Het laatste decennium van de eeuw begon voor Ajax met een kampioenschap. Vervolgens vertrok aan het begin van het seizoen
1991-1992 onverwachts Leo Beenhakker naar Spanje. Hij werd opgevolgd door de man die meer dan enig ander zijn stempel zou
drukken op het Ajax van de jaren negentig. Louis van Gaal loodste zijn ploeg eerst naar de UEFA Cup, waardoor Ajax kon bogen op het
bijna unieke feit alle drie de Europese bekers in de kast te hebben. Vervolgens werd de Champions League gewonnen, waaruit de
Europese Supercup en de Wereldbeker voortvloeiden. Wat gebeurde er verder in de wereld in dit voor Ajax zo succesvolle decennium?
Éi Él
Uitbundig viert het
team van Ajax de
winst van de
Champions League na
de 1-0 overwinning op
AC Milan op 24 mei
1995 in Wenen.
S
De computer en internet maakten
een onstuitbare opmars in het
bedrijfsleven, het onderwijs en het
dagelijks leven. Een hele generatie
westerse kinderen maakte er al
kennis mee op de basisschool.
Foto: Louis van de Vuurst
Richard Krajicek won op 7 juli
1996 Wimbledon na in de finale
de Amerikaan Malivai
Washington met 6-3, 6-4, 6-3
verslagen te hebben.
In Amsterdam Zuidoost verrees een
hypermodern stadion dat de nieuwe
thuishaven werd van Ajax.
Walt Disney's 'The Lion King'
was niet alleen een grote hit
in de bioscoop maar werd
ook de beste verkochte video
aller tijden. Net als veel
andere bioscoopsuccessen
kreeg de film een vervolg in
De Leeuwenkoning II:
Simba's trots.
'Girl power' in de gedaante van de
Spice Girls - Posh, Baby, Sporty, Scary
en Ginger - was een enorm succes in
de popmuziek. De Britse meidengroep
behaalde wereldwijd grote
verkoopcijfers met de meeste van hun
singles.
Nadat zij in 1996 officieel
gescheiden was van prins
Charles, kwam de
mateloos populaire Diana
op 31 augustus 1997 om
het leven bij een auto
ongeluk in Parijs. Haar
dood veroorzaakte een
nationale periode van
shock en rouw in Groot-
Brittannië en leidde tot
grote kritiek op het Britse
koningshuis dat te
ouderwets zou zijn en
Diana altijd slecht
behandeld zou hebben.
AJAX MAGAZINE MAART 2000
209