'Het wordt van kwaad tot erger met die
jongen.'
'Vroeger was er tenminste nog respect voor
andermans spullen, weet je nog?'
'Zoiets hoefde je in onze tijd niet te
proberen.'
'Dat haalden wij toch zeker niet eens in ons
hoofd!'
En meer van dat gekakel. Die mensen
waren bejaard geboren als je ze moest
geloven. Wat kon hij doen. Hij
onderdrukte de opkomende neiging nu te
gaan schreeuwen. Wat moest hij doen? De
broodkast uitkomen en zichzelf aangeven
bij De Wolf? Zou dat schelen in de straf?
'En wie is hier nog meer?' vroeg De Wolf
aan Roest. 'Je durft dit toch zeker niet
alleen?'
'Er is verder niemand, meneer.'
'Ketelaar, durf ik te wedden.'
'Nee, meneer, niet Ketelaar.'
'Dan gaan we samen even op zoek naar die
andere niemand van jou.'
De zaklantaarn van De Wolf zocht tergend
langzaam de wanden van de keuken af. Hij
had er plezier in, dat kon je zien aan de
lichtbundel. Macht. De Wolf en Roest
kwamen dichterbij. Onafwendbaar.
'Stap, stap, stap, stap.'
Voor de broodkast hielden ze stil. Gesnapt.
Richard verborg zijn ogen achter zijn
handen tegen de felle zaklantaarn.
'Zo Richard Koning, wat doen wij zo laat
nog in deze kast?'
Hij kwam moeizaam overeind. Het brood
dat hij al die tijd in zijn handen had legde
hij netjes terug, in stilte pleitend voor goed
gedrag.
'Jullie begrijpen geloof ik het verschil
tussen mijn en dijn niet helemaal. Dat zal
ik jullie de komende dagen eens haarfijn
uitleggen!'
De Wolf praatte kalm terwijl hij ze voor
zich uit de keuken uit leidde. Vanuit zijn
ooghoek zag Richard achter de glimmende
ketel Boenders zitten. Hij bleef daar
verdomme gewoon zitten, de smiecht!
Richard keek naar Roest. Roest keek strak
voor zich uit. Als aanvoerder, na een grote
nederlaag. Zonder omkijken liepen ze de
keuken uit.
Roest en Richard zaten in de studiezaal. De
straf viel mee, twee weken studie. Niet naar
buiten, maar studie, niet voetballen, maar
studie, niet naar de fietsenstalling, niets.
Alleen maar studie.
'Ben jij weieens het veld uitgestuurd?'
begon Richard.
'Hoezo?' reageerde Roest korzelig.
'Gewoon, ben je wel eens het veld
uitgestuurd tijdens een wedstrijd?'
'Hmmm.'
'Ik nog nooit. Wel eens een waarschuwing
gekregen, omdat ik te veel praatte ofzo,
maar nog nooit rood gekregen.'
'O.'
'We hadden vroeger een aanvoerder die
regelmatig het eind van de wedstrijd niet
haalde. Ter Velde, heette hij. Ronnie ter
Velde. Een grote gozer, vrolijke kop. Maar
AJAX MAGAZINE APRIL 2000
187