'Van Gaal had er een beetje spijt vanr 23 jaar oud zijn, al bij vier profclubs hebben gezeten, maar in vier seizoenen amper voetballen. Dat overkwam Eli Louhenapessy sinds zijn eerste wedstrijd in Ajax 1 in november 1996. De eendagsvlieg had de pech in een zwalkend Ajax te debuteren, maar hij kon ook bij Udinese en De Graafschap weinig potten breken Alleen bij Genoa ging het goed - even. Eli Louhenapessy - opnieuw een 'kind' van het befaamde Balboa-pleintje in Amsterdam-West - groeide op met jongens als Tarik Oulida en Dries Boussatta. Als 9-jarige kwam hij via een instuif bij Ajax terecht. 'Op de beslissende training speelde ik niet best, maar ik mocht toch komen. Ik had in het begin geen idee wat de Ajax- opleiding inhield. Ze bleek in ieder geval bikkelhard te zijn, want veel spelers vielen gedurende de opleiding af. Ik was niet echt ambitieus. Als men me op school vroeg wat ik later wilde worden, had ik geen idee. Ik heb wel mijn mavo- en meao-diploma gehaald. Met moeite, want voetballen werd steeds belangrijker. Ik haalde de Nederlandse jeugdselecties van onder 14, 15, 16 jaar. Wooter, Musampa, Bruggink, Van der Doelen waren mijn teamgenoten. Jongens als Seedorf en Kluivert waren iets ouder dan ik. Toch deed ik als D-junior met ze mee in een toernooi van het C-team van Ajax, omdat ze mensen tekort kwamen. Ik speelde rechtsback en ben er niet meer uit geweest.' Louhenapessy kroop steeds dichter naar het eerste toe, zonder dat hij al veel hoop had op het eerste. 'Op trainingskamp trainden het tweede en het eerste wel samen en ik deed wel mee in oefenwedstrijdjes. Bij de verhuizing van de Meer naar de ArenA kreeg ik mijn eerste contractje. Ik speelde in het tweede; of ik vaak bij het eerste reserve gezeten heb, weet ik eigenlijk niet meer. Ik heb niet zo'n goed geheugen. Ik was wel nog steeds jeugdinternational en was me onderhand EENDAqSVEIESEN door AAarcelle van Hoof wel bewust geworden van het prof zijn. Het ging er soms hard aan toe tussen de jongens in de kleedkamer. Stille jongens, jongens van buiten Amsterdam, waren vaak het pispaaltje. De brutaalsten overwonnen.' Verrassende vervanger Zijn debuut in Ajax 1 kwam voor Louhenapessy onverwacht, al liep het vanaf het begin van het seizoen 1996-1997 niet bij Ajax. Er waren veel spelers geblesseerd; op 17 november voor de uitwedstrijd tegen NAC kon Van Gaal sowieso niet beschikken over de langdurig geblesseerden Hoekstra, Litmanen, Witschge, Blind en Bogarde. Verder waren Scholten en Musampa ook niet beschikbaar. Marcio Santos was wel fit, maar had Van Gaal tot nu toe in het centrum van de verdediging nog niet echt weten te bekoren: te traag en onvoldoende Nederlands sprekend. Van Gaal was van plan de Braziliaan tegen NAC uit het centrum weg te halen en als rechtsachter op te stellen. De trotse Santos, enige dagen daarvoor tegen Fortuna Sittard nog op de valreep een punt reddend voor Ajax, ervoer de plaatsverandering als een degradatie. Met als gevolg dat Santos helemaal niet in het veld verscheen: hij zat op de reservebank. Van Gaal kwam met een verrassende vervanger: Eli Louhenapessy. 'De zaterdag voor de wedstrijd vertelde Van Gaal me dat ik zou debuteren. Dat verraste me, want ik was in principe tweede-elftalspeler. Daarvoor had Arno Splinter al een paar keer in het eerste gespeeld, en die was nu geblesseerd. Zo kwam hij bij mij terecht. Ik vond het natuurlijk een eer; want daar doe je het natuurlijk allemaal voor. Maar ik had de pech dat het elftal al wekenlang niet draaide. Als je als 18-, 19-jarige in een goed spelend team wordt opgesteld, gaat het allemaal vanzelf. Nu kwakkelden de grote jongens ook met hun vorm en waren ze veel met zichzelf bezig. Dat is geen verwijt, maar een constatering. En die wedstrijd tegen NAC was gewoon bar en bar slecht. Frank de Boer zei na afloop dat het de slechtste wedstrijd van het seizoen AJAX MAGAZINE MEI 2 000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 196