HHP
wit en bruin brood in een mand midden
op de tafel, een metalen plank met plakken
kaas en boterhamworst. In een glazen
schaaltje een klomp margarine, ernaast in
een plastic bekertje een bodempje
hagelslag.
'Hazzebazzellekoren hozzellekade, amen,
eet smakelijk.'
Geduldig wacht ik tot Vriezema aan de
beurt geweest is. Het brood is oud. De kaas
zweterig. De thee is lauw, evenals de melk.
De hagelslag is lekker, maar ik houd niet
van puur.
Mijn oog valt op de krant die naast het
bord van Vriezema ligt. Berichten uit de
buitenwereld.
'Cruijff naar Barcelona!' schreeuwt de
sportpagina. Ook dat nog.
De geruchten doen al weken de ronde,
maar ik heb ze nooit willen geloven. Hij
had me nota bene zelf beloofd nooit bij
Ajax weg te gaan. Cruijff was Ajax. Boven
m'n bed hangt al zeker twee jaar de
krantenfoto waarop hij voor zeven jaar bij
Ajax tekent. Danny ernaast, schoonvader
erbij, allemaal lachend.
De Wolf vouwt zijn krant op. Het ontbijt is
ten einde. De laatste hap boterham en de
melk laat ik staan. Geen trek meer.
'En nu gaan jullie allemaal naar de
slaapzaal om jullie bedden op te maken.'
Ik loop vooraan in de rij de trappen op
De jongen naast me denkt dat De Wolf een
grapje maakt.
'Peter Struik, jij bent gewaarschuwd,' sist
De Wolf.
Vriezema komt de studiezaal binnen.
'Goedemorgen, jongelui. Zijn jullie
allemaal klaar voor de grote dag? Eh, De
Wolf, ben je klaar met ze?'
Zonder een antwoord af te wachten, loopt
hij de studiezaal weer uit. Vriezema is de
andere surveillant van de kleine kant.
Achter de halfgeopende deur staan de
tweedejaars ongeduldig te wachten tot De
Wolf klaar met ons is, en we met z'n allen
naar de eetzaal mogen.
'En dan lopen jullie nu rustig achter
meneer Vriezema aan naar de eetzaal.'
De Wolf drukt zijn sigaret uit en staat
langzaam op.
'En wat denkt u dat we daar gaan doen,
meneer Struik?'
De plotseling bulderende stem van De
Wolf doet iedereen verstijven. Zijn
priemende kraaloogjes duwen Peter Struik
naast me terug in zijn bank.
Muisstil lopen we even later achter meneer
Vriezema aan naar de eetzaal.
'Heb jij geen manieren geleerd, Koning?'
Vriezema tikt me ruw op mijn vingers als
ik een boterham wil pakken.
De Wolf staat in het midden van de eetzaal
en doet het ochtendgebed. Met gesloten
ogen wacht iedereen tot hij uitgesproken
is. Thuis bidden we nooit voor het eten.
Thuis eet je als je honger hebt.
Door mijn wimpers heen zie ik de gedekte
tafel. Thee en melk in kannen op de hoek,
Foto: Paul Levitton
Rick de Leeuw