K M
N X
Nelissen lachte spottend.
'Nee, hier...'
Hij zwaaide met zijn arm in het rond en
wees tenslotte woedend naar de deur.
'Nee, hier leren jullie nazeggen in plaats van
nadenken, weten in plaats van begrijpen, en
ik doe er net zo hard aan mee.'
Hij schudde zijn hoofd.
'Maar niet langer doe ik mee! Niet langer,
begrijpen jullie?'
Nelissen wees nog altijd naar de deur.
'Ga maar. Liever geen Kunstgeschiedenis
dan deze Kunstgeschiedenis. Want Kunst,
en de echte Kunst bedoel ik dan, echte
Kunst is nooit geschiedenis!'
Hij liep terug naar zijn katheder en. duwde
zijn tas onder zijn arm. Hij wierp zijn
colbertje losjes over zijn schouder en
draaide zich om. Alsof hij verbaasd was dat
er nog iemand in de klas aanwezig was
maakte hij een wuivend gebaar. Als een
scheidsrechter die een speler het veld
uitstuurt.
'Ga nu maar, ik regel het wel met de rector.
Ga nu maar.'
Niemand stond op.
'Ga maar. Hup hup hup. D'r uit!'
'Maar waarom vertelt u daar dan niet over?'
vroeg Richard voorzichtig. 'Over die echte
kunst?'
Er weerklonk hier en daar instemmend
gemompel. Nelissen draaide zich om en
glimlachte verward.
'Menen jullie dat?'
'Ik word toch pas om zeven uur vanavond
opgehaald'
'Als we het niet leuk vinden, gaan we heus
wel alsnog weg.' Gerard voegde zich
grinnikend bij Richard. 'Dus zorg maar dat
het de moeite van het blijven waard is!'
'Maar mag dat dan wel, zomaar zo'n duur
lesboek negeren?' protesteerde Jacques van
Dorp van achter uit de klas. 'Ik bedoel, stel
je voor dat Gorteveld plotseling over iets
heel anders dan Scheikunde gaat lesgeven!
Dan zit je bij het examen wel goed in de
problemen.'
'Gorteveld!' schamperde Richard,
'alsof Gorteveld over iets anders
kan praten dan over Scheikunde.'
'Van Dorp!' klonk het dreigend
door het lokaal. Ketelaar. 'Ik denk
dat je voorlopig maar beter je
muil kan houden, ik kan Nelissen
niet verstaan.'
Nelissen zette zijn tas weg, wreef
zich in de handen en ging stralend
voor de klas staan.
'Goed, eh..., waar zal ik eens
beginnen? Wel, wat is kunst?'
'Wat is kunst?' Richard kwam er niet uit.
Sinds die les van Nelissen maalde het
door zijn hoofd. 'Wat is
kunst?' Een schilderij van Van
Gogh. Dat is vanzelfsprekend
kunst, daar was hij snel klaar
mee. Maar stel dat Van Gogh
vroeger een schilderij had
gemaakt toen hij nog maar
tien jaar oud was? Was dat dan
ook al kunst? Of begon kunst
pas op je vijftiende? Of al op je
vijfde? Was kunst alleen maar
kunst als het de bedoeling was?
En als je nu per ongeluk iets
heel moois maakte, waarom was
dat dan geen kunst? En trouwens,
moest kunst wel mooi zijn? Waren daar
regels voor. En wie bepaalde dan die regels?
Of veranderden die regels voortdurend?
Want Vincent van Gogh was tijdens zijn
leven onbegrepen en arm geweest. Toen
was een Van Gogh blijkbaar nog geen
kunst geweest. Maar wie veranderde die
regels dan? En hoe kwam je erachter of ze
veranderd waren? Volgens Nelissen moest
kunst verbeelden. Moest kunst prikkelen.
Enthousiasmeren. En moest kunst, de ware
kunst, hoe dan ook persoonlijk en uniek
zijn. Dat klonk logisch. En het was ook van
toepassing op alles wat Nelissen in de klas
liet zien. De Echte Kunst! Maar was voetbal
dan bijvoorbeeld ook kunst?!
Richard dacht eigenlijk van niet. Hij
hoopte zelfs van niet. Alleen al om het niet
nog ingewikkelder te maken zou het fijn
zijn als voetbal geen kunst was. Maar Johan
Cruijff was toch zeker wel een kunstenaar?
Zoals Cruijff indertijd scoorde tegen FC
Den Haag, Ton Thie nog in het doel, dat
was toch unieker, prikkelender,
enthousiasmerender en tot de
verbeeldingsprekender dan welk schilderij
ook? Terwijl hij nog met het hem zo-even
vanuit de dug-out toegeworpen nieuwe
kousenlintje in de hand stond, kwam de
bal plotseling vanuit de Ajax-verdediging
hoog op Cruijff af. Met een vloeiende
beweging tikte hij de bal over Den Haag
verdediger Weimar, passeerde deze op
pure snelheid, om onmiddellijk daarna -
buitenkantje links! - de net gestuiterde bal
met een lob over de uitgelopen keeper
heen te liften. Doelpunt van de eeuw, daar
waren de kenners het snel over eens. Dat
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999