kan ik urenlang achtereen bezig zijn met
mijn muziek. Als ik m'n gitaar dan
uiteindelijk neerleg, denk ik tien minuten
te hebben gewerkt. Leeg voel ik me op zo'n
moment, totaal leeg. Zoals vroeger na de IP
training. Euforisch ook, zeker als me is
gelukt wat ik voor ogen had. Het komt in
de buurt van het ultieme geluksgevoel. Ik
leef daarvan, het is mijn voeding.'
De componist Sacksioni heeft geleerd van
de voetballer Sacksioni. Voetbal heeft als
voorbeeld gediend voor de manier waarop
hij later muziek is gaan maken. 'Een
voetballer laat dingen op het veld
gebeuren. Bewust. Door onverwachte
dingen te doen, verras je je tegenstander. Ik
heb daarin altijd een parallel gezien met
componeren.'
Niet alles is het gevolg van een bewuste
handeling, intuïtie is minstens zo
belangrijk. 'Er gebeuren op een veld
meerdere dingen tegelijk. Een goede
voetballer voelt aan hoe hij daarop moet
reageren en anticiperen. Van tevoren
weten wanneer je moet handelen, van
tevoren weten dat je een stapje naar links
of naar achteren moet maken. Het is wat
Louis van Gaal noemt "een wedstrijd
lezen". Ik was een heel intuïtieve speler. De
betere voetballers beschikken volgens mij
allemaal over een sterk ontwikkeld
"intuïtief systeem".'
Intens heeft hij de jaren bij Ajax beleefd.
Maar niet alle herinnering aan vroeger is
glashelder. Benieuwd is hij nog steeds of hij
werkelijk tot de 'betere voetballers'
behoorde. Natuurlijk, zegt Sacksioni, als je
als jochie van acht een bal met gemak
driehonderd keer op je voet laat stuiteren,
weet je al vroeg dat je boven het
gemiddelde uitsteekt. Goed, vanaf z'n
eerste jaar bij Ajax speelde hij altijd
moeiteloos mee in de hoogste elftallen,
voerde aan het einde van ieder seizoen de
lijst met topschutters aan. Aan de andere
kant: hij was een late groeier, en dat gaf
hem in fysiek opzicht een achterstand op
veel van zijn medespelers. En een bal
koppen bijvoorbeeld, deed hij nauwelijks;
twee zware hersenschuddingen kort achter
elkaar hadden van hem al vroeg iemand
gemaakt die vaak last had van migraine.
En toch waren er voldoende die zijn
'onnavolgbare passeertechniek' roemden
en die hem vergeleken met leeftijdgenoten
als Johnny Rep of Sjoerd Ruiter. Maar Rep
en Ruiter waren beter, zegt hij. Hoewel:
iederéén was goed, ook anderen als Robbie
Speyer, Jantje de Koning, de broers Henny
en Rob Vredenbrecht. En George van
Bockel, die op die lenteavond-training zo
vernietigend onder vuur werd genomen.
'De dingen die je doet zijn snel gewoon. Ik
heb mezelf nooit zien voetballen. Ik had
graag eens filmopnamen van mezelf willen
terugzien, om objectiviteit en subjectiviteit
van elkaar te kunnen scheiden.'
Sommige vragen zullen altijd vragen
blijven. Andere niet. Is hij pas in 1962 lid
van Ajax geworden? Hij had gezworen dat
het twee jaar eerder was. Namen,
jaartallen: Sacksioni vergeet ze bijna ter
plekke. Het lijkt ruimte in zijn hoofd te
geven voor componeren, iets wat hij liever
doet. Zonder een noot op te schrijven of
op te nemen, werkt hij het liefst aan
verschillende stukken tegelijk. Blind
simultaan. 'Als het ene stuk niet vlot, stap
ik over naar het volgende. Ik sla alles in
m'n hoofd op en daar blijft het ook zitten.
Ik zou in paniek raken als ik in een
compositie vastloop, zonder een stuk te
hebben waarop ik kan terugvallen. Ik ben
nieuwsgierig van aard, maar ik wil niet
weten hoe zoiets werkt in m'n hoofd. Ik
ben bang die kunst te verliezen, zodra ik er
een vinger heb achter gelegd.'
Zolang er vragen zijn heeft hij over
gebeurtenissen van vroeger geen afgerond
oordeel. Misschien, zegt hij, heeft hij bij
Ajax dingen meegemaakt die voor zijn
latere leven belangrijker zijn geweest dan
hij eerst dacht. Wedstrijden spelen onder
het oog van een kritisch publiek.
Trainingen waarbij je niet alles over je kant
kon laten gaan. 'Terwijl ik dacht dat ik het
heel goed deed, kreeg ik soms ongenadig
op m'n donder. Dat zijn momenten dat je
voor jezelf moet opkomen. Mogelijk heb ik
daardoor meer lef gekregen. Misschien
heeft het me net dat duwtje gegeven om op
een podium te gaan staan. Ik was een heel
bescheiden jongetje. Ik ben niet opgegroeid
in een omgeving waarin me zelfvertrouwen
werd bijgebracht. Ik sta nu avond aan
avond voor een zaal mensen. In m'n
eentje. Ik ben trots op mezelf dat ik het
aandurf.'
Liefde voor voetbal is erfelijk
overdraagbaar. Daarvoor zijn vaders
verantwoordelijk. Vanaf hij zich kan
AJAX MAGAZINE JUNI 2000