Na de Eerste Wereldoorlog verrezen in België (en Nederland) de eerste grote stadions. fik 1919 werd in Antwerpen Beerschotstadion het Kiel uitgebreid. Zo'n 20.000 toeschouwers konden er een jaar later de Olympische Spelen bijwonen. FC Antwerp was in die tijd op zoek naar een locatie voor een nieuw stadion. De huurprijs voor het toenmalige onderkomen was te hoog. De Antwerp Football and Cricket Club was de eerste voetbalclub van België; in 1880 richtten Engelsen in de havenstad de club op. Na een moeizame zoektocht viel het oog op een stuk grond in MsrowsertEüROND door Marcelle van Hoof het Bosuilpark in Deurne, een deelgemeen te van Antwerpen. Mede met hulp van mensen van buiten de club wist Antwerp de benodigde 1,8 miljoen frank voor de bouw bijeen te brengen. Op 1 oktober 1922 begon de bouw van het stadion, dat het grootste van het land zou moeten worden. Zo'n 40.000 kubieke meter Bosuilgrond was nodig voor de staantribunes achter de doelen. In de catacomben van de fraaie hoofdtribune waren maar liefst drie tunnels naar het veld aangebracht: twee voor de elftallen en ertussen één voor het arbitrale trio. Dit ter voorkoming van onaangenaamheden bij het betreden en verlaten van het veld. Het stadion had een capaciteit van 39.000 toeschouwers. Het bood van buiten, ondanks een twee meter hoge muur met daarin loketten, een fraaie aanblik, door een honderd meter lange en twaalf meter AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 68