i tifcp
Game Boy
van de
eeuw?
Nog even en het is 18 maart. Waarlijk een datum om naar uit te
kijken en tegelijkertijd ook een mijlpaal die uitnodigt om vooruit
te blikken. Nog eens honderd jaar Ajax? Onze kameraden die aan
het eind van de negentiende eeuw zich waagden aan vergelijkbare
bespiegelingen zouden waarschijnlijk hun schouders hebben
opgehaald. Wie kon er in pakweg 1898 bevroeden welke vlucht de
club Ajax honderd jaar later zou hebben genomen? Er was nog niet
eens sprake van een officieel bij de Nederlandse Voetbalbond
aangesloten Ajax. Er werd gevoetbald onder die naam maar nog
niet in officieel competitieverband. Dat was voor lafer. Niet zo heel
veel later, maar toch ver weg genoeg om je niet te laten verleiden
tot luchtfietserij die je meteen een eeuw verder bracht. Wie weet
zou het nooit tot een echt Ajax komen. Wie weet zou van de mooie
plannen die Han Dade en Floris Stempel en Carel Reeser in hun
hoofd hadden helemaal niets terechtkomen. En misschien ook wel.
Maar over honderd jaar. De schouders gaan omhoog.
We weten wat er is gebeurd. Ajax leeft honderd jaar later nog. En
hoe. In de vaart der tijden is de club meegezogen. Er zijn
weerstanden overwonnen, er zijn overwinningen behaald.
Zichtbaar voor alleen zij die het willen zien zweeft er een gouden
kroontje boven het clublogo. Ajax is een wereldbekende naam. En
niet omdat men overal op deze* globe een diep mythologische
kennis heeft en Ajax van Telamon goed kent van de Slag bij Troje.
Nee, de miljoenen en miljoenen mensen kennen Ajax als
voetbalfenomeen. Een club die in meer dan één opzicht liefhebbers
van de sport gelukkig maakte. Ajax, een symbool van een door
allure, klasse en schoonheid gedragen voetbalschool. Een mooie
club, zeggen ze in Italië, in Brazilië, in Frankrijk, in Zimbabwe, in
Australië, in Hong Kong, in Oezbekistan en in Namibië. Ze
kennen de namen en ze weten wat voor type voetbal er bij Ajax
hoort.
Tja, hoe zal het over nog eens honderd jaar zijn?
Die mijmering trekt niet alleen door ons hoofd. Er zijn meerdere
clubs die dit jaar hun eeuwfeest vieren. En daarbij zijn clubs van
internationaal aanzien.
Bayern München is er een van. In Nederland misschien niet heel
geliefd maar onbetwist een club met een cultuur en met
uitstraling. Borussia Mönchengladbach, West Ham United, de
Uruguayaanse voetbalbond. En Lazio Roma, een club die pas in
het laatste decennium zich heeft opgewerkt tot een grootmacht,
vierde aan het begin van dit jaar haar eeuwfeest. Lazio maakt een
tijd door die vergelijkbaar is met de vlucht die Ajax in het midden
van de jaren zestig inzette en die leidde tot mondiale glorie.
Vergelijkbaar? Ja... en toch niet. In zijn 'nieuwjaarsboodschap'
bereidde de presidente van Lazio, Signore Cragnotti, zijn
volgelingen op een nieuwe wereld voor. Een wereld waar geen
plaats meer zou zijn voor sentimenten en affectie die met de club
als club, als symbool, te maken zouden hebben. Geen sentimenten,
alleen vermaak. En dat vermaak wordt bereikt met geld. Spelers die
het vlaggenschip van de club zijn? Ondenkbaar volgens meneer
Cragnotti. De tijd van spelers die zich verbonden voelen met hun
club of met hun supporters is voorbij. Het voetbal als spektakel
léverend bedrijf, ieder jaar aangepast, inwisselbaar. Het enige
sentiment heeft niets te maken met kleur of stijl maar slechts met
resultaat. Cragnotti voorziet een Game Boy maar dan niet op
zakformaat, een spel dat men zich kan aanschaffen en dat, wanneer
het niet meer voldoet of wanneer men er genoeg van heeft, kan
worden weggemikt of vervangen. Bij een Game Boy voel je je niet
thuis, je hebt er geen andere relatie mee dan een knop in te
drukken en het spel te spelen. Er is geen enkele intimiteit. Na
afloop van het spel gaat de knop wéér uit en wordt de Game Boy
weggelegd. Je kijkt er niet met verliefdheid naar, je plengt geen
traan wanneer hij zoek raakt want je koopt gewoon een nieuwe.
Wanneer je heel boos bent omdat je niet wint, smijt je de Game
Boy tegen de muur.
Laat het niet zo zijn, laat het niet zo worden in de komende
honderd jaar van ons bestaan. Laat voetbal nog zoiets zijn als hart-
rakende muziek, als een ontroerend schilderij, als een
zinnenprikkelende sculptuur. Iets waarmee je je verbonden voelt
en waarmee je je kunt identificeren.
Voetbal als Game Boy, zover mag het toch niet komen, daar is ons
voetbalhart toch te gevoelig voor. Voetbal is geen
wegwerpproduct, de emotie is niet inwisselbaar en het moet
prachtig blijven om je club te zien winnen. En juist dat gevoel
bepaalt de waarde. Het is het gevoel dat zorgt voor trots dat onze
club honderd jaar oud is, al honderd jaar voetbal van de bovenste
plank laat zien, al honderd jaar jonge talenten voor het voetlicht
brengt. Het is de niet in geld uit te drukken trots die maakt dat wij
boven het logo van deze bijzondere club in gedachten een gouden
kroontje zien.
COLUMN
door David Endt
AJAX MAGAZINE MAART 2000
25