De wedstrijdvoorbereiding
bestond uit kaarten'
m.
Moet je als eendagsvlieg nou wel of niet trots zijn als de wedstrijd waarin je
debuteert uitdraait op een geweldige vernedering van je team? Zeg maar: de
grootste afgang in Ajax' rijke Europa-Cuphistorie? Twintig jaar na dato slaat bij de
Hilversummer René Kraay de balans door naar trots. Hij had toch maar het eerste
van Ajax gehaald. Maar de 4-0 nederlaag bij Omonia Nicosia leverde hem wél een
boete van 500 gulden op.
De datum van zijn enige wedstrijd in het
eerste van Ajax zal René Kraay niet snel
vergeten: 7 november 1979, de verjaardag
van zijn moeder. 'De wedstrijd was
natuurlijk onbelangrijk nadat we thuis al
met 10-0 hadden gewonnen. Het duel
werd dus niet op televisie uitgezonden.
LcSer op de avond hoorde mijn familie bij
Studio Sport wel de uitslag van de
wedstrijd. Met daaraan toegevoegd dat
debutant René Kraay een gele kaart had
gekregen. Het zal hierna vast een gezellig
verjaardagsfeest geworden zijn...'
Maar eigenlijk zat en zit Kraay niet zo met
deze desastreuze uitslag in de tweede ronde
EENPAÖSVUESEN
door Marcelle van Hoof
van het Europa-Cup-1-toernooi. Hij
speelde niet eens zo slecht. Bovendien: er
waren andere dingen bij Ajax waaraan hij
zich veel meer ergerde. Het aankoopbeleid
bijvoorbeeld en de gevolgen daarvan voor
de jeugdspelers. 'Ik heb enkele jaren in de
jeugd van Ajax gespeeld. We wonnen
vrijwel alles, tot aan toernooien in het
René Kraay met zijn
zus na het behalen van
het kampioenschap
met He A1
INE APRIL 2000
buitenland toe. Ik dacht echt dat een groot
gedeelte van ons elftal zou doorstromen
naar het eerste. Maar dat gebeurt nooit, het
zijn er altijd maar twee of drie. Toch
hadden wij echt geweldige spelers. Maar
wat deed Ajax? Dat kocht Keje Molenaar,
alsof er geen betere of in ieder geval
gelijkwaardige speler in de jeugd rondliep.
Of men haalde Henning Jensen van Real
Madrid, die toen geloof ik al 34 was. Ik
begreep daar niets van. Waarom gaf Ajax
zijn eigen jeugd niet meer kansen?'
Wie wel vertrouwen in René Kraay had,
was Leo Beenhakker. 'Ik leerde hem
kennen toen hij jeugdtrainer werd bij Ajax.
Met Ton Blanker en Johnny Holshuijsen
behoorde ik tot de spelers waarvan men
grote verwachtingen had. Ik was na één
jaar al aanvoerder geworden.
Oorspronkelijk was ik rechtsback, maar bij
Ajax heb ik ook laatste man gespeeld. Een
technisch wonder was ik niet, maar ik kon
heel aardig voetballen. Velen voorspelden
me een mooie carrière als prof. Ik wilde er
ook echt voor gaan, maar mijn mentaliteit
paste niet altijd bij Ajax. Ik was te kritisch.
Zo kon ik er maar niet achter komen wie
het technisch beleid bepaalde bij Ajax. Het
leek er niet op dat de trainer dat was, want
Beenhakker had wel alle vertrouwen in de
jeugdspelers. Toch werden er steeds meer
spelers gekocht. Zat voorzitter Harmsen
daarachter? Beenhakker kon in ieder geval
niet goed met hem opschieten. Het
aankoopbeleid bij Ajax sloeg nergens op.'