m EEUWIGE KOPPELS KATERN (1) Johan en Piet Johan Cruijff en Piet Keizer. Lennon McCartney; Rogers Hammerstein; Franny Zooey; Bert Ernie; Batman Robin; Bram Freek; Jagger Richards; Tristan Isolde; Taylor Burton; Van Kooten De Bie; Goldwyn Meyer; Asterix Obelix; Bonny Clyde; Woodward Bernstein; Boudewijn Lennaert; Johnny Rijk; Jip Janneke. En dan zij allemaal bij elkaar genomen. Piet en Johan, Johan en Piet: complementair en diametraal; mythe en mystiek. Sommige ééneiigen zijn niet te splitsen. De één bestaat dankzij de ander; zonder de één sterft de ander langzaam af. Bram zonder Freek, McCartney zonder Lennon, Tristan zonder Isolde: ruim de helft overleefde het niet. Piet besefte het dertien maanden nadat Johan het tweemanschap verbrak. Hij raakte geen bal meer aan en bevroor de nostalgie. Johan tovert verder. (2) Johan en Danny Johan Cruijff en Danny Coster. Behalve hoeksteen van de samenleving is het huwelijk vooral de vrucht en het glijmiddel voor een glanzende voetbalcarrière. De jongens moeten zo snel mogelijk aan het meisje, anders doen ze toch maar rare dingen. Wie van de groten van het veld doet het Johan na en is nog steeds bij zijn eerste en enige vrouw? Op 2 december 1969 werd er ja' gezegd en sindsdien geldt: een man een man, een woord een woord. En om Danny niet te kort te doen: idem. Omdat haar woord heiliger is, zien we hem nooit meer langs de lijn. Bij Ajax, noch bij Oranje. Ieder huwelijk kent zijn kruis. (3) Johan en Jordi Johan Cruijff en Jordi Cruyff. Jordi heeft eventjes bij Ajax gespeeld. Zocht zijn heil bij Barcelona en Manchester United. En dat is internationaal gezien heel wat betere koek. Jordi zullen we in Amsterdam niet op een voetbalveld tegenkomen. Jordi kijkt wel uit. Want Jordi weet dat hij nooit van zijn vader kan winnen, want in voetbal zijn vaders onoverwinnelijk. Zeker als het gaat om Ajax-vaders. Jordi is op de hoogte van het verhaal van Wim Anderiesen junior, die een voetballeven lang vergeefs probeerde de altijd aanwezige senior te overtreffen. Jordi weet dat Youri een ongelijke strijd met Jan streed. Jordi erkent dat Danny vader Bennie nooit naar de kroon kan steken. En Michael dan? Michael is geen voetballer, zoals vader Jaap dat ook niet was. (4) Marco en Dennis Marco van Basten en Dennis Bergkamp. De één van 31 oktober 1964, de ander van 10 mei 1969. Producten van de jaren zestig, gegroeid in de jaren zeventig, groot in de jaren tachtig, stinkend rijk in de jaren negentig. Over is het met Jan, Piet, Kees, Co, Klaas, Willem, Theo en Gerard. Ze heten nu Berry, Jordi, Niels, Patrick, Martijn, Glenn, Clyde, Jari, Jesper en Jasper. De populairste namen van de afgelopen twintig jaar: Marco en Dennis. Als Johan en Piet niet hadden bestaan, waren ze de beste voetballers geweest. (5) Potasch en Perlemoer Jan Potharst en Hans Boskamp jr. Met het voetbal is ook de voetbaljournalistiek verzakelijkt. Bijnamen? Het lijkt te horen bij een tijd dat er lauw bier en koude kroketten op een winderige tribune werden genuttigd. Felix Gas en Licht, De Beer van de Meer, Goaltjes-Piet, De Sfinx, Goudhaantje, Paco (Mister Ajax), Der Dunst (De Bevrijder, Nummer 14, De Wasem, De Verlosser), Don Leo, De Twaalf Apostelen, De Lama. En de mooiste: Potasch en Perlemoer, ofwel Potharst en Boskamp, het backstel dat furore maakte aan het begin van de jaren vijftig. Jan Potharst was vaste kracht op de rechtsachterflank. Eindjaren veertig kreeg Hans Boskamp jr, zoon van Neerlands kluchticoon Hans Boskamp sr, een plaats toebedeeld aan de linkerkant. Vader werd ter zelf der tijd op handen gedragen voor zijn rol als Potasch in het blijspel Potasch err Perlemoer. De voetbalverhaspeling lag voor de hand, maar blijft aardig. (6) Schnabbel en Babbel Ruud Krol en Wim Suurbier (v.v.). Suurbier en Krol (v.v.): prachtvoetballers, pure profs, snoeiharde verdedigers, getapte jongens, Amsterdamser dan een duet van Manke Nelis en Tante Leen op de Albert Cuyp. Prototypische Ajacieden voor wie de provincie het altijd zo in de broek doet. Jan van Beveren en Ruud Geels worden soms nóg zwetend wakker. Hoogtepunt of dieptepunt (je moet er, net als bij Franse kaas of spruitjes, van houden) is hun coming out als komisch koppel tijdens het WK van 1974 in West-Duitsland. Dialoogjes met kop noch staart, onvervalste Jordanese tongval, hoofdzakelijk lachen om elkaar. De video is gelukkig nooit uitgebracht. (7) Frank en Ronald Frank de Boer en Ronald de Boer. Voetballende broers zijn er bij Ajax volop geweest. De familie Pelser was met vier vertegenwoordigd (plus later een zoon van een van hen); Schoevaarts waren er ook volop. En dan had je nogArry en Ko van Weeren, Karei en Cor ter Horst, Harrie en Luc Sacksioni. Van later datum: Donald en Wim Feldmann, Henk en Siem Tijm, Henk en Cees Groot, Gerrie en Arnold Mühren, Robbie en Richard Witschge, Marcel en Wilco van Buuren, Clarence, Jürgen en Cedric Seedorf. De Boertjes, ook: De Broertjes, laten de meeste indruk achter. Omdat ze elkaar op het veld zo hartveroverend voor bedorven vis kunnen uitmaken, omdat ze na iedere wedstrijd zo ontspannen en spontaan in iedere microfoon, van ziekenhuisradio tot Wereldomroep, kunnen vertellen dat het dit keer weer 'geen flikker' heeft voorgesteld. Let vooral op de frons van Frank. (8) Tariken Dennis Tarik Oulida en Dennis den Turk. Hebben zoveel met elkaar te maken als Louis van Gaal en Johan Cruijff. Niets dus. De stroom talenten met Surinaams-Nederlandse achtergrond is onophoudelijk. Uit de in Amsterdam inmiddels grotere Marokkaans-Nederlandse gemeenschap wil geen voetballer doorbreken bij Ajax. Tarik Oulida is een uitzondering, net als de even snel gekomen als vergeten Mustapha Yücedag en Aziz en Abdul Doujfikar. Nog vreemder is dat geen enkele Turks-Nederlandse speler het bij Ajax heeft gered. Zelfs Dennis den Turk, telg uit een autochtoon Amsterdams gezin, verdween via de A-jeugd naar AZ. AJAX MAGAZINE MAART 2000 173

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 172