Hei
De strijd om de eerste plaats.
KATERN
eindigde op de derde plaats van onderen.
Clubbladredacteur Dolf Desmit keek onder
het pseudoniem Adé nog één keer terug op
het seizoen: 'Wij hebben er afscheid van
genomen als een schoonzoon van zijn
schoonmoeder, die 8 weken bij hem
gelogeerd heeft. Zooiets van "dat hebben
we alweer gehad".'
Dienstnummer 8981
Ajax herstelde zich snel. Dat kwam mede
door de terugkeer van Wim Anderiesen en
de komst van een nieuwe midvoor, Piet
van Reenen.
Anderiesen had Ajax in 1928 verlaten
omdat hij vanwege zijn beroep,
politieagent, veel Ajax-wedstrijden moest
missen. Uit ergernis daarover ging hij maar
voor de politievereniging APGS spelen. Na
één seizoen op een (te) laag niveau te
hebben geacteerd keerde Anderiesen terug
naar Ajax, waar hij af en toe wedstrijden
bleef missen. Soms had de agent met
dienstnummer 8981 zelfs dienst bij een
Ajax-wedstrijd! Na enige jaren toonde zijn
werkgever zich wat soepeler bij het indelen
van de werktijden, waardoor Anderiesen
volledig inzetbaar was bij Ajax. Tot het
einde van zijn loopbaan in 1940 was
Anderiesen de motor van de Ajax-ploeg.
De aanvoerder was gezegend met inzicht
en een goede trap. Hij was op en buiten het
veld de leider.
Op 2 maart 1930 behaalde Ajax het
afdelingskampioenschap tegen Sparta,
waardoor men het in de
kampioenscompetitie kon opnemen tegen
de kampioenen van de andere districten.
In die competitie begon een nieuwe
traditie: het voor grote wedstrijden
uitwijken naar het Olympisch stadion.
Daarvoor was wel een
spoedbestuursvergadering nodig geweest.
Een meerderheid sprak zich uit voor een
tijdelijk vertrek uit het eigen stadion, ook
om te voorkomen dat 'het edele
opkoopersgilde het publiek zou uitbuiten
en prijzen vragen tot veelvouden van den
oorspronkelijken verkoopsprijs.'
Op zondag 9 maart bevolkten
achttienduizend toeschouwers het
Olympisch stadion voor het eerste duel in
de kampioenscompetitie tegen Velocitas.
Voor aanvang van het duel huldigde
stadiondirecteur Jan van den Berg de
afdelingskampioen.
De kennismaking met het nieuwe
thuisstadion viel qua resultaat alleszins
mee: 8-0, maar de tegenstand was wel erg
Een achteraf gezien ongelukkige kreet verscheen op 2 maart 1932
op de voorkant van het clubblad. Onder de kop 'Ajacieden
ontwaakt, Ons "Derde Rijk" moet komen' riep men op tot het
samenwerken van jong en oud om Ajax weer aan de top te
brengen (het afgelopen seizoen was teleurstellend verlopen). Na
Ajax' Eerste Rijk (1916-1920) en Ajax' Tweede Rijk (1929-1932)
moest er nu de basis gelegd worden voor Ajax' Derde Rijk. Dat
kwam er in de vorm van vele kampioenschappen al snel; het was
alleen niet het enige Derde Rijk dat tot stand kwam.
In 1938 kreeg Ajax voor de eerste keer hiermee te maken. Vanaf
1936 organiseerden Ajax en Blauw Wit tijdens de paasdagen een
toernooi. Eerste paasdag werden twee duels bij Ajax gespeeld,
Tweede paasdag twee bij Blauw Wit in het Olympisch stadion.
Naast de beide Amsterdamse clubs deden op 18 en 19 april 1938
het Britse Moor Green en het Oostenrijkse Admira Wien mee.
Enkele weken voor het Paastoernooi werd gehouden, vond de
Anschlufi plaats. Oostenrijk hoorde nu bij het Duitse rijk,
waardoor Admira Wien een Duitse club was geworden. De met
Admira Wien meegereisde (nazi-)begeleider eiste op de eerste
dag - tussen de duels Ajax - Moor Green en Admira Wien -
Blauw Wit door - dat de hakenkruisvlag op het Ajax-stadion zou
worden gehesen; anders zou Admira niet spelen. Ondanks het feit
dat er ook geen Nederlandse en Britse vlaggen, maar alleen
clubvlaggen wapperden, zwichtte de toernooileiding voor de
Duitsers. Bij het Duitse consulaat werd een vlag gehaald. De
wedstrijd in het Ajax-stadion werd een half uur uitgesteld.
Tijdens het hijsen van de vlag, in de rust van Admira Wien -
Blauw Wit, brachten de voetballers van Admira, net als bij het
begin van de wedstrijd, de nazi-groet. Een paar honderd
toeschouwers verlieten daarop demonstratief het Ajax-stadion.
Een jaar later, in de mobilisatie-tijd, kwamen Hollandse
militairen in het Ajax-stadion te wonen. Zij waren bij Ajax
ingekwartierd, sliepen in de kleedkamers, hielden oefeningen op
de bij velden en speelden wedstrijden op het hoofdveld.
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999
163
In de jaren dertig
betwistten Ajax en
Feyenoord elkaar
regelmatig het
kampioenschap, zoals
deze illustratie uit het
seizoen 1938-1939 in
het blad 'De
Feyenoorder' aangeeft
(en ja, Anderiesen wist
Van Heel in te halen).
Nóg heeft van Heel een voorsprong in den strijd om de eerste plaats;
zal Anderiesen dezen echter weten in te halen?
(Dit cliché zoomede dat van v. Heel op pag. 95 werd ons welwillend door „De
Feyenoorder" in bruikleen afgestaan.)