KATERN
Werklozen in de Kloveniersburgwal in de rij
voor steun.
Ajax floreerde in een tijd dat de wereld en dus ook Nederland in
een zware economische crisis zat. In 1932 waren er vier maal
zoveel werklozen in Amsterdam als in 1929. In de jaren daarop
steeg dat aantal naar 60.000 (een vijfde tot een kwart van de
werkende bevolking).
Nadat begin juli 1934 de regering Colijn de steun met meer dan
tien procent verlaagd had, brak in de lordaan een volksopstand
uit. In de daaropvolgende dagen sloeg het lordaanoproer over
naar andere volksbuurten in Amsterdam. De rellen kostten aan
vijf mensen het leven; er vielen 41 gewonden.
Het rumoer ging aan Ajax, een echte
middenstandsclub, voorbij. In de jaren
dertig ging de club zelfs nog regelmatig op
reis naar het buitenland. Wel deed Ajax,
dat weinig echte sociaal zwakkeren onder
de leden had, geregeld mee aan
charitatieve acties. Bij de wedstrijd Ajax -
Feyenoord van 9 april 1928 collecteerde
een vijftiental dames voor het
Amsterdamsch Vacantie- en
Herstellingsoord; de opbrengt kwam ten
goede aan Amsterdamse kleuters. Op
9 juli 1930 speelde een Ajax/Blauw Wit-
combinatie tegen Wacker Wien (0-2) voor
de Commissie Vakantie-Kinderfeest.
Amsterdamse kinderen konden nu een of meer dagen op
vakantie naar Castricum.
Onder het motto 'de sterken voor de zwakken!' speelde Ajax
geregeld van dit soort wedstrijden. Een structurele maatregel
kwam er ook. Halverwege de jaren dertig stelde Ajax enkele
honderden werklozenkaartjes ter beschikking. De goedkope
kaartjes waren zo populair dat het bij de verkoop ervan weieens
mis ging. Zo bestormden op 2 februari 1936 de werkloze
voetballiefhebbers de kassahokjes nadat de kaartjes allemaal op
bleken.
pover geweest, luidde de algemene opinie.
Veel Ajacieden verbaasden zich over de
omvang het stadion: 'Was de bal zoo klein
of het Stadion zoo groot? Was het tempo
zoo langzaam of leek dat zoo door den
grooten afstand van tribunes en speelveld?
De verhoudingen waren verstoord. Zelfs
Dolf vah Kols kuif leek minder imposant
dan anders.'
Rivaal Feyenoord
Midvoor Piet van Reenen was eveneens
minder blij met de nieuwe omgeving. De
topscorer vond dat 'de deklat in het
Stadion evenals de tribunes veel hooger
waren als op het Ajax-terrein, wat
Velocitas 'n paar doelpunten tegen
scheelde.'
Tegen Go Ahead won Ajax er twee
maanden later met 3-0, maar slechte
resultaten tegen de mindere goden deden
het landskampioenschap naar Go Ahead
gaan.
Op 4 juni 1930 deed Ajax nogmaals het
Olympisch stadion aan, nu in de finale van
Nog voor de Ajacieden het
veld af waren hadden de
Feyenoorders Ajax'
aanvoerder Wim Volkers
een krans om de schouders
gehangen
NVB-beker. Feyenoord won met 2-1. Dat
was ook sneu voor de spelers van Ajax 2,
die tot en met de halve finale alle
wedstrijden in het bekertoernooi hadden
gespeeld, waarna pas in de finale het eerste
elftal het van hen overnam. De strijd met
Feyenoord bleek een voorbode van de
jaren dertig, waarin beide clubs
uitgroeiden tot eikaars grote rivalen.
In het seizoen 1930-1931 werden Ajax en
Feyenoord kampioen in hun westelijke
afdelingen. Dat ging wat Ajax betreft niet
gemakkelijk. Lange tijd wist ZFC Ajax op
de ranglijst voor te blijven, onder andere
door een 3-2 overwinning op Ajax. Pas aan
het einde van het seizoen wist Ajax het op
het eind van zijn krachten zijnde ZFC te
achterhalen. Toen kon ook een verklaring
worden gegeven c.q. verzonnen voor dat
3-2 verlies eerder in het seizoen: het was de
164
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999