club. Maar aan de andere kant krijg je als voetballer maar eens in je leven de kans om op de Olympische spelen uit te komen. We moeten ons natuurlijk nog kwalificeren, maar als je er nu over nadenkt is het echt een dilemma.' Het is wonderlijk dat het zo ver komt. De nationale en internationale bonden moeten in een schrift toch ooit ergens de datum van Sydney hebben geschreven. Er is verzuimd te anticiperen. Dat prinsjesdag niet kan worden verzet vanwege de Olympische spelen is nog te begrijpen, maar dat er binnen één sport zoveel onderling concurrentie kon ontstaan is bizar. De commerciële gedrochten verdragen elkaar kennelijk niet. In interviews op tv wordt vaak gevraagd naar een reactie op weer een belangrijk doelpunt dat Knopper heeft gemaakt. Knopper verwijst bijna dwangmatig naar zijn collega's. Je doet het niet alleen, we stonden er vandaag als team en dergelijke algemeenheden vormen het ontwijkende antwoord. Knopper: 'In de Al heb ik wel twee keer mediatraining gekregen, en ik heb daar zeker wat aan gehad, maar die neiging om de aandacht af te leiden zit gewoon in mijzelf. Ik hoef niet zo nodig op de voorgrond.' Dan moetje net in Ajax 1 komen te werken. Knopper: 'Ja, dan heb je inderdaad alle ogen op je gericht. Dat hoort erbij, maar dat is niet waarvoor ik wil slagen als voetballer. Dat wil ik voor mezelf, niet voor de buitenwereld.' Moetje weieens in je eigen arm knijpen om zeker te weten datje niet droomt? Knopper: 'Eigenlijk nooit. Behalve dan laatst, toen Aron Winter bij ons op bezoek kwam. Toen bedacht ik me dat ik vroeger als kleine jongen op de bank naar de televisie zat te kijken en hem zag voetballen. Nu voetbal ik met hem en zat hij naast me op de bank. Dat was wel even raar. Ik zei het hem ook. Vond-ie leuk. Hij is een heel aardige jongen, iemand van wie ik nog veel kan leren.' Stilstaan bij een eeuw Ajax :ooo beschaafd, bij Ajax waren ze Hij heeft zijn zitplaats op de tribune van zijn oude club HFC Haarlem ingeruild voor een seizoenkaart van Ajax. Want Piet Huyg is een voetballiefhebber. Alleen die herhaling van het lobje van Cruijff, op dat hele grote scherm... 'Het was in '82, 1-4 werd het. We speelden best een goeie pot, maar scoren, hè, dat wilde nooit zo lukken. Iedere keer draaien ze in de ArenA weer die herhaling af. Zie je ons met gebogen hoofden weglopen. Daar word je niet vrolijk van. Wedstrijden met Haarlem tegen Ajax waren altijd bijzonder. Wij stonden bekend als beschaafd, bij Ajax waren ze brutaler; het was altijd een treffen van twee verschillende klassen. Ik kan me twee goeie wedstrijden herinneren. Ergens eind jaren zeventig trokken we de stand nog gelijk, na een 0-3 achterstand. Dat was spectaculair, vooral voor Stanley Menzo, die aan ons was uitgeleend en zijn debuut maakte. En in '84 natuurlijk, die beroemde partij in de Meer. Het werd 3-0 voor ons, tegen Ajax op volle oorlogssterkte, met Van Basten, Bosman. Dat was een heel pijnlijke nederlaag voor ze. In mijn sportzaak is Ajax favoriet, daar verkopen we de meeste shirts van. Hoewel Feyenoord het vorig jaar ook goed deed. Die handel is heel erg afhankelijk van de resultaten. In het begin van het seizoen loopt het storm, daarna ligt het er maar aan of ze het goed doen. Ajax honderd jaar is hartstikke leuk, maar het doet me niet zoveel. Het zegt me meer dat Haarlem 110 jaar bestaat. Die binding hou je toch.' Tekst: Pauline Blom. foto: Louis van de Vuurst AJAX MAGAZINE JANUARI 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 42