Een lied van Ajax Tegenover mij in de trainerskamer zit Jan Olde Riekerink. Een gedreven collega, altijd met voetbal bezig. Een man ook met een oorspronkelijk vrolijke inborst. Is er reden tot lachen, dan lacht hij. Is er reden tot ernst, dan is hij ernstig. Maar in de voorbije maanden voegde er zich een element aan de persoon Olde Riekerink toe. Wanneer wij zaten te werken, ieder aan ons eigen werk, dan hoorde ik hem neuriën, soms zelfs werd dat neuriën binnensmonds zingen. Soms was dat een deuntje van Marco Borsato. Hoe ging het ook weer...? De meeste dromen... Wat was er in Jan gevaren? Verliefd? Opgetild door de muze van het welluidend lied? Van over mijn toetsenbord keek ik hem eens aan. Niets te zien. Neuriënd en deunend werkte hij door. Zou hij het zelf in de gaten hebben dat er klanken rond hem kringelden? Er was iets met de tekst; ging het over ArenA-gras? Jari was aan het improviseren. Een poosje later was er een nieuw deuntje. Dat kende ik ook en ongemerkt neuriede ik het mee. Een mooi* helaas wat onbekend lied. Het clublied: Een juichtoon dav're langs de velden. Hoeveel mensen binnen onze club zouden dat clublied kennen en hoe kwam het dat Jan Olde Riekerink de tekst wist? Het is, ik zei het al, een mooi clublied. Een lied dat je met trots kunt zingen... Voor ons dierbaar rood en wit. Dierbaar, ja, inderdaad, zo is het. Dat rood en wit van Ajax is ons dierbaar. Glorie onzer Amstelstad... Ook waar, Ajax en Amsterdam zijn onlosmakelijk verbonden. Leuk, dat Jan dat zong, ons clublied, al was het een beetje achter zijn tanden. Want hij was aan het werk. Zoals Jan Olde Riekerink waren er in de afgelopen maanden meer Ajax-medewerkers, medewerknemers, die tijdens hun onversaagde arbeid een deun of een tekst met zich meedroegen en die dat lang niet altijd voor zich wisten te houden. Daarmee collega's verrasten. Er was ook meer bedrijvigheid dan ooit in de uurtjes (en als snel de uren) na werktijd. Groepen die waren samengesteld uit personen van zeer diverse pluimage verzamelden zich in de avonduren ter ArenA in de sporthal. Of in de perskamer. Of op een andere locatie. Jonge mensen, oudere mensen, mensen met een oer-Ajax- hart, mensen met een ontluikend Ajax-hart, denkers, doeners. Er was iets gaande. Er groeide iets. Ër werd een lied gecomponeerd. Nee, geen lied, iets groters, iets mooiers. De geur van gesmede plannen trok door de ArenA-burelen en prikkelde, eerst ongemerkt, vervolgens frank en vrij de zinnen van allen wier zintuigen er voor open stonden. Er maakte zich een gevoel van eensgezindheid meester van diê samengeraapte groep. Maandag 10 april. Het auditorium van de RAI stroomt vol want vanavond is de premiere van de Ajax Revue. Hoop en verwachting vermengen zich. Die hoop is zelfs sterker dan om zondagmiddag half drie. Daar is-ie, de Revue, de Ajax Revue. Doe je best allemaal, zet je beste beentje voor, laat je beste stemband trillen, toon je acteertalent. Daar gaan ze. En de zaal is verbijsterd. Er speelt ontroering door het publiek, ontroering en clubliefde. Zoveel inzet en overgave is zicht-, hoor- en voelbaar bij de Ajacieden op de bühne. En er is trots want in de acteurs herkennen we onze collega's, onze vrienden. Een juichtoon dav're langs de velden... Dat is Jan, die nu niet binnensmonds zingt achter zijn bureau maar met volle passie lucht ruim baan geeft langs zijn stembanden en die lucht tot lied Iaat trillen. Jiddische Michael en Uri, Amsterdamse Jopie en Tommetjc. De meiden, Rebecca en Marije, Suzanne, Christa. Roel, Jaap, Erol, Guido, Kiki, Cassandra, Iris. Hemel, wat veel namen. Iedereen doet het fantastisch, met inbreng van zijn of haar persoonlijkheid. Hemel, wat een mooie mensen. Onvermoed talent schittert vol hartstocht en het is bloedversnellend om Se zien hoe al die mensen van voor en achter de schermen hun maanden van oefenen en repeteren omzetten in een topprestatie. En het is even bloedversnellend en ontroerend om te zien hoe de teamprestatie leidt tot een bundeling van het Ajax-gevoel op een on-ver-ge-te-lij-ke avond waar in de revue een groot Ajax-hart zich machtig en alomvattend openbaarde. Een juichtoon dav're langs de velden... Een juichtoon dav're over de bühne, voor dat dierbaar rood en wit, voor die onbekende helden maar zonder meer onze vreugd en trots bezit! COLUMN door David Endt AJAX MAGAZINE MEI 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 23