gespeeld, weten ze heus wel wat je kunt.
Als ze het dan nog moeten bekijken, zeg ik:
bekijk het maar. Ik had er zo geen zin meer
in.'
Jan Quakernaat, knielend tweede van rechts, in
een school voetbalelftal.
Ajacieden als Daan van der Burg en Stanley
Menzo kwamen van ons vandaan. Guus
van Ham ook, maar dat was voor mijn tijd.
'Ik kijk ondanks dat plotse vertrek met
plezier terug op mijn Ajax-tijd. Ik was er
trots op dat ik bij Ajax speelde. Nee,
arrogant was ik niet. Er waren meer goede
Amsterdamse clubs: De Volewijckers,
DWS, Blauw Wit. Je had niks om arrogant
over te zijn. Blauw Wit had bijvoorbeeld
ook een fantastisch toernooi. Ik heb er nog
tegen Jimmy Greaves gespeeld.
'Binnen Ajax had ik veel vrienden. De
lijnen waren kort tussen de elftallen. Na de
Uit het clubblad, dat
meldt dat Quakernaat
een van de namen is
waarmee de door
allerlei
omstandigheden
opengevallen plaatsen
in het eerste elftal
werden opgevuld.
merkwa<*iuige A
de man, die in het Olympisch Stadion, Wismut, mei een wel
gemikt schot, de das om deed. Hij speelde in twee weken tijds,
rechtsbuiten, linksbuiten en linksback. Feldmann, linkshalf en
linksback, aanvoerder Van Mourik, een uitgesproken rechts
back, trad tegen D.O.S. op als spil, Den Edel, van huis uit mid
denvoor, had bijrollen als links- of rechtsbinnen, links- of rechts
buiten en Swart, voor kort nog junior, heeft al meegedaan als
links- en rechtsbuiten, als rechtsbinnen en was in Oost-Duits-
land zoiets als manusje van,alles. Verder zijn opgetreden, Do
nald Feldmann, Quakernaat, Haarms (en hoe!) en is vriend
Van Ham uit de halflinie naar de frontlijn gestuurd, waar hij
Jimmy Greaves
'Voetballen was in die tijd iets wat je naast
je gewone baan deed. Die financiële
extraatjes van het profvoetbal waren best
lekker, maar het had niet de hoogste
prioriteit. Ik ging bij Watergraafsmeer
voetballen. Na een jaar kreeg ik een
contract bij Go Ahead, dat in de eerste
divisie speelde. Dat was qua afstand geen
doen. We trainden twee keer in de week en
dan was er nog de wedstrijd. Ik reisde met
de trein naar Deventer, samen met Henk
Koning en Joop Butter. We speelden er
met drie Amsterdammers. De verdiensten
stonden echter in geen verhouding tot wat
je ervoor moest doen. 's Morgens werkte
ik, daarna naar Deventer en dan was ik pas
's avonds om elf uur thuis. Na een seizoen
ben ik teruggegaan naar Watergraafsmeer.
Ik heb er tot mijn 29ste gevoetbald, tot
mijn knie het begaf. Negen jaar later ging
ik met wat vrienden in een veteranenteam
bij Zeeburgia spelen. Dat heb ik tot mijn
vijftigste volgehouden. Ik ben er ook
elftalleider en bestuurslid geweest.
Ajax 3, kampioen in
1957. Staand vanaf
links: Cor van Wal, Jar
Quakernaat, Jan van
Dijk, Wout Pelser, Jan
Wolterink, Jan
Draayer, H.J. Van
Rooy, leider Wim
Schoevaart; gehurkt:
Ben Muller, Wim
Starreveld, Freek
Moinat, Jan Fransz,
Toon van der Linde,
Pieterse.
AJAX MAGAZINE JUNI 2000
207