was toch zeker het werk van een kunstenaar? Tijdens de kunstgeschiedenislessen was het nu altijd muisstil. De klas luisterde ademloos terwijl Nelissen vertelde en vertelde en vertelde. Hij liet dia's, foto's, schetsen, etsen, schilderijen, gouaches, duizend-en-een technieken, stromingen uit de moderne kunst, inclusief hun achterliggende filosofieën, dooreen vloeien tot een wereld waar je deel van uit wilde maken. Waarvan je deel uit moest maken. Waarvan je uiteindelijk als vanzelfsprekend deel uitmaakte, waarna de klas duizelig van de indrukken het weekeinde in tolde. Tijdens een van de nabesprekingen, die soms tot vijf uur of nog later duurden, tot de amanuensis de lokalen afkwam sluiten, durfde Richard het te vragen. 'Wat vindt u, is voetbal kunst? Is Johan Cruijff een kunstenaar?' Nelissen lachte. 'Voetbal heeft een wurgend stel regels, Richard. Regels waar een echte kunstenaar geen boodschap aan heeft. Vrijheid, dat is wat een kunstenaar te allen tijde na dient te streven. Zowel geestelijk als materieel. Daar biedt voetbal wel erg weinig ruimte voor.' Nelissen pauzeerde even. 'En Johan Cruijff is natuurlijk een artiest.' Nelissen pauzeerde andermaal. 'Een circusartiest!' De klas barstte in lachen uit. Een circusartiest! Wat een giller. Richard voelde zich dom. Nelissen zou nu waarschijnlijk denken dat hij er al die tijd helemaal niets van begrepen had. 'Ik dacht ook al zoiets,' mompelde hij ter verdediging. 'Ik wilde alleen maar checken of u er net zo over dacht.' Gerard hikt nog na van het lachen. 'Jij ook altijd met dat platte gevoetbal!' Aan Gerards stem kon Richard horen dat Gerard zich voor hem schaamde. Gerard droeg al weken een flamboyante vilten hoed, Zwaag zwoer sinds enige tijd bij het constructivisme en Richard verdacht zelfs Ketelaar ervan uit te kijken naar dat laatste uur van de week. En nu was Johan Cruijff ook nog eens een circusartiest! Voetbal leek verder weg dan ooit. 'Wat lees je?' 'Kees de jongen,' antwoordde hij, zonder op te kijken. 'Van Theo Thijssen.' 'O, dat boek,' reageerde Gerard koeltjes. Richard en Gerard hadden ruzie. Al een paar dagen. Sinds die laatste Kunstgeschiedenisles hadden ze elkaar zorgvuldig ontlopen. Richard keek even op uit zijn boek. Waarom bleef hij staan? Zag Gerard dan niet dat hij bepaald niet verlegen zat om een praatje? Richard zuchtte. 'Het is al de derde keer dat ik het lees.' Hij liet een pauze vallen. 'Ik lees het graag als ik even geen zin heb om met iemand te praten.' 'Het groeit met je mee, vind je niet?' vervolgde Gerard onverstoorbaar. 'De eerste keer dat ik "Kees de jongen" las was ik Kees zelf, een jongen met dezelfde angsten, een jongen met dezelfde dromen. De laatste keer dat ik het las had ik opeens medelijden met hem. Kees was een jongen geworden die ik niet langer was. Een jongen die ik de eerste keer helemaal niet gezien had. Er was echt iets veranderd. Ik herkende mezelf niet meer. Gek eigenlijk, he?' Richard knikte. Gerard zei precies wat Richard bij herlezing gemerkt had. De scène waarin Kees zijn pas daarvoor overleden vader meende te zien lopen in het schemerdonker was hem door merg en been gegaan. Terwijl die passage hem de eerste keer dat hij het boek las niet eens was opgevallen. Maar nu, nu zijn eigen vader een paar maanden geleden gestorven was, had hij het schrijnende verdriet met tranen in zijn ogen met Kees meebeleefd. Richard baalde ervan toe te moeten geven dat Gerard gelijk had. 'Het is zoals Nelissen zegt,' herstelde Richard zich. 'Je leert meer van het perspectief dan van het onderwerp zelf.' 'Ach, Nelissen,' smaalde Gerard. 'Wat weet die er nu van?' 'Nelissen is een bevlogen kunstenaar!' riep Richard uit. 'Nelissen doet een bevlogen kunstenaar na,' kaatste Gerard droog. 'Je ziet het verschil toch zeker wel?' Richard keek verbaasd op. Gerard die iets negatiefs over Nelissen zei, dat was nieuw. 'Nelissen blijft er maar op hameren dat we niets anders mogen vertrouwen dan onze eigen waarneming, maar o wee als onze eigen waarneming niet gelijk is aan die van hem, snap je?' Gerard snoof verachtend. 'En dan al zijn praatjes over die kunstenaars. Alsof hij ze zelfheeft gekend, alsof hij zelf de beweegredenen van ze kent. Daarmee zichzelf op slinkse wijze op hetzelfde niveau plaatsend. Ziek is het!' 'Maar Nelissen doet toch juist precies waar hij zelf zin in heeft!' f/l protesteerde Richard. 'Hij stuurde ons op een gegeven moment zelfs de klas uit. Omdat hij weigerde verder les te geven op die ouderwetse manier die hier in dit lijkenhuis verplicht gesteld was door die kunsthatende oude garde!' 'Ach jongen, die truc gebruikt Nelissen elk jaar.' AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999 221

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 227