"EkmitfKfcKW IKNM NIET MEER
PAE IK HET AL PIE T1JP EYE&
VOLHOUDEN ALS TWEEPE KEEPER'
Beeldbewerking: Niels van Iperen
Hoe doe je dat?
Fred Grim: 'Ik ben opgehouden zelf mee te
werken aan die vergelijking. Ik had in die
tijd heel veel interviews. Daarin werd het
iedere keer bevestigd. Soms op een
positieve manier, maar vaak negatief. Geen
interviews dus meer. Ik zei tegen mezelf: je
hebt altijd keihard gewerkt, je hebt altijd je
best gedaan, op dit moment doe je je best,
je traint hard, het gaat goed op de training,
geweldig zelfs, maar nu wordt het tijd om
het in de wedstrijden te laten zien. En
vanaf dat moment ging het beter.'
Draaipunt
In de ArenA was in het begin duidelijk te
zien dat Grim in eerste instantie zijn eigen
verwachtingen niet kon waarmaken.
Sommigen twijfelden aan de juistheid van
de nieuwe status van 'de man achter Van
der Sar'. Kon hij het wel aan? Grim bleef
overtuigd van zijn eigen kwaliteiten, maar
verbaasde zich wel over het plotselinge
onvermogen. Ook hem ontging het niet
dat hij zichzelf niet was.
Fred Grim: 'Dat heeft in eerste instantie
met je gevoel te maken. Ik voelde me niet
helemaal thuis, hoe gek dat ook mag
klinken. En dat kon ik net zo goed
terugzien in mijn acties als het publiek. Ik
kreeg heel vaak te horen: zo kennen we je
niet, zo ben je niet. Wat men bedoelde was
dat ze persoonlijkheid misten in het veld,
en zelfvertrouwen. In mijn normale doen
breng ik dat juist wel. En men had gelijk. Ik
herkende mezelf ook nauwelijks. En toch
ben ik nooit gaan twijfelen aan wat ik kan.
Ik moest gewoon ophouden met zeuren en
nadenken, en gewoon mijn wedstrijden
gaan spelen. En dat lukte. Het draaipunt
was de wedstrijd tegen Vitesse. Daar begon
ik met een goed gevoel aan, maar toen een
actie echt falikant mislukte, wist ik dat het
zo niet verder kon. Vanaf dat moment
groeide ik naar mijn eigen niveau. Nu voeg
ik iets toe. Toen ik me eenmaal weer beter
voelde, ging ik vanzelf meer sturen. Die
neiging heb ik van nature, alleen kwam het
er in het begin niet van omdat ik te veel
met mezelf bezig was.
Eigenlijk heeft die matige periode niet eens
zo lang geduurd. Het vreemde was dat het
begon met het Amsterdam-toernooi.
Daarvoor had ik nergens last van. Ik
genoot van mijn rol als eerste keeper. Maar
op dat toernooi werd ik opeens door de
druk bevangen. Wouters heeft gezegd dat
het vanzelf weer goed zou komen.
Gelukkig had hij gelijk. Een onderdeel van
het probleem was dat het hele team niet
draaide. We speelden noodgedwongen met
verdedigers die geen verdedigers waren. En
als het dan niet loopt, kom je er zelf ook
minder gemakkelijk in. Het is
gemakkelijker als het team er staat en dat je
er dan inkomt. Nu was iedereen iedereen
nog aan het zoeken. Er waren er meer die
daardoor uit hun doen waren. Het
zelfvertrouwen was ver weg. Bij sommige
spelers is dat zelfvertrouwen nog steeds
niet helemaal terug. En dat zie je vrij
gemakkelijk terug op het veld. De trainers
zijn daar de hele tijd mee bezig. Dat
zelfvertrouwen moet terug. Alleen dan kan
Ajax functioneren. Dat betekende in de
AJAX MAGAZINE APRIL 2000 13