met een
capaciteit van slechts 13.000
toeschouwers is het anno
2000 een stadion in de marge.
In 1974 overleefde Ajax tegen
Royal Antwerp FC maar net
(en niet terecht) de Hel.
brede vijver. Tevens verrees er een
monument ter nagedachtenis van de
oorlogsslachtoffers onder de clubleden.
Op 1 november 1923 openden België en
Engeland het stadion (2-2). Antwerp
speelde in de jaren hierna een meer dan
verdienstelijke rol in de competitie en het
Bosuilstadion was dan ook geregeld vol.
In 1928 verscheurde een bizar conflict club
en stadion. Enige bestuursleden van de
club, verenigd in de NV Antwerp Stadion,
wilden de professionele toer op. In de
Bosuil zouden tevens boks- en
worstelwedstrijden gehouden moeten
worden, naast onder andere wielrennen en
paardenraces, zo vonden zij. De raad van
beheer van Antwerp verkoos echter het
amateurisme boven de ambitieuze
plannen, met als gevolg dat de club niet
meer welkom was in de Bosuil. Door de
verbanning uit het stadion begon Antwerp
de competitie zonder stadion. Ze vond
onderdak op de velden van de stadgenoten
Berchem en Beerschot. Op 7 februari 1929
legden de kemphanen het geschil bij en
kon Antwerp, als amateurclub, weer terug
naar de Bosuil. Dit meest tumultueuze
seizoen uit de club- en stadiongeschiedenis
kende een verrassende afloop: voor het
eerst werd Antwerp kampioen van België.
De bestuursleden die profvoetbal
voorstonden waren inmiddels afgetreden.
Het stadion was mede hierdoor in verval
geraakt. Vrijwilligers zorgden er met
schilder- en herstelwerk op het nippertje
voor dat in het nieuwe seizoen de kampioen
in een deugdelijk stadion kon spelen.
Storm
In 1930 kreeg de Bosuil concurrentie van
een nieuw stadion in Brussel, het
Heizel-stadion. Dat stadion had een
AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 2000