Gerard ging voor hem staan en zwaaide
breeduit met zijn armen, zoals Nelissen
altijd deed, en zei, het geknepen stemmetje
van Nelissen imiterend: 'Voetbal heeft een
wurgend stel regels, Richard. Regels waar
een echte kunstenaar geen boodschap
heeft. Vrijheid, dat is wat een kunstenaar te
allen tijde na dient te streven. Zowel
geestelijk als materieel. Daar biedt voetbal
wel erg weinig ruimte voor.'
Gerard maakte een wegwerpgebaar.
'Een kunstenaar die vrijheid nastreeft
werkt niet al twintig jaar op een kostschool
die meer op een gevangenis dan op een
school lijkt, of wel soms?'
Het duizelde Richard.
'Hoe weet jij dat opeens allemaal zo zeker?'
'De broer van Zwaag heeft hier een paar
jaar geleden ook op kostschool gezeten, die
kwam met precies hetzelfde verhaal.
Nelissen schijnt het elk jaar weer zo te
doen. Om de orde te bewaren op een
zogenaamd artistiek verantwoorde manier.
Oud kunstje, werkt altijd.'
'De broer van Zwaag! Ja, ja.'
'De boodschap, Richard, niet de
boodschapper,' lachte Gerard met weer dat
stemmetje. 'Denk aan wat Nelissen gezegd
heeft.'
Richard zweeg. Nelissen een leugenaar. Een
ordinaire charlatan die deed alsof hij de
echte, gepassioneerde Kunst
vertegenwoordigde. Richard kon het niet
geloven.
'De broer van Zwaag kan me nog meer
vertellen! Nelissen weet toevallig
ontzettend veel van kunst, en veel van
kunst weten lijkt mij toch de enige manier
om te weten te komen wat kunst nu
eigenlijk is? Of niet soms?'
'Maar wat maakt het nu eigenlijk uit om te
weten of iets kunst is of niet?' Gerard
haalde nonchalant zijn schouders op.
'Mooi is mooi, lelijk is lelijk. Of het wel of
niet in een museum hangt, maakt toch
niets uit?'
'Dus een doelpunt van Johan Cruijff kan
volgens jou kunst zijn?'
'Wordt het niet stilaan een beetje
kinderachtig om nog altijd alleen in Johan
Cruijff te geloven? Zelfs Kees de jongen
werd wijzer!'
'Wat bedoel je?' Richard voelde dat hij deze
discussie niet ging winnen. Hij voelde zich
kinderachtig. Hij stak een sigaret op en
bood ook Gerard er een aan. Gerard sloeg
'm gelukkig niet af.
'Je moet altijd blijven dromen, net als Kees.
Maar je moet wel durven af en toe van
droom te wisselen. Of wil je serieus nog
altijd voetballer worden?'
Gerard nam een diepe haal van zijn sigaret.
Richard volgde zijn voorbeeld. 'Dan mag je
wel eens op gaan schieten.'
Richard blies de rook uit en knikte.
'Ik voel me belachelijk, weet je,' zuchtte hij.
'Ik heb altijd geloofd dat ik ooit bij Ajax
zou gaan voetballen. Dat ze op een goede
dag zouden bellen. Dan zou alles in een
keer op zijn plek vallen. En eigenlijk, geloof
ik dat nog steeds!'
'Kees de jongen voor altijd! En Johan
Cruijff in het museum voor moderne
kunsten!'
Gerard trapte zijn peuk in het gras.
'Die Nelissen gaat een paar zware weken
tegemoet.'
'Zeker weten,' zei Richard strijdlustig.
'Kom mee, we gaan naar binnen.' grinnikte
Gerard. 'Misschien heeft Ajax nog voor je
gebeld tijdens onze afwezigheid.'
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999