Foto: Jan Mud
Humphrey Mijnals, de eerste zwarte speler
in het Nederlands elftal. We wonnen met
4-2. Ik speelde helemaal niet zo goed, maar
omdat je wint, heeft niemand het daar
meer over. Nee, gek genoeg bewaar ik de
beste herinnering aan een wedstrijd die we
kansloos verloren. Thuis tegen Hongarije,
koninginnedag 1961. De Hongaren hadden
toen een heel sterk team en wonnen met 0-
3. Toch speelde ik een ijzersterke wedstrijd,
tegen Göröcs. Zo goed zelfs dat de andere
dag in de krant stond dat ik de twaalfde
Hongaar was. Op maandagochtend werd
ik al vroeg uit mijn bed gehaald en kreeg ik
van Willem Duys een plaat aangeboden.
Een prijs in die tijd voor de sporter die in
het weekend de beste prestatie had
geleverd.
Maar het mooiste moment blijft toch altijd
die keer dat ik voor het eerst het rood-wit
om de schouders had. En dat ik als jonkie
van achttien tussen mannen als Ger van
Mourik, Piet van der Kuil, Willy Schmidt,
Cor Geelhuizen, Wim Anderiesen en Piet
Ouderland kwam te spelen. Als ik eraan
terugdenk, begin ik weer te zweven.'
Bennie Muiiers sigarenwinkel in de
Haarlemmerstraat is een begrip.
Ontmoeting met prins Bernhard
voorafgaand aan Ajax - Dukla Praag
in 1967.
We werden ook voorgesteld
aan Juliana en Bernhard en na
afloop was er een etentje met
hen en andere genodigden in
een restaurant van vliegveld
Soesterberg. Ik kwam in die
wedstrijd tegenover de
legendarische Coen Dillen te
spelen. Hij kwam er die
middag niet aan te pas. Hij
kon geen enkele vuist maken en scoren
deed hij ook niet. Ik geloof dat we met 4-1
wonnen.
Een paar jaar later kwam een tweede
droom uit. Op 3 april 1960 mocht ik voor
het eerst het Oranje-shirt aantrekken.
Tegen Bulgarije, in het Olympisch stadion.
Met mij debuteerden ook Henk Groot en
AJAX MAGAZINE JANUARI 2000