'Het teleurgestelde publiek
vergeet weieens dat wij zelf
het meest teleurgesteld zijn
vreet aan je; je wordt er ziek van. Maar jij
kunt ermee stoppen; jij kan wat anders
gaan doen. Wij niet.'
Waaruit blijkt dat voetballers net zo goed
een vertroebelde blik kunnen hebben op de
buitenwereld als andersom.
Voor het sfeerteam in de ArenA was er
geen houden aan. De woede, het afgrijzen
en de teleurstelling op de tribunes werden
steeds pijnlijker. 'O, wat zijn ze slecht,'
klonk het fijngevoelige commentaar van
wat ooit de harde kern moet zijn geweest.
van iedereen'
De schaamte schuifelde in rood-wit over
de zoveelste grasmat in de richting van
weer een nederlaag.
Gronkjaer: 'Het teleurgestelde publiek
vergeet weieens dat wij zelf het meest
teleurgesteld zijn van iedereen. Voor ons is
het minstens zo'n vervelend
seizoen geweest. Hoe denk je
dat het is om voor het oog
van zoveel mensen - in het
stadion en voor de televisie -
zo slecht te spelen? Iedereen
in de groep wist dat het beter
moest en dat het ook beter
kon. Alleen, het lukte niet. We
hebben het ritme nooit kunnen
vinden. Vooral in
mentaal opzicht is het
dan zwaar. Je raakt
vermoeid. Alles is
zoveel gemakkelijker als je goed
speelt en wint. Als alles slecht gaat, wordt
elke kleine tegenvaller een groot probleem.
Zo ervaar je dat. En dat alles komt het spel
natuurlijk niet ten goede. Vervolgens
worden de depressieve neigingen ook nog
eens onophoudelijk gevoed door de media.
Ook als we wonnen, stond er de volgende
dag in de kranten dat wij slecht hadden
gespeeld. We konden geen wedstrijd
winnen of het lag aan het nog slechtere
spel van de tegenstander; of aan
het geluk dat aan onze zijde was geweest.
Het stond er niet eens vaak ten onrechte.
Maar al met al is dat fnuikend voor het
zelfvertrouwen binnen de groep. Je gaat
het zelf dan ook allemaal negatief zien. Er
is niet een keer een goede kritiek geweest.
Uiteindelijk was ons eigen publiek zelfs
tegen ons. Dat is lastig voetballen.'
Zwaluwachtige vermogens
Behalve de bedreigde biotoop waarin alle
Ajacieden zich bevonden, was het voor
Gronkjaer zelf ook in voetbaltechnisch
opzicht moeilijk gedijen. Waar hij in het
begin nog gebruik kon maken van een
combinatie van zijn relatieve
onbekendheid en zijn zwaluwachtige
vermogens, wordt hij nu in de gaten
gehouden als de verpersoonlijking van het
allesverwoestende gevaar. Net als bij
Overmars worden de acties steeds meer in
de weg gezeten door de ten onrechte
toegestane tactische vondst van
rugdekking.
Gronkjaer: 'Ik speelde vaak tegen twee
man: de rechtsback en de centrale
verdediger. Het enige voordeel was dat er
daardoor iemand anders moest zijn die wel
ruimte had. Voor mij werd het moeilijker
om acties te maken, maar dat hoeft ook
niet altijd. Ik moet nog leren daar meer
voordeel uit te halen. Vaak heb je maar een
fractie van een seconde om te beslissen wat
je doet. Het moet dus min of meer
automatisch gaan. Maak je een actie of
juist niet. Het zijn dingen waar ik me met
plezier op concentreer op de training. Als
je er hard aan werkt, merkje dat het heel
langzaam beter gaat. Maar het kan altijd
beter.'
AIAX MAT.A7IMF MIMI ">nnn
1