Piet van Reenen KATERN -J J cija reent op net ao Iedere succesperiode heeft zijn sterren. Het Ajax van de Gouden Eeuw heeft er meerdere (Wim Anderiesen, Wim Volkers, Jan Diepenbeek, Gerrit Fischer, Jan Schubert, Piet Strijbosch), maar er is één speler die zich voorgoed een nummer-éénpositie in de Ajax-historie verwierf. Want het aantal van 273 doelpunten dat Piet van Reenen voor Ajax maakte, zal waarschijnlijk nooit verbeterd worden. Zelf deed 'Goaltjes Piet' luchtig over zijn vele treffers. In interviews waarin hij op zijn loopbaan terugblikte (er bestaan vrijwel geen interviews uit de jaren dertig zelf), wees hij er geregeld op dat het in zijn tijd wel een stuk gemakkelijker was om te scoren dan later. Een midvoor kreeg amper bewaking. 'Je kon vrijwel altijd recht op het doel afgaan. Een middenvoor werd in die tijd nauwelijks gedekt. De spil ging mee in de aanval. Met een lage trap was ik altijd te bereiken en dan hollen jongens, want van overnemen hadden ze toen geen notie.' Van Reenen vroeg in 1929 overschrijving aan van UW naar Ajax. In duels met zijn oude club tegen Ajax had hij indruk gemaakt bij de Amsterdammers (tientallen jaren later maakte nog een Utrechtse aanvaller de overstap van UW naar Ajax: Marco van Basten). Piet van Reenen debuteerde op 8 september 1929 voor Ajax in de oefenwedstrijd tegen Barnley (3-3). Hij nam alle Ajax-doelpunten voor zijn rekening. Maar niet iedereen was opgetogen over het spel van de nieuweling. Journalist Jan Hoven schreef dat 'Piet van Reenen ook al geen ontdekking was.' Ook toen hadden journalisten niet de wijsheid in pacht. En ook moeten we de relativerende woorden van Van Reenen zelf relativeren. Want waarom scoorde hij wel zoveel doelpunten, terwijl andere midvoors, die toch dezelfde vrijheid genoten, stukken minder trefzeker waren? Van Reenen liet niet na om na het beëindigen van zijn loopbaan de spelers die hem van voorzetten voorzagen, ook te prijzen: Wim Volkers, Bob ten Have, Piet Strijbosch, Henk Mulders. Voor een beschrijving van de voetballer Piet van Reenen halen we het jubileumboek van Ajax uit 1950 uit de Tijdens een wedstrijd kon hij het bloed onder de nagels van mede- en tegenstanders halen. Net als latere sterren als Van Basten en Cruijff nam hij geen blad voor de mond Piet van Reenen in actie tegen KFC in het Olympisch stadion (22 april 1934, 1-1). kast. Op pagina 213 lezen we: 'Van Reenens grootste kracht was zijn gevoel voor doelpunten maken. Hij kon het spel soms handig verdelen, met lange overzetten naar de vleugels, doch hij schuwde het lijf aan lijf-werk, dat een midvoor óók toen reeds (al was er toen nog geen stopper tegenover hem!) opknappen moest. Hij dribbelde soms bijzonder handig, doch hij moest er dan ook trek in hebben Maar hij speelde het best in vooruitgeschoven positie en onthaalde dan (ondanks meestal scherpe bewaking) het publiek op de prachtigste doelpunten. Specialiteit was zijn in eens opvangen van voorzetten, oer-hard en onhoudbaar ingeknald, of zijn met een kleine kopbeweging ingekopte hoge ballen. Hij was de wanhoop der doel verdedigers.' Opmerkelijk genoeg was de blonde 180 AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 186