ag de kleedkamer niet in 1 is een dromer. Zoals we alle™*Hvlcrs ziin- Lydia Rood (1957) weet zcMHBt iedereen zijn gedachten wel eens laat ■HBover hoe het is om president van de wJHlte zijn. Of hoe je bloot in de Playboy l^Mfkomen. Of wat het is om in het eerstJHtal van Ajax te schitteren. De sch|Brster droomt graag de droom van mee. Hoe groter de dromen, hoe Weer ze de romantische verbeelding aanspreken. Daar ben je schrijfster voor. De droom bijvoorbeeld over een andere wereld, een betere wereld. Noem het idealisme, of: 'geëngageerd'. Wil de Franse regering aan de andere kant van de aardbol haar kernbewapening uittesten, dan schroomt ze niet als protest daartegen haar blote achterwerk te tonen. Voor internationaal draaiende camera's. Als witte illegalen in hongerstaking gaan om hun uitzetting te voorkomen, dan hongert Lydia Rood uit solidariteit enkele dagen mee. En als ze van in Nederland wonende Afrikanen verhalen hoort over het paradijs waarin zij denken terecht te zijn gekomen, is ze graag bereid een steen te werpen in de ogenschijnlijk rimpelloze welvaartsvijver die wij Nederland noemen. In Nederland, zegt ze, denken we dat we het beloofde land zijn. Onze democratie, economie, sociale voorzieningen, alles is tip-top in orde. We zijn Gods eigen volk. Denken we. Doodeng. Vergeleken met de rest van Europa bungelen we op alle gebieden achteraan. We zijn niet tolerant, we lopen niet voorop met onze sociale wetgeving of ons onderwijs.' I0IJI Bongogeroffel Over zoiets moest ze eens een boek schrijven, vond ze. Verpakt, dat wel. Niet iè al te dik opgelegd, niet V zo boodschapperig. De simpele ontzenuwing van de jfr gedachte dat Nederland het walhalla is voor buitenlanders - vluchtelingen én gelukzoekers - zal nooit een leesbaar boek opleveren. Een boek waarin voetbal de kapstok is, kan dat wél

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 231