Foto: ANP
Dennis Bergkamp, die
hier Ruotolo ontwijkt,
speelde de gehele
wedstrijd in de
schaduw van zijn
ploeggenoten, maar
stelde in de slotminuut
Aron Winter in staat
het winnende doelpunt
te maken.
Statistici klokten het doelpunt op
42 seconden.
Eigen pot
De bluf van Ajax werkte ook na de snelle
treffer. De Italianen wisten niet waar ze het
zoeken moesten tegen de rap
combinerende en lekker aanvallende
Nederlanders. Ajax spotte met de door
velen omarmde Europa-Cup wet dat er in
uitwedstrijden vooral voor de eigen pot
gelegen moet worden. Voor hetzelfde geld
had Ajax na vijf minuten al met 3-0 geleid.
Pas halverwege de eerste helft kwam de
thuisclub een beetje in zijn spel, maar het
technisch hoogwaardige Ajax bleef de
lakens uitdelen.
Een kwartier na rust kwam de
dikverdiende 0-2. Blind speelde Pettersson
in de diepte aan. De spits, geprikkeld door
een wissel tegen Sparta drie dagen eerder,
bediende Aron Winter die van dichtbij
tegen de onderkant van de lat schoot. En
terwijl de Genoa-spelers nog hevig
gesticuleerden dat de bal de doellijn niet
was gepasseerd, joeg Bryan Roy in een
ongekend trefzekere bui de bal tegen de
touwen. Over de doellijn, dus.
Met een 2-0 voorsprong leek de finale al
vrijwel zeker, maar ook aanstaande
Godenzonen moeten gewoon een
wedstrijd uitspelen. Dat deed Ajax op vrij
hooghartige wijze, waarna Genoa binnen
twintig minuten via twee keer Carlos
Aguilera op 2-2 kwam. Beide keren was
Stanley Menzo ongelukkig in zijn
(re)acties.
2-2 was echter nog een te pruimen uitslag
in een Europese uitwedstrijd, maar gezien
het spelbeeld had er meer ingezeten.
Gelukkig vond Dennis Bergkamp dat ook.
De schaduwspits, vrijwel het gehele duel in
de schaduw spelend van zijn uitblinkende
teamgenoten, leefde in de slotminuut even
op. Hij dribbelde langs wat Italianen en gaf
de bal op maat mee aan de onvermoeibare
Aron Winter. Die stifte de bal perfect over
de uitkomende doelman Simone Braglia.
Een schitterend duel kreeg toch nog de
winnaar die het verdiende: Ajax.
Na zo'n prachtige prestatie was het
moeilijk om een uitblinker aan te wijzen,
zeker bij de 'collectief ingestelde' Van Gaal.
Bryan Roy speelde scherp en alert, John
van 't Schip was een stijlvolle
vleugelaanvaller en Aron Winter won over
het hele veld duels. Van 't Schip en Winter
speelden in het volgende seizoen zelf in
Italië (respectievelijk voor Genoa en Lazio
Roma).
Maar eigenlijk gunde iedereen één speler
na afloop alle spotlights: Rob Alflen. De
23-jarige Utrechter was al wat keren
geblesseerd geweest en mede daardoor had
een langdurige basisplaats er nog niet
ingezeten. Vanavond, door afwezigheid
van de geschorste Silooy, stelde Van Gaal
Alflen in de basis op. De technisch
directeur had groot vertrouwen in het
tactisch vermogen van Alflen. En als 'vrije
man' kon hij met schitterende passes
strooien.
Alflen liet na afloop ook het Stadio Luigi
Ferraris in de triomf delen. 'De trainer had
van tevoren gezegd dat je in zo'n stadion
en met zo'n aanhang niet slecht kunt
spelen. Dat bleek inderdaad het geval.
Wanneer je in zo'n ambiance het veld
oploopt, gebeurt er iets met je. Dan wil je
alleen nog maar de beste zijn.'
Genoa verloor dus mede omdat de
tegenstander zich zo door het stadion had
laten inspireren... Zou de architect dan
toch nog een fout hebben gemaakt?
214
AJAX MAGAZINE JANUARI 2000