UfHCJJO
,n
r
r
r' I
r^y
Stadio per non vedenti, oftewel het Stadion
voor de blinden.
Gregotti en het gemeentebestuur van
Genova ruzieden flink over de schuldvraag.
Gregotti gaf toe dat er op zijn kantoor
rekenfouten waren gemaakt, maar hij vond
tegelijkertijd dat de eis om meer zitplaatsen
te creëren te hoog was geweest. En het was
alléén maar het gemeentebestuur geweest
dat die glazen wanden erdoor had gedrukt.
Gregotti's keuze was het niet.
Maar al het gekrakeel loste natuurlijk één
ding niet op: de kwaliteit van het stadion.
Dus moest er meer geld worden
uitgetrokken voor het herstellen van de
fouten. Uiteindelijk steeg het
oorspronkelijke budget van zestig miljoen
tot zo'n 75 miljoen gulden. Door de
verbeteringen kwam de capaciteit van het
stadion uiteindelijk uit op 44.600. In
december 1989 was de bouw klaar; slechts
één maand was er niet gevoetbald in het
De fans van zowel Genoa als Sampdoria noemen
het stadion nog steeds Marassi.
stadion. Toen de bal weer rolde, gebeurde
dat op een 90 centimeter hoger gelegen
grasmat. Jammer voor de allerlaagste rijen,
inderdaad, maar de FIFA wuifde de
bezwaren eenvoudig weg: tijdens het WK
zouden daar toch geen toeschouwers
zitten, want hoge reclameborden brachten
meer inkomsten.
Vuilnisbak
Uiteindelijk was iedereen wel tevreden met
het stadion, al beklaagden omwonenden
zich erover dat hun huizen minder waard
waren geworden en ze hun voorheen vrije
uitzicht op het veld kwijt waren. En,
vooruit, er was toch nog echt wat
misgegaan: in de bovenste helft van de
hoofdtribune was onder iedere stoel een
gat in het beton gemaakt, zodat er meer
licht in de ruimte eronder zou vallen. Maar
er viel niet alleen meer licht. De
toeschouwers vatten de gaten op als
persoonlijke vuilnisbak, met de te
voorspellen consequenties voor de fans
ónder de gaten. De gaten werden gedicht.
Maar toen had men ook wat. Los van de
prachtige kleurrijke bouw met die vier
prachtige torens is het Stadio Luigi Ferraris
een voetbalstadion pur sang: geen
atletiekbaan, en de tribunes kort op het
veld zodat alles van dichtbij te volgen is.
En op 1 april 1992 viel er nogal het een en
ander te zien tijdens de eerste wedstrijd
tussen Genoa en Ajax in de halve finale van
de UEFA Cup. Men moest dan wel op tijd
gekomen zijn. Ajax, met de in september
1991 aangetreden Louis van Gaal als
kapitein, was na een stroeve start lekker
bezig. Vooral in Europa. Wetend dat de
meeste Europese clubs - en zeker de
Italiaanse - zelden met buitenspelers
worden geconfronteerd, koos Van Gaal
voor de normale offensieve Ajax-tactiek
met twee buitenspelers, Bryan Roy en John
van 't Schip.
Van 't Schip ging spetterend van start.
Binnen de minuut liet hij de Braziliaanse
international Claudio Branco met een
kapbeweging zijn hielen zien en verzond
hij met veel gevoel een voorzet richting
Stefan Pettersson. De Zweed kwam voor
zijn tegenstander en kopte Ajax naar 0-1
151 EiaiNaTOnim^fifiJ
AJAX MAGAZINE JANUARI 2000 213