Ruim dertig jaar geleden: ik moest
's zaterdags nog naar school, de
Kweekschool voor onderwijzers in Utrecht.
Bij de laatste bel wist ik niet hoe snel ik weg
moest komen en hoe snel ik moest rennen
om de trein van kwart over twaalf te halen.
Ik rende me een barstende koppijn. Maar
het moest. Want zo alleen kon ik nog mee
naar een uitwedstrijd van mijn dorpsclub,
FC Huizen. Het groen-geel lag toen net zo
sterk in de ziel verankerd als later het rood
wit. Voor een vrome jongen uit een streng
hervormd dorp was FC Huizen hetzelfde als
Ajax voor al die 'heidenen' voor wie de
zondag kerkelijk gezien geen speciale dag
was. FC Huizen was top. De top van het
zaterdagvoetbal. Zeker toen, onder leiding
van Pim van der Meent als coach. Vele
malen zaterdagkampioen en zelfs één maal
algeheel landskampioen der amateurs.
Voor geel en groen rende ik me een
koppijn, fietste ik me uit de naad van
station Hilversum naar het dorp. Eerst naar huis, waar m'n
moeder me wat boterhammen in handen duwde en vervolgens
direct door naar Cees Rebel.
Cees Rebel was de baas van het eerste tuiniersbedrijf dat er het
predikaat tuinarchitectuur aan toevoegde. Cees was niet zomaar
een tuinman, Cees was hovenier. En hij reed in een Opel Admiraal.
Een majestueuze auto en een unicum in ons dorp. Daar kropen we
met z'n vijven in. Nee: daarin zetelden we ons, we vestigden ons. Ik
als jong broekie bij vier volwassen mannen. Cees achter het fraai
belederde stuur en onder anderen een broer van een oom van me.
Er gold toen nog geen snelheidsbeperking en er was minder
verkeer, zeker op zaterdag. Met een vaart van honderdtachtig
kilometer per uur zoefden we over 's Heren wegen, leidde Cees ons
met vaste hand naar bijvoorbeeld Veenendaal (DOVO of GVW),
Wezep (WHC) of Rijnsburg (Rijnsburgse Boys). Onderweg werd
de wedstrijd voorbeschouwd. Ons elftal werd doorgelicht. Hoe zou
Jaap van Leeuwen, de stoere voorstopper, zich houden tegen de
snelle, wendbare spits? De verwachtingen omtrent linksbuiten
Henk van Metelen waren altijd hooggespannen. Hij had iets van
Piet Keizer: getruct, onverwachts in z'n
passeerbewegingen en een prachige vrije
trap. Rechtsbinnen Piet Baas was ook zo'n
gezegende voetballer, met een schitterende
traptechniek, slimme passjes en een neus
voor de goal. Hij was onze Van Hanegem.
Keeper Jan Westland - bijnaam Jan Kikker -
AAN Vt ZUi-WN
door Klaas Vos
Foto: Yvonne Witte
kende katachtige reflexen en fraaie zweefduiken. Hij was onze Jan
van Bever en.
De voortrazende Opel Admiraal was boordevol verlangen naar
voetbal als opwinding, schoonheid en troost. Huizen speelde toen
opwindend mooi voetbal. Ofschoon IJsselmeervogels qua
clubkleuren - ook rood-wit - er meer recht op had en ook een
geduchte concurrent was, werd Huizen toen het Ajax van het
zaterdagvoetbal genoemd.
En nu ben ik waar ik wezen moet: het aflopende seizoen was zo
hemeltergend, zo het Ajax van voetbal als opwinding, schoonheid
en troost onwaardig, dat ik slechts één verlangen kende: wie en wat
maakt hier een eind aan?!
En het verlangen naar een rennen tot koppijn toe, een fietsen of de
dood je op de hielen zit, omdat je niets wil missen van voetbal als
een cantate van Johann Sebastian Bach: adembenemend,
ontroerend, verterend en bijkans orgastisch.
Ik hoef niet meer te rennen. Een fiets is niet meer nodig. Op tijd
kom ik altijd. En ik bestuur zelf de auto, al is het geen Opel
Admiraal.
Maar die tot in de tenen voelbare
nervositeit, dat in alle vezels
doorgedrongen opwindende verlangen, ik
heb het zo gemist. Ik hunker er weer naar.
Onder Co Adriaanse gaat dat weer komen.
Denk ik. Hoop ik. Bid ik.
AJAX MAGAZINE MEI 2000