In de jaren twintig werd Ajax drie maal afdelingskampioen (1921,1927, 1928). Het dichtst bij het landskampioenschap kwam men in
1928, toen in de kampioenscompetitie de tweede plaats behaald werd. Kampioen werd in dat jaar van de Olympische spelen Feyenoord,
de Rotterdamse club waartegen Ajax op 9 oktober 1921 voor het eerst gespeeld had. De trainer was tot 1925 en vanaf 1928 Jack
Reynolds; belangrijke spelers waren Wim Anderiesen, Jan de Boer, Eddy Hamel, Bob ten Have, Henk Hordijk, Dolf van Kol, Joop
Martens, Jan de Natris, Fons Pelser, Henk Twelker en Wim Volkers. Ajax speelde met zwarte kousen, de bal was bruin, de keeper droeg
een pet en het clubleven bloeide als nooit tevoren. Maar wat gebeurde er verder in de wereld in het derde decennium van Ajax' bestaan?
'Voor of tegen Colijn'
was het parool bij de
Kamerverkiezingen
van 1 juli 1925. Colijn
had als minister van
Financiën op rigoreuze
wijze de strijd
aangebonden tegen
het begrotingstekort.
In de campagne
trachtte de ARP munt
te slaan uit Colijns
imago van een
doortastend politicus
die de rijksbegroting
weer sluitend had
gemaakt. Op affiches
werd hij afgebeeld als
"s Lands Stuurman'.
Piet Mondriaan schilderde in 1921
'Compositie met rood, geel, blauw en
zwart'.
AJAX MAGAZINE JANUARI 2000
Het elftal dat in 1927 beslag legde op het
afdelingskampioenschap. Staand vanaf links:
Marius Koolhaas (secretaris), Henk Anderiesen,
Roelof Vunderink, Wim Anderiesen, Joop Martens,
Dolf van Kol, Stanley Castle (trainer), Frans
Couton en (bij de doelpaal) Jan de Boer; in het
midden: Theo Schetters; voorste rij: Eddy Hamel,
Wim Volkers, Henk Hordijk, Wout Iseger en Henk
Twelker.
In het in de
onwaarschijnlijk
korte tijd van
één jaar
gebouwde
Olympisch
stadion van
architect Jan
Wils vonden in
1928 in
Amsterdam de
negende
Olympische
spelen plaats.
Aan het
evenement was in
Nederland enige
onrust
voorafgegaan
toen het
organiserende 'Comité 1928' een subsidie
van één miljoen gulden door Den Haag
afgewezen zag met als argument dat de
heidense Spelen het Nederlandse volk zouden
verleiden tot ontheiliging van de zondagsrust.
Ironisch genoeg was uiteindelijk de meest
opmerkelijke primeur voor Amsterdam de
massale deelname van vrouwen aan de
Spelen.
Walt Disney's
eerste Mickey-
Mousefilm,
'Plane
Crazy', kwam
uit in 1927 en
was een parodie
op de transatlantische vlucht die Charles
Lindbergh op 20 en 21 mei van dat jaar maakte
van New York naar Parijs.
Eind 1924
vloog de
KLM voor het
eerst naar
Nederlands
Indië. De
vlucht van
Amsterdam naar Batavia nam door tal van
problemen vijfenvijftig dagen in beslag, waarin
127 vlieguren werden afgelegd. Het duurde nog
tot 1929 voordat de KLM een geregelde
veertiendaagse dienst op Indië opende. De reis
duurde toen nog maar twaalf dagen en werd, in
vliegtijd gemeten, in 89 uur afgelegd.