ft M 3 D
Stap, stap, stap.'
Ingespannen luisterde Richard naar de
langzaam wegstervende voetstappen van
De Wolf. Dit was de derde ronde van De
Wolf, dus moest het nq ongeveer kwart
over tien zijn. Om half tien ging het licht
uit en begon het lange in slaap vallen. Tot
elf uur minstens, soms langer, hield De
Wolf toezicht, waarna hij verdween in het
slaapkamertje achterin. Het kamertje waar
de surveillant van dienst de nacht
doorbracht, om vandaaruit nog af en toe
de slaapzaal te controleren.
'Stap, stap, stap.'
De Wolf kwam naderbij. De sterk riekende
wolk aftershave waarin hij zich hulde voor
zich uit duwend. Zelfs de boterhammen
die De Wolf in de kleine pauze verdeelde
smaakten ernaar. Richard zag de
worstenvingers van De Wolf door de grijze
plastic bak met voorgesmeerde
boterhammen gaan.
'En voor Richard eentje met sproetenkaas?'
'Stap, stap.'
De Wolf hield stil vlak voor zijn gordijntje.
Richard hield zijn adem in en veinsde een
diepe slaap. De Wolf kon toch niet weten
wat ze vanavond van plan waren?
Verklikkers waren hier overal, maar dit
kon niemand weten behalve Gerard, Roest
en hij. Of zou Gerard...? Nee, onmogelijk.
Richard keek met één oog over zijn deken.
Zag hij in het duister het silhouet van De
Wolf? Richard draaide zich met wat
slaapgeluiden om om een beter uizicht op
de gang te verkrijgen. De verhalen die over
De Wolf de ronde deden waren
spectaculair. Richard lag doodstil in zijn
bed, als een konijn in de koplampen.
'Stap, stap, stap.'
Hij haalde opgelucht adem, het gevaar was
voorlopig geweken. Vanavond zouden
Boenders, Roest en hij voor het eerst op
roofjacht gaan. De ouderejaars, zoals
Reiziger en Breed, praatten er vaak over.
Over de koelkast van de herenrefter in de
kleine keuken. Daar lag allerlei heerlijks,
zalm, beenham, salades, wijn, alles!
'En er ligt zoveel, ze missen heus niets als je
VOEE&ALVEWIAAL
door Rick de Leeuw
foto Louis van de Vuurst
daar wat van wegneemt. Wij doen het zo
vaak, nog nooit last mee gehad!'
Roest was degene die onmiddellijk vond
dat zij het ook eens moesten proberen.
'Wat zij kunnen, kunnen wij toch zeker
ook wel. Of zijn we soms mietjes?'
Vanavond om half een zouden we gaan.
'Stap, stap, stap.'
'Hé joh, De Kort, stoppen nou!'
Richard herkende in de kinderachtig
vervormde kreet de stem van Zwaag.
'Sssst,' siste de stem van De Wolf.
'Stil nou!' probeerde ook Richard de
onrust te bezweren. Een keetavond was wel
het laatste wat ze nu konden gebruiken.
Zijn gordijntje zwaaide open.
'Jouw hulp heb ik hier niet bij nodig,
meneer Koning,' beet De Wolf hem op
fluistertoon toe. Waar kwam die man nu
toch opeens vandaan?
Richard draaide zich om en trok de deken
over zijn hoofd. Gelukkig keerde de rust al
snel weer. Het vertrouwde gepiep, gehoest
en gesnurk nam bezit van de slaapzaal.
'Stap, stap, stap.'
Dit moest zo ongeveer zijn laatste ronde
zijn, Richard kwam voorzichtig overeind
en trok alvast zijn sokken aan. Nog tien
minuten.
Roest en Boenders stonden al bij de
washokken toen hij kwam aangeslopen.
'Je bent laat-,' fluisterde Boenders.
Richard haalde z'n schouders op; zij waren
te vroeg.
'Kom mee.'
Met Roest voorop verlieten ze de slaapzaal
en voorzichtig gleden hun schaduwen
langs de muren. Het hart bonkte in zijn
keel. Nee, een held was hij bepaald niet. Hij
had eens ergens gelezen dat moed een
gebrek aan voorstellingsvermogen was. Dat
kon hij zich nu opeens levendig
voorstellen. Roest echter ging recht op zijn
doel af. Bij de keukendeur hield hij stil.
'Weten jullie de afspraken nog?'
Boenders knikte, Richard ook. Het was
simpel. Roest wist waar de sleutels lagen,
dat had Breed hem verteld. Boenders en
Richard hoefden weinig meer te doen dan
op de uitkijk te staan. Boenders bewaakte
de gangkant, Richard de deur van de refter.
Als Roest beet had volgden zij.
'Alles rustig hier,' fluisterde Richard over
zijn schouder het donker van de keuken in.
Zijn ogen wenden langzaam aan de
duisternis. Hij zag de roestvrijstalen ketels
waarin de kok overdag de andijvie en de
aardappelen strafte. De weeïge geur van
klamme theedoeken kwam hem tegemoet.
'Alles rustig aan deze kant,' hoorde hij
Boenders fluisteren vanaf de andere kant.
Roest was vanaf deze plek onzichtbaar. Hij
was een zijkeuken ingegaan waar Richard
nog nooit geweest was.
'Bingo! Kom maar, jongens.'
Er klonk triomf in Roests stem.
'Hallo!' siste Boenders. In de manshoge
koeling lag een overdaad aan
heerlijkheden. Van sommige dingen
hadden ze zelfs geen idee wat het was.
'Gaan jullie op zoek naar brood, en wat te
drinken, dan laad ik mijn zakken vol met
dit hier. We eten het in de studiezaal op,
hier is het veel te link!'
Boenders en Richard liepen zelfverzekerd
terug de keuken in, brood wisten ze wel te
vinden. Net toen ze de broodkast openden
en Richard een tijgerwit pakte, ging het
licht aan.
'Laat dat licht uit!' beet Roest ze toe.
Richard dook de kast in, Boenders
verdween razendsnel achter een van de
ketels.
'En waarom moet dat licht uitblijven, mijn
beste Wilfried?' vroeg De Wolf poeslief.
O shit! Richards hart bonkte in zijn keel.
Was hij maar nooit met ze meegegaan.
Zijn idee was dit niet geweest. Hij had niet
eens honger. Zou je zien dat hij geschorst
werd. Hij wist nu al hoe zijn oom en tante
thuis zouden reageren.
186
AJAX MAGAZINE APRIL 2000