I Is Ids fyicrihrA ronA *YlIhs en pulj/ Uvftt er AetmMt nlet Is' i|U*B f> Foto's: Louis van de Vuurst terwijl het vaak te lang duurt. Of een opening naar de zijkant op maat. Dat is zo heerlijk.' Ooit last van zelfmedelijden? Wouters: 'Nee, zo zit ik niet in elkaar. Het lijkt me ook niet gepast om medelijden met mezelf te hebben, als trainer van Ajax. Alleen is het soms jammer dat je toch wordt beoordeeld op de resultaten. Niet als dat gedaan wordt door mensen van buitenaf. Die zien Ajax moeizaam spelen en kijken als eerste naar mij. Dat begrijp ik nog wel. Mensen die hier op de tribune zitten, hebben nu eenmaal geen boodschap aan het aantal blessures. Zij betalen hun geld en willen Ajax zien winnen. Op een leuke manier, ook nog. Daar heb ik begrip voor. Ik loop lang genoeg mee om te weten dat een trainer altijd de gebeten hond is. Als ze roepen "Wouters rot op!" dan heb ik daar geen problemen mee. Nee, raakt datje niet? Wouters: 'Dat is wat anders. Je hoort het. Maar het gaat mijn ene oor in en mijn andere weer uit. Ik zit terug in de auto niet te denken van oh, ze riepen dit of dat. Maar het is leuker als je wordt toegejuicht, dat lijkt me duidelijk. Ik heb liever dat ze mijn naam scanderen. Dat is er nog weinig van gekomen, helaas. Ik vind het vervelend worden als mensen binnen de club, die beter kunnen en moeten weten, zich als supporter gaan gedragen. Die gaan dan kreten overnemen. Je kunt dat zelf niet beïnvloeden. Het enige is dat je uitlegt hoe het zit. Meer kan je niet doen. Je zou dan verwachten dat zeker zij het kunnen begrijpen. Bij sommigen valt dat begrip tegen. Maar dat zijn toch altijd mensen die er wat verder vanaf zitten.' Men vindt wat men zoekt Na de oefenwedstrijd tegen Anderlecht stond in bijna iedere krant en in elk blad de uitspraak van algemeen directeur Frank Kalis geciteerd dat het er nu maar eens op het veld moest uitkomen. Vier, vijf AJAX MAGAZINE MAART 2000 wedstrijden zouden bepalend zijn voor de toekomst van Jan Wouters als trainer van Ajax. Wouters: 'Het komt wel vreemd over dat zo'n uitspraak wordt geciteerd van iemand die A niet bij die wedstrijd aanwezig is geweest, en B dat niet gezegd heeft. Frank heeft mij gebeld om te zeggen dat er niets van klopte. Daarmee was voor mij de kous af. Maar dat betekent niet dat je het nooit meer ergens terugleest. Gelukkig hoef ik me daar verder niet mee bezig te houden. Ik vind dat ook niet zo interessant. Het ging hier om een oefenwedstrijd. Ik had er met de training helemaal geen rekening mee gehouden, niet op een manier naartoe gewerkt zoals naar een normale wedstrijd. Bovendien heb ik in de tweede helft nog iets uitgeprobeerd. Kijk, ik vind het natuurlijk ook niet leuk dat we met 3-0 verliezen. Maar als men dan schrijft dat het net zo goed 5 of 6-0 had kunnen zijn, vergeet men voor het gemak vijf of zes kansen voor ons. Er wordt dan iets gezocht dat men altijd kan vinden. Ik kan daar niets mee.' Voelde je je gedwongen om het streven op te geven om des Ajaxte spelen? Wouters: 'Hoe is dat?' Aanvallend, creatief voetbal, met pressie op de helft van de tegenstander, dacht ik. Wouters: 'Dat klopt niet. Ook in '95 heeft Ajax niet altijd zo gespeeld. Ik heb zelf tegen Ajax gespeeld in die periode. Ze zetten druk op een klein stukje van het veld, maar niet perse op de helft van de tegenstander. Het gaat erom wat je doet in balbezit. Je kunt wel op de helft van de tegenstander willen spelen, maar daar moet je dan wel de verdedigers voor hebben. Ik wil de spelers helemaal niet rustiger of verdedigender laten spelen. Ik wil dat ze zo snel mogelijk diepte zoeken. Maar het is de vraag of ze dat waar kunnen maken. Als ze die diepte niet zien of niet kunnen vinden, dan gaat de bal terug. Dat blijft het streven. En daar train ik ook op.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 35