'T/fimsen Au (Cur op At trifrmi Zittin, kMin m unvnaal ffun faoA&ckap aan kit aantal Uissnris. 2'/ gitalin km fitl A in wUlin ja& Zun uiinninQp tin linki vnariur, ook no ff. y^aar kib Ik faffrip voor' MH Cristian Chivu, een jongen van negentien die komt, is een geweldig talent. Maar nog niet voor 34 wedstrijden. Je zou hem langzaam willen brengen en hem erop voorbereiden wat de bedoeling is. Maar daarvoor krijg je de kans niet. Hij moest er meteen staan. Ja, en dan krijgt hij twee keer achter elkaar rood. Alleen vanwege de onervarenheid. Het zijn dingen die je niet van tevoren kunt incalculeren. En zo kom je van het een in het ander. Laudrup, Winter, Witschge, de dragende spelers, werden overbelast. Zo, dat ze ook niet konden brengen wat ze moeten brengen.' Wamberto in de spits, Nieuwenburg rechtsback. Dat zijn geen keuzes die je vanuit de luxe maakt. Het is niet het experiment dat tot stand komt na een zorgvuldige analyse van de specifieke kwaliteiten van een speler. Het is niet het probeersel dat wonderwel kan uitpakken. Het is de uiterste nood; het vullen van het ene gat met het andere; nooit de goede hoop op een openbaring. Zoveel tegenslag, dat moet louterend werken op het vakmanschap van een jonge veelbelovende trainer. Wouters: 'Je kunt zien hoe je je in dit soort situaties houdt als beginnend trainer. In die zin is het leerzaam. Je wordt gedwongen te improviseren. Maar buiten dat kost het me toch wel moeite om dit als een verrijking van mijn trainersloopbaan te zien. Je merkt in wedstrijden dat het moeizaam gaat. Dat zie je in de groep. Men zucht als het weer eens mislukt. En dan lijkt het net of er niet gewerkt wordt. Maar zo is het niet. Iedereen doet zijn best. Alleen, als het niet loopt, kom je vaak overal net een stap te laat. En dan lijkt het net of ze er met de pet naar gooien. Het is voor de spelers ook moeilijk omdat ze weten dat het zoveel beter kan, als iedereen eens echt fit zou zijn. Maar verder is de sfeer nog altijd prima in de groep.' Is dat niet raar? Wouters: 'Nee. Kijk, als de groep zou voelen dat er gewoon niet meer inzit, dan Heb je je moeten intomen in watje van de groep kon eisen? Wouters: 'Ja, je zit soms wel met een bepaalde frustratie in je lijf. Maar dan weet je dat het er - nog - niet inzit en dan moet je je inhouden. Je moet geen dingen vragen die je niet kunt vragen.' Maar daarvoor ben je geen trainer van Ajax geworden. Hoe leuk is het dan nog om naar je werk te gaan? Wouters: 'Toevallig reed ik laatst richting de ArenA. Ik kom dan van de A9 en stond voor de stoplichten. Ik zat niet in de leukste periode, maar toen ik tussen die flats door het stadion zag liggen, vond ik het nog altijd geweldig om trainer te zijn van Ajax. En het geluk heb je dan ook soms op het trainingsveld. Als je ziet dat een speler die lang weggevallen is, weer fit raakt. En dat hij precies dat laat zien op de training, wat je zo graag wilt zien, maar wat anderen niet altijd kunnen brengen. Dan geniet je. Dan denk je: ja, dat is het. Een bal die direct diep op een spits wordt gespeeld, AJAX MAGAZINE MAART 2000 zou er moedeloosheid insluipen, of berusting. En dan is de lol er echt wel af. Maar zo is het niet. We weten dat we heel veel beter kunnen. Daaraan wordt iedere training en iedere wedstrijd keihard gewerkt. Beleving heet dat dan. Nou, daaraan ontbreekt het niet. En vergeet niet dat we in het begin ondanks het stroeve spel toch gewoon de punten pakten. De eerste tien wedstrijden hebben we niet verloren. Alleen, uiteindelijk gaat het zich wreken dat we nooit compleet waren. Wat resultaten betreft hebben we het vol kunnen houden tot drie wedstrijden voor de winterstop. Roda was een tegenvaller. RKC, dat was een klap. En dan is de rek er uit. Uiteindelijk is het een kansloos gevecht. Je wacht steeds maar tot die terug komt, of die. En dan komen ze terug en dan vallen de volgenden weer weg. Vroeg of laat kost dat punten. Ik vond het een prestatie dat we ondanks de tegenslag zo hoog stonden.' Foto's: Louis van de Vuurst

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 33