allerlaatste keer als leerling. De examens waren voorbij en tot zijn niet geringe opluchting had hij het gehaald. Goed, de uitslag liet nog een paar weken op zich wachten, maar hij wist zo goed als zeker dat hij geslaagd was. Hij telde voor de laatste keer de pilaren die de gang in perfecte symmetrie verdeelde en luisterde ingespannen naar de weerkaatsing van zijn tred, alsof er een antwoord in dat geluid besloten lag. Een antwoord op een vraag die hij maar nauwelijks onder woorden brengen kon. Hij kende elke steen, elke hoek, elke galm. Hier, onder de trap die leidde naar de slaapzaal, was het keldertje, waar ze stiekem de wijn dronken die ze uit de herenrefter pikten. Daar verderop de hoge glazen deur waar Joep Petersen ooit doorheen was gevlogen. Ze hadden in het ziekenhuis een deel van de huid van zijn heup naar zijn arm moeten transplanteren, zo erg was hij eraan toe geweest. Voorbij deze hoek waren de toiletten waar ze, als het 's winters te koud was om in de fietsenstalling te staan, onopgemerkt probeerden te blijven terwijl ze schielijk hun shaggies rookten. De zes jaar maakten van iedere plek een herinnering. Tot zijn stomme verbazing voelde hij, terwijl hij door de verlaten gangen slenterde, een onbestemd soort heimwee naar de dagen dat hij nog in de derde klas zat. Alsof hij nog niet weg wilde. Wat hij nu voelde was niet die uitbarsting van vreugde om de herwonnen, zwaar bevochten vrijheid die hij verwacht had. Het was veeleer een leegte die zich meester van hem maakte nu hij niets meer te winnen had. Als Ajax zonder Feyenoord. AJAX MAGAZINE JUNI 2000 141

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 141