De gouden bal van het EK '88 Een kleine trofee voor een Grote Speler In de rubriek Museumstukken worden voorwerpen besproken die in het Ajax Museum te zien zijn. In deze aflevering kijken we naar een van de vele trofeeën die Marco van Basten in zijn carrière bij elkaar voetbalde. Het is de gouden bal die hij ontving toen hij in 1988 na het Europees Kampioenschap werd uitgeroepen tot de beste speler van het toernooi. Het zijn vaak de grootste spelers die haar winnen, en ze doen dat tijdens evenementen die door honderden miljoenen bekeken worden. Maar de F uitreiking van de trofee gebeurt eigenlijk j altijd in een voor de voetbalwereld relatief rustige omgeving, achteraf en een beetje buiten het felle licht van de schijnwerpers. We hebben het nu over de Gouden Bal, de trofee die altijd na een EK en een WK wordt uitgereikt aan de beste speler van het toernooi. Deze bal mag niet verward worden met de Gouden Bal die jaarlijks wordt uitgereikt aan de speler die tot Beste Speler van Europa wordt uitgeroepen. Vaak is de beste speler van een EK- of WK- toernooi ook afkomstig uit het elftal dat de eindoverwinning behaalde, al is dat geen wet van Meden en Perzen. In 1974, bijvoorbeeld, werd Johan Cruijff uitgeroepen tot beste speler van het wereldkampioenschap, terwijl Nederland slechts tweede was geworden achter het gastland West-Duitsland. Cruijffs trofee van toen is trouwens ook te bewonderen in het Ajak Museum. Dit jaar viel bij de Gouden Bal-verkiezing de keus op de Fransman Zinedine Zidane. De Europese beker, de hoofdprijs, is uitvoerig overal en aan iedereen getoond, maar Zidane zal nog een half jaartje moeten wachten op zijn trofee, want die wordt pas in het najaar in Monaco aan MMSEMMSTMKKHN door Carel Berenschot hem uitgereikt. Overigens speelde Zidane lang niet in alle wedstrijden op het niveau dat hoort bij de beste speler van het toernooi. In dat verband zou het beslist niet verwonderlijk zijn geweest wanneer de keuze was gevallen op bijvoorbeeld Luis Figo van Portugal. De Gouden Bal is eigenlijk een vrij bescheiden trofee en beslist niet schreeuwerig, zoals zovele andere voetbalprijzen zijn. Het is een kleine, goudkleurige voetbal op een sokkeltje waarop een plaatje is bevestigd met daarop de naam van de winnaar, de onderscheiding en het jaartal. De bal staat in het museum naast een Gouden Schoen, die Van Basten tegelijkertijd ontving omdat hij tevens de topscorer van het toernooi was (vijf doelpunten; Zidane scoorde dit jaar in de officiële tijd maar één maal). Het is achteraf vrij spectaculair dat Van Basten in 1988 werd uitgeroepen tot beste speler van het toernooi, want lange tijd was het uiterst onzeker of hij überhaupt zou kunnen meespelen. Het was zijn eerste jaar bij AC Milan, nadat hij het seizoen daarvoor zijn loopbaan bij Ajax in stijl had afgesloten door het winnende doelpunt te maken in de Europa-Cup-2-finale tegen Lokomotive Leipzig. De derde keus Bij Milan had Van Basten aanvankelijk wat aanpassingsproblemen. De vaak meedogenloze Italiaanse verdedigers maakten hun reputatie meer dan waar ten koste van de tengere ledematen van de Utrechter. Het kostte hem dan ook de nodige moeite om zijn draai te vinden, vooral omdat een enkelblessure uit zijn Ajax-tijd bleef doorzeuren - hij moest er zelfs aan geopereerd worden. De revalidatie duurde lang en net toen hij weer aan spelen toekwam, brak hij in een luchtduel zijn oogkas. Uiteindelijk speelde hij dat seizoen maar elf wedstrijden, waarin hij drie maal doelpuntte. Het was dan ook zonder hem, dat Milan dat jaar, voor het eerst sinds 1979, landskampioen werd. Door de kranten opgezweept leefde het hele land vervolgens mee met Marco's voorbereidingen op het EK, maar het bleef uiterst onwaarschijnlijk dat hij aan spelen zou toekomen. Uiteindelijk werd hij door bondscoach Rinus Michels wel gekozen in de definitieve selectie, maar het was duidelijk dat hij - na Johnny Bosman en Wim Kieft - de derde keus voor de AJAX MAGAZINE AUGUSTUS 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 62