Het werd die middag 8-0, eentje meer dan in de uitwedstrijd tegen Elinkwijk, dat gedoemd was om knalhard uit de eredivisie te vallen. De middag was mild voor laat december en Ajax toonde een nieuwe speler aan het publiek. Zijn naam was al vaak genoemd en het moest een kanjer zijn. Een verdediger waarop de verdediging van Ajax kon bouwen. Ook voor de jongens op de staantribune was die nieuwe voetballer, een 'Zuidslaaf, zoals veel kranten schreven, een welkome versterking. Michels had het zelf gezegd: de verdediging moest sterker, meedogenlozer. En wij waren het met alles wat Michels zei eens. Maar de nieuwe aankoop die als verdediger was gekocht, speelde zijn partijtje mee op het middenveld. Weinig opvallend pendelde hij tussen de aanval en de verdediging. De weerstand van Elinkwijk was zo gering, dat hij niet op een hoogstandje en ook niet op een fout te betrappen was. Hij droeg zijn steentje bij. 'Bevredigend debuut'. Velibor Vasovic. Om die naam kon je niet heen. Klonk als een massief rotsblok, nee, klonk als een ijzer-dooraderde bergketen. En twee V's, dubbele victorie. In de kleedkamer werd het al gauw 'Vasco' en vanuit de kleedkamer bereikte die koosnaam de tribunes. Toen was het ook voor ons 'Vasco'. De rest van het seizoen deed hij bijna alle wedstrijden mee, maar de echte rots, de echte bergketen leerden wij een seizoen later kennen: toen Vasco het hart van de verdediging bewaakte. De modale middenvelder werd een onbetaalbare vrije verdediger. Geen tovenaar, geen stilist die met hooghartige wreeftrapjes a la Beckenbauer de aanvallers op afstand maande maar een fier brok graniet dat, eenmaal in beweging, niet te stuiten was. Vasco kromde zijn rug en het was alsof hij AJAXZIELEN door David Endt illustratie Thijs Damsma gromde als een brede getergde beer. Wie kwam er zijn territorium binnen? Niemand toch. En grommend en krommend en met ontblote tanden joeg hij de aanvallers ver weg. Elke wedstrijd was de Zuidslaaf present en de slechts negentien tegendoelpunten die Ajax dat sezioen incasseerde koesterde hij als een kleinood. De jongens op straat hadden een nieuw voorbeeld. Wie niet over technisch raffinement, een verfijnde trap of kwikzilveren versnelling beschikte, kon zich toch met een beroemde naam tooien. En wie van 'thuis' zijn haar niet lang mocht laten groeien, kon zich spiegelen aan de Zuidslaaf. Wilskracht werd een herkenbaar wapen. Ooit kromde Vasco's rug zich krommer dan ooit. In het Olympisch stadion holde Feyenoords Ove Kindvall hem ver vooruit naar het doel van Bals. Een zeker doelpunt was op komst. Vasovic heette niet snel te zijn, maar zes seconden lang was hij de snelste man op het veld. Grommend roofde hij de bal van Kindvalls voet en op de tribune juichten wij alsof Vasco had gescoord. Wij hielden van hem. Het favoriete territorium van Velibor Vasovic lag in het land van de Europa Cup. Daar tooide hij zich met het habijt der onoverwinnelijkheid, Vasco leek nog beter dan in de wedstrijden tegen FC Twente, NAC en DWS. Beter nog dan in de wedstrijden tegen Feyenoord, Sparta en ADO. In het land van de Europa Cup voelde Vasco zich in zijn element en voelde hij dat hij zijn keurig goede ploegmakkers een weg kon wijzen. Bikkelend tegen Fenerbahce, stuwend tegen Benfica, vloekend tegen Carl Zeiss Jena, regelend tegen Celtic, brekend tegen Atlético. Meneer Europa Cup had honger als een beer naar het edelmetaal dat hem twee maal eerder was ontnomen. Fier ging hij zijn jongens voor op de heilige Wembley- bodem. Het Ajax-shirt stond hem nooit mooier dan op die zachte juni-avond in Londen. Het vertrouwen dat uit zijn ogen sprak, verlichtte de last van de andere Ajacieden. Kom maar mee, Johan, Gerrie, Barry, Pietje en Heinz. Dit is mijn land, hier ligt mijn territorium. Deze keer neemt niemand het van ons af. Hier loopt een man met een prachtig shirt om zijn bast, een man die niet kan verliezen. Ik Velibor Vasovic, dubbel V-teken, onneembare bergketen, onstuitbaar brok graniet, Zuidslaaf met een Ajax-hart en een blauwe aanvoerdersband om de witte mouw, ik Velibor Vasovic zorg ervoor dat die cup naar Amsterdam komt. Volg mij! Het was zijn laatste wedstrijd en omdat hij die niet mocht verliezen, won hij. Trots stapte hij naar voren op het bordes. Een handje voor een Zwitserse UEFA- meneer, een handje voor een Engelse voetbalsecretaris, een omhelzing van meneer Van Praag. En dan, eindelijk, hier, hier met die beker. Vasco de Zuidslaaf, aanvoerder van Ajax, greep het zilver, keek erin en hief het glimmend metaal boven zijn glimmend gezicht. Dit is 'm! Hier is-ie, zei de brede lach op het gelaat van Zuidslavisch graniet. Hier is-ie, onze Europa Cup! Het werk van Thijs Damsma is te bezichtigen bij Galerie Peter Bax, Singel 82, 8601 AM Sneek AJAX MAGAZINE JANUARI 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 49