Hoewel ik dus gespannen was, had ik
vooraf wel een goed gevoel. We hadden
zo'n goed elftal. Waarom zouden we
verliezen? Ook tijdens de wedstrijd had ik
nooit het gevoel dat het mis zou gaan.
Ik zat vlak vóór een vak vol Ajacieden en
kon vandaar heel goed de karatetrap van
Van Gaal zien. Ik dacht: wat doet-ie nou?!
Straks wordt hij eruit gestuurd!
Bij die aanval waaruit Kluivert scoorde,
had ik het gevoel dat dit weieens wat kon
worden. Het was eigenlijk een 'lullig'
doelpunt, geen Ajax-doelpunt. Maar wat
gaf het? Ik heb van binnen gehuild, naar
buiten geschreeuwd. Na het doelpunt
duurde het wel heel lang voor de
scheidsrechter affloot.
Maar toen: wat een feest, wat een
fantastisch geluksgevoel. Je wint de
grootste prijs van de wereld. Maar het
mooiste kwam toen voor mij nog. De
spelers liepen een ereronde. Toen ze
voorbijkwamen, waar ik zat, zag Kluivert
me. Hij sprintte ogenblikkelijk op me af en
omhelsde me. En we hebben samen
gehuild.
AJAX MAGAZINE MEI 2000
Foto: Cor Mooy
Ik had met Patrick een heel goede band.
Hij kwam altijd een praatje maken,
interesseerde zich voor me. Net als
Pettersson, Litmanen, Johnny Hanssen en
Edwin van der Sar overigens. Maar die
vriendschap kreeg echt z'n bekroning toen
in het Ernst Happelstadion. Dat was echt
geweldig.
Na de wedstrijd moest ik direct weer
terug; ik kon dus niet het feest
meemaken in het spelershotel. Maar ik
had m'n feest al gehad. Dit was mooi
zo.'