Wim ten Oort
Wt
levensgevaarlijk. Hij glimlachte als hij het
veld opkwam, glimlachte als hij zijn
mannetje opzocht en glimlachte als hij het
veld af moest. Dat gebeurde elke maand
wel eens. Dan verdween hij met opgeheven
hoofd de kleedkamer in, alsof hij er trots
op was. En wij vonden het ook best stoer
eigenlijk.'
Richard hield een moment stil. Waarom
vertelde hij dit?
'Op een dag had hij de spits van de
tegenstander met een kopstoot gevloerd en
het hele elftal van de tegenpartij achter zich
aan gekregen. We moesten met z'n allen in
de kleedkamer schuilen tot de politie
kwam. Het gekke is dat we op de fiets terug
naar onze eigen club heel trots waren op
wat er gebeurd was, terwijl het natuurlijk
niets is om trots op te zijn.'
'Werden jullie dat jaar soms kampioen?'
vroeg Roest onverwacht.
'Hoe weet jij dat?' antwoordde Richard
verbaasd
'Met elf types zoals jij kom je er niet.'
Richard zweeg. Boenders kwam de
studiezaal binnen. Ze reageerden niet.
'Hoi.'
Stilte.
'Sorry.'
'Zeg Koning, hoorde jij iets?'
'Ik? Nee, hoezo?'
Boenders liep richting Richard.
'Ik zei toch sorry. Wat had ik dan moeten
doen? Mezelf aangeven?'
Stilte.
'Dat deed jij toch ook niet? Toen jij in de
broodkast zat hoopte je toch ook dat De
Wolf je niet zou vinden?'
Richard zei niets. Roest zweeg.
'En Roest, jij wilde ons toch niet verlinken.
Dat is bij mij gelukt, en daar ben ik je
onwijs dankbaar voor, maar waarom ben je
dan nu zo boos?'
Roest stond op, Boenders deinsde achteruit.
'Hoor eens, verrader. Ik ben boos omdat
we gepakt zijn, ik ben boos omdat ik hier
twee weken met hem hier opgesloten zit,
en ik ben boos op jou omdat jij hier niet
hoeft te zitten en nu als een wijsneus ook
nog eens komt uitleggen waarom dat niet
zo erg is, en als je nu niet gauw
opsodemietert sla ik je op je bek.'
Gerard maakte zich uit de voeten. Bij de
deur bleef hij staan en keek Richard
hulpvragend a;n. Richard aarzelde.
'Maar eh, Wilfried...'
'En als een van jullie twee mij ooit nog een
keer zo noemt stamp ik jullie allebei in
elkaar!'
Schouderophalend ging Richard weer
zitten, hij had toch niet geweten wat te
zeggen. Boenders stond besluiteloos met de
klink in zijn hand. Roest liep terug naar
zijn plek.
'En nu opgedonderd!'
Gerard sloot zachtjes de deur van de
studiezaal achter zich. Richard pakte zijn
scheikundeboek en sloeg het open bij
hoofdstuk 5, 'Zuren en Basen'.
'Die Boenders is ook al geen Ronnie, net
als ik. En wat maakt het ook uit. Kampioen
worden we hier toch niet meer.'
Stilstaan bij een eeuw Ajax
Als kleine jongen ging Wim ten Oort (78) al naar Ajax. Niet met bus of fiets,
maar lopend, vanuit stadsdeel de Pijp, want zo was dat in die tijd. Voor een
dubbeltje kocht hij een staanplaats en op die manier was het Ajax-gevoel snel
geboren. Ook nu heeft hij samen met zijn vrouw nog een vaste plaats in de
ArenA.
'De eerste keer dat ik Ajax zag spelen, was op 15 september 1929. Tegen DFC
speelden ze met 1-1 gelijk. Ik was toen acht jaar en ging samen met een vriendje
naar het stadion. De ene week gingen we naar Ajax en de andere week naar
Blauw Wit, zijn favoriete club. Toen ik later zelf voetbalde, bleef Ajax het
belangrijkste. Als ons eerste elftal speelde, ging ik toch naar het stadion.
In de loop de jaren heb ik enorm veel met Ajax meegemaakt. Eerst alleen en later
met mijn vrouw Sjaan. De beslissingswedstrijd tegen Benfica in Parijs, de
Europa-Cup-1-finale op Wembley, we zijn overal bij geweest. Bovendien waren
we van 1959 tot 1980 donateur. Hoewel ik heel veel mooie herinneringen aan de
club bewaar, staat juist een wedstrijd uit mijn jongensjaren me nog goed bij. Op
11 januari 1930 won Ajax met 17-0 van VUC; de grootste
competitieoverwinning. Deze wedstrijd heeft veel indruk op mij gemaakt.
Van het eeuwfeest hoop ik dat het een grootse gebeurtenis wordt. Vooral de
revue is iets waar ik erg naar uitkijk. Thuis heb ik nog het programmaboekje van
de revue van 1950 liggen.'
ïsVjff
'De eerste fcfeer dat rfcf Ajak zag
Talsci- llnna C^orl&mznc frtin- I niiic i/an W/a \/iiitrc+
188
AJAX MAGAZINE APRIL 2000