mij ka^t SjUck^ nmt fa&tddn. ZOfitnMHiAt fitUk kaA 41tljA U Phdkcn met an vtrsckU in ktyülïtiït in mit an at^ikal ovirufickt Of) Ai Uffin&UnAcr' machteloos achterlaten van drie punten. De indruk dat hij als trainer beter tegen zijn verlies kan dan als speler is echter onjuist. Wouters: 'Nee, het is veel moeilijker. Als speler verloor je, maar dan kon je toch nog met een goed gevoel het veld afgaan als je zelf goed gespeeld had. Als trainer spookt het veel langer door je hoofd als je verloren hebt. Dat duurt dagen. Een speler fixeert zich toch meer op zijn eigen prestatie. Als trainer kijk je naar dat gat van drie punten dat is ontstaan. Dat gevoel knaagt, en dat raak je niet kwijt door een keer lekker te trainen, zoals een speler dat nog wel kan. Als speler probeer je dan gewoon het partijtje op de training te winnen en dan is het over. Bij een trainer suddert het de hele week door, eigenlijk tot aan de volgende wedstrijd. En je probeert maar de hele tijd de oorzaken van het verlies weg te werken. Trainen op wat er niet goed ging.' Merken ze het thuis dat het op het werk niet allemaal naar wens verloopt? Wouters: 'Toen ik speelde vond ik dat niemand hoefde te lijden onder mijn verlies. Niet mijn vrouw, niet mijn dochter, niet mijn hond. Ik merk dat ik als trainer nog weieens afwezig kan zijn, als je verloren hebt. Dan ben je er niet helemaal met je gedachten bij.' Maar de hond verdwijnt niet met zijn staart tussen (ie poten z'n mand in als Ajax verloren heeft en de trainer komt thuis? Wouters: 'Nee, hij vindt het altijd leuk als ik thuis kom, geloof ik. Over het algemeen kwispelt mijn hond. En mijn dochter heeft ook niets te vrezen. Maar, ik neem het wel meer mee naar huis, denk ik. Meer dan als speler. En thuis hebben ze ook nog weieens last van de die vervelende dingen die er vanaf de tribune in mijn richting worden geroepen. Zij hebben er meer last van dan ik. Ze hebben het er niet vaak over, maar toch merk ik het af en toe. Dan wensen ze je sterkte. En dan denk je: dat heb ik helemaal niet nodig, hoe komen ze erbij?' Foto: Yvonne Witte Heb je momenten van wanhoop gehad? Wouters: 'Nee, wel van machteloosheid. Als er weer een van het veld af gaat. Dat je dan denkt: daar gaat er weer een. Dat je meteen bezig bent met de vraag hoe je dat nou weer kunt opvangen.' Lucky Ajax is verleden tijd? Wouters: 'Volgens mij heeft dat nooit bestaan. Dat zogenaamde geluk had altijd te maken met een verschil in kwaliteit en met een algeheel overwicht op de tegenstander. Toen ik tegen Ajax speelde had ik ook weieens het idee dat ze altijd geluk hadden. Maar ik denk toch dat het niet helemaal klopt. Hoe dan ook, nu zijn we het niet.' Dwing je ongeluk ook af? Wouters: 'Misschien wel. Het lijkt zo te horen. De wet van Murphy. Zo'n bal van Brian tegen Real Mallorca. Binnenkant paal, binnenkant paal, eruit. Anders had je 1-0 voorgestaan. Dan heb je de neiging om je nagels op te vreten.' En, is dat ook gebeurd? Wouters: 'Ja, ik heb weinig nagels meer over. Niet omdat het zo tegenzit, maar omdat ik nu eenmaal altijd nagels heb gebeten. Van alles heb ik geprobeerd om er vanaf te komen. Van dat vieze spul is erop gesmeerd, maar het kon me er toch niet van weerhouden. Maar maak er nu niet van dat ik uit pure frustratie op ijn vingers zit te kluiven, want zo is het niet. Het zal er wel mee te maken hebben dat ik een binnenvetter ben, meer zou ik er niet over kunnen zeggen. De een frunnikt aan zijn oor, de ander bijt nagels.' Heb je ooit een periode gehad datje geen nagels beet? Wouters: '...Ja.' Wanneer? Wouters: 'Volgens mij toen ik bij Bayern speelde. Vraag me niet waarom.' 38 AJAX MAGAZINE MAART 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 38