giganten gaat worden. Daarna roept hij een
van de Belgische spelers bij zich. Hij krijgt
de opdracht ervoor te zorgen dat al zijn
teamgenoten om drie uur precies in de
kleedkamer zitten. Het talent knikt gedwee
en kijkt zoekend in het rond naar de
andere spelers uit zijn ploeg.
Bij de wedstrijd die voor die middag op het
programma staat, leidt Tahamata niet zijn
eigen Ajax International, maar de reguliere
B2. Hoofdschuddend beziet hij het geklier
van de Ajacieden in de rij voor de lunch.
De juffrouw die de jongens aan het eten
helpt, heeft heel wat te verduren.
Echt kwaad wordt hij pas, wanneer hij
jongens in die rij ziet staan die over minder
dan vijf kwartier moeten spelen. 'Hoe kan
je nou nog zo veel gaan eten als je zo moet
voetballen?' vraagt hij verwijtend. Hij
wordt aangekeken of hij van Mars komt.
'Ze zijn verwend,' is de conclusie. 'Respect
is er niet erg, en discipline ook niet.'
Wie Tahamata bij GBA aan het werk ziet,
begrijpt zijn verwondering. De Belgische
jeugdspelers gedragen zich heel anders. Er
zijn bedenkelijke theorieën die zeggen dat
dat bij de landsaard hoort. Wat de oorzaak
dichter nadert is de hang naar orde en
discipline van Simon Tahamata zelf, die
het genetische materiaal van pleegvader
Bobby Haarms in zich draagt.
Als verschijning lijkt het stadion van het
oude Germinal Ekeren, dat tegenwoordig
dienst doet als thuisbasis voor de jeugd van
GBA, meer op Voorland dan op de
Toekomst. Het huidige jeugdcomplex van
Ajax ruikt naar boenwas (voor het parket)
en nieuwigheid, waar de geur van Ekeren
eerder muf te noemen is. Het Belgische
design is dat van het verval. Maar kijk hoe
Tahamata met zijn spelers dineert, en je
ontdekt een weldadige en haast
onwerkelijke rust en toewijding. De trainer
heeft de wind eronder. 'De discipline is
perfect,' zegt Tahamata. 'Jammer alleen dat
de spelers het vooral moeten hebben van
goed gedrag en niet van hun voetbaltalent.
Ik geloof niet dat Ajax de eerste jaren veel
doorstroming heeft te verwachten van
GBA.'
De mensen die bij Ekeren het terrein
speler moet
hij moet gaan
staan als
linksbuiten?
Foto: Yvonne Witte
verzorgen zijn al decennia dezelfden. Zij
zijn niet blij met de komst van Ajax. Het is
hun trots. In 1989 promoveerden ze.
Tahamata: 'We plaatsten ons ieder jaar
voor Europees voetbal. We hadden een
goede mix tussen oude en jonge spelers.
Jos Daerden, Bennie Wijnstekers, Ernie
Brands, Eddy Snelders, ikzelf, wij waren
allemaal de 34 voorbij. "De
oudemannenclub" noemden ze ons, maar
het liep perfect. Ik heb er zes jaar gespeeld.
Nu ik weer terug ben, voel ik me er ook
weer thuis. Ik zie alle bekende gezichten
weer.'
Tahamata loopt naar de kantine, waar
Monda en Marja de boel schrobben. Dat
deden ze al in 1990 toen Tahamata naar
Ekeren kwam om te voetballen. Hij wordt
dan ook begroet als een lievelingsneef. De
koffie is er binnen de kortste keren. GBA
wordt voor een goed deel bevolkt door de
oude kern van Ekeren. Het zal ook altijd
Ekeren blijven. Hoe ook de verf nog verder
af zal bladderen. De toegangspoorten, de
kassa's en de dranghekken wekken de
indruk van een spookstad. Ooit werd er
goud gevonden bij Germinal Ekeren, maar
het lijkt generaties geleden. Zonder Ajax
was de club helemaal ter ziele, maar voor
de betrokkenen is dit misschien nog wel
erger. Met ondankbaarheid heeft dat niets
te maken. Stel: Ajax wordt een satellietclub
van Barcelona en moet de beste spelers
afstaan...
AJAX MAGAZINE JUNI 2000