Het nieuwe doei
Benni McCari
Jan Wouters zag het niet meer in hem zitten. Dat deed Benni
McCarthy (21) pijn. Terecht vond hij de keuze van de
oefenmeester overigens wel, maar het idee om zijn club, zijn
stad en zijn vrienden te moeten verlaten viel de Zuid-Afrikaan
zwaar. Bij zijn nieuwe club Celta de Vigo kijkt Benni het leven
inmiddels weer met een glimlach aan. 'Over een paar jaar speel
ik bij Barcelona, Manchester United of Arsenal,' is de
optimistische visie van de oud-Ajacied.
i in de heuvels van Vigo met
bakken uit de hemel valt, maakt Benni
JMcCarth|l|i§ voor de pers. Eerst moet de
Zuid-AfriHp vragen van de Spaanse
lokale scribenten beantwoorden. Dan staat
er een Duits&pmeraploeg op hem te
wachten. Maar als Benni in de gaten krijgt
dat er ook een afvaardiging uit Nederland
voor hem is overgekomen, worden zijn
antwoorden op de vragen steeds korter.
Om er uiteindelijk een einde aan te maken.
'Sorry, maar ik moet nu echt naar mijn
vrienden uit Nederland.'
Het is koud in Vigo rond deze tijd. Het
klimaat lijkt op dat in Nederland. Daarom
zijn we ook verbaasd over het voorstel van
Benni om het interview op de tribune te
doen. 'Is gezellig en hebben we niet zoveel
last van andere mensen,' vindt Benni. De
Zuid-Afrikaan lijkt verheugd met het
bezoek uit Nederland. Hij is benieuwd hoe
het in Amsterdam gaat. Hoe het met zijn
vrienden Dani, Babangida en Gronkjaer is.
'En voetbalt Kinkladze er nog steeds? En
hoe is het met Dean Gorré? En Peter
Hoekstra, zit hij nu in Compostela? Oh
OMPE UEFPE
door Vincent de Vries en
Stephan Wageman
nee, die jongen hoort bij Barcelona te
spelen. Die is zo goed!' Benni lijkt meer
vragen te hebben voor ons dan andersom.
Het gesprek dat met Benni volgt is een
gesprek uit het hart. Benni zegt wat hij
vindt en heeft daar ook geen enkele moeite
mee. De hamvraag, of hij het terecht vindt
dat hij bij Ajax moest vertrekken,
beantwoordt hij ook zonder na te hoeven
denken. 'Ja,' zegt de Zuid-Afrikaan en
tovert een grote glimlach op zijn gezicht.
Pardon? Vind je het terecht? 'Kijk, ik had
twee goede spitsen voor me staan, Machlas
en Arveladze. Die hebben nu misschien wel
meer kwaliteiten dan ik. Jan Wouters was
ook eerlijk. Hij vertelde me dat het erg
moeilijk voor me werd om dit seizoen
speelminuten te krijgen. Eerst baalde ik,
maar daarna wilde ik meteen de
concurrentie aangaan. Om te laten zien
wat ik kon, wat ik waard ben. Maar toen
Wouters mij, vlak voordat Ajax naar een
toernooi in Amerika afreisde, nog een keer
uitgelegde dat het écht heel moeilijk voor
mij zou worden, wilde ik weg. De kans dat
een van die spitsen ernstig geblesseerd zou
raken, was natuurlijk heel erg klein. Aan
AJAX MAGAZINE JANUARI 2000