alle dingen waar andere jongens van mijn leeftijd van houden. Het gaat erom dat je je alleen uitleeft buiten het voetbal op momenten dat dat kan. Ik heb niet het gevoel dat ik daardoor dingen mis. Ik weet niet beter. Mijn vader was heel streng. Ik moest altijd vroeg thuiskomen. Mijn vrienden feestten dan door, maar ik kwam keurig op tijd weer thuis. Ik had weinig keus. Ik was best bang voor mijn vader. Ik had ontzag, dat is misschien een betere omschrijving. Soms durfde ik hem niet eens aan te kijken. Op dat moment zag ik mijn vader als een soort dictator, met al zijn regels. Ik moest dit, ik moest dat; er was geen ontsnappen aan. Nu weet ik dat hij gelijk had, en dat ik het zonder die aanpak waarschijnlijk ook niet gered had. En dan is het weieens een moeilijk besef dat ik hem nooit meer kan bedanken. Nooit krijg ik meer de kans om te zeggen: dank je voor wat je voor me hebt gedaan. Toen hij nog leefde, heb ik het hem nooit gezegd. Waarom niet, vraag ik me nu af. Maar ja, ik was jong, en dan denk je toch anders dan als je iets ouder bent en wijzer bent geworden. Toen ik jong was, was ik te bang voor hem om met hem over dit soort dingen in discussie te gaan. Nu zou ik dat heel graag doen. Met hem praten, van man tot man... Maar die mogelijkheid is er niet meer, jammer genoeg. Zo is het leven. In mijn hoofd heb ik hele gesprekken met hem. Goede gesprekken zijn dat, waarbij we elkaar begrijpen. En ik droom heel vaak van hem. Ik weet dat hij me volgt, nog altijd, waar hij ook is. Hij is trots op zijn zoon, en ik vind dat hij voldoende redenen heeft dat te zijn.' Vader Chivu, zelf ooit international, kan tevreden zijn. Zijn zoon voorkomt 'IKWEETDATMIJN VADER MEVOWE, NOS ALDJP, WAAR HIJ OOK IS. HM IS TROTS Of ZIJN ZOON, EN IKVINDDATHIJ VOLDOENDE REDENEN HEEFTDATTEZIJN' eigenhandig dat de kat op het spek wordt gebonden, j Chivu: 'Veel p jonge Roemeense voetballers die naar het buitenland gaan, redden het niet. Misschien omdat ze te jong zijn. Men heeft mij ook gewaarschuwd voor dit gevaar. En ik zal niet zeggen dat het mij niet kan overkomen en dat het dus onzin is me ervoor te waarschuwen. Integendeel, ik weet dat de mogelijkheid erin zit als je je er niet tegen verzet. Maar ik heb het gevoel dat ik het allemaal goed onder controle kan houden.' De Roemeense revolutie In vergelijking met de verwende Nederlandse talenten heeft Chivu al heel wat van het echte leven gezien. Behalve de dood van zijn vader en het op jonge leeftijd emigreren, heeft de historie van zijn vaderland hem snel volwassen gemaakt. Het na-oorlogse tumult in Nederland kende een voorlopig hoogtepunt in de autoloze zondagen. Een heel verschil met de omwentelingen die Roemenië doormaakte. In 1989 kostte de afschaffing van de communistische staat er aan meer dan duizend mensen het leven. Nog altijd is er in Roemenië zelf onduidelijkheid over de ware toedracht van de revolutie die uiteindelijk de dood van Nicolae en Elena Ceausescu tot gevolg had. De gevreesde geheime dienst Securitate zou achter het geweld zitten. De onduidelijkheid destijds was natuurlijk nog veel groter, al helemaal voor een kleine jongen. Chivu: 'Ik was negen of tien toen de opstand begon. Natuurlijk had ik niet echt een idee wat er gebeurde. Je denkt op dat moment dat je dat wel hebt, maar later kom je erachter dat je het allemaal met de ogen van een kind hebt gezien. Ik heb de Ceausescu-tijd nog wel meegemaakt, maar niet bewust. Je leeft met je vader, moeder, zus en andere familie. Dat is je wereld. De revolutie begon in Timisuara, op honderd kilometer afstand van mijn stad Resita. Wij waren de tweede stad waar het uit de hand liep. Mijn vader werkte in een legerfabriek. Op een dag kwam hij thuis en zei dat we de deur niet uit mochten. De revolutie was begonnen. Ik vroeg hem wat dat betekende, wat er te gebeuren stond. Hij legde het zo goed uit dat ik wist dat het niets was om je op te verheugen. Dat bleek later ook. Ik keek uit het raam van ons huis naar de straten. Ik zag en hoorde mensen AJAX MAGAZINE MAART 2000 17

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 17