'Ging een gevestigde jongen als Patrick Kluivert een dolletje met jou aan, dan ging het koppie direct naar beneden, zo verlegen was je dan' 'Maar ik ben zeker niet de meest opvallende speler. Zo zit ik persoonlijk ook niet in elkaar. Ik zie mezelf meer als een degelijke voetballer die gewoon zijn werk doet. In dienst van het elftal speelt. Mannetje uitschakelen, wedstrijd winnen en lekker weer naar huis. Een speler die sterk is in de duels en zowel met links als rechts goed uit de voeten kan.' In een vorig sportleven toonde Lanzaat aan ook op de judomat zijn mannetje te staan. Een Nederlands jeugdkampioenschap en een drietal regionale titels later maakte het 12-jarige talent de definitieve keuze voor het voetbal. Een keuze waar Lanzaat ondanks alle judosuccessen snel uit was. 'Enkele basistechnieken van het judo hebben me zelfs verder geholpen in het voetbal. Mijn snelheid en duelkracht hebben daar zeker baat bij gehad. Het fysieke werk spreekt me ook het meest aan. Duels uitvechten met je directe tegenstander en kijken wie de sterkste is. Ik heb denk ik ook wel het karakter van een verdediger. Ik zal nooit opgeven, er altijd hard voor vechten en ik cijfer me vrij gemakkelijk weg in het belang van het elftal.' Vastigheid Nadat het kampioenschap vorig seizoen nipt werd gemist, draait het tweede elftal ook dit seizoen nog niet helemaal zoals het hoort. De ploeg van trainer Tonny Bruins Slot kende een moeizame competitiestart, maar lijkt inmiddels weer op de juiste weg. 'We komen inderdaad steeds beter op gang,' vervolgt Lanzaat. 'Als we er als groep in slagen nog iets meer te brengen, moeten we zeker kunnen scoren dit seizoen.' Hoewel hij zelf vrij zeker van zijn plaats is - is het niet op 'drie' dan wel als linksback - is zijn verklaring voor de moeizame competitiestart juist gelegen in het ontbreken van vastigheid in het tweede elftal. 'Omdat we vrijwel nooit met een vaste groep spelen, moeten we steeds bouwen aan een nieuw basiselftal. Natuurlijk, het is begrijpelijk dat jongens uit het eerste af en toe meespelen. Maar als we vanaf het begin van de competitie in een vaste samenstelling hadden gespeeld, stonden we nu bovenaan.' Als E-pupil meldde Quido Lanzaat zich ooit aan de poort van het toenmalige Ajax- stadion aan de Middenweg. Zijn deelname aan de jaarlijkse instuif maakte van Lanzaat een volwaardig Ajax-lid. 'Ik heb in de loop der jaren naast vele spelers ook veel trainers zien komen en gaan. Van de groep met wie ik ooit begon zijn alleen Pascal Heije, Mare Stuut en Serge van den Ban nog over.' Aan de talenten uit de eigen jeugdopleiding die inmiddels wel hun naam vestigden in het eerste elftal, Tim de Cler en Richard Knopper, kan hij zich redelijkerwijs spiegelen. 'Je ziet het: als je eenmaal het vertrouwen hebt van de trainer, is de kans groot dat je jezelf ooit mag bewijzen in het eerste. En ik mag tot nu toe ook niet klagen. Wat Knopper en De Cler betreft weet ik in ieder geval zeker dat ze het niveau aan kunnen.' De explosieve groei die de club het achterliggende decennium doormaakte, maakte hij van dichtbij mee. Hij zag de mentaliteit binnen de club mee veranderen. 'Vroeger keek je op tegen spelers die hoger speelden dan jij. Je durfde als jeugdspeler echt niets te zeggen tegen een gevestigde jongen als bijvoorbeeld Patrick Kluivert. Gingen die jongens een dolletje met jou aan dan ging het koppie direct naar beneden, zo verlegen was je dan. Nu is dat anders. Als je nu over de Toekomst loopt merk je dat dat respect er niet echt meer is. De afstand binnen de club is veranderd. Al zal dat niet alleen bij Ajax het geval zijn, maar voor de hele maatschappij gelden. Ik ben zelf op de oude manier opgevoed. Daarom valt me een dergelijke verandering ook direct op. Mij is altijd geleerd vriendelijk te zijn, hard te werken en u tegen oudere mensen te zeggen.' Waarop hij vluchtig en enigszins verontschuldigend laat weten absoluut niet uit te zijn op welke bekendheid of erkenning dan ook. Lanzaat vindt zijn relatieve onbekendheid voor het grote voetbalpubliek wel best zo. Hij geniet er nog van als hij in Israël tijdens de warming- up wordt toegezongen door de meegereisde supporters. 'De echte supporters kennen me inmiddels wel. Zolang het bij die groep plus nog wat buurjongetjes blijft, vind ik het allang best. Ik ben nog redelijk onbekend, maar zit er toch vrij dichtbij. Het is niet zo dat ik bang ben voor een zekere populariteit, maar ik geniet er nu nog van dat ik kan doen en laten wat ik wil. Ik vind het wel grappig als ik bij het eerste op de bank zit en er is nog geen fotootje van me voor handen. Mijn ouders vinden zoiets misschien jammer, maar ik vind het heerlijk zo. Want wie ben ik? Net zo als ieder ander mens, toch? Ik ben in ieder geval tevreden zoals het nu is. 's Morgens lekker naar Ajax. Drie uurtjes trainen en de rest van de dag ben je vaak vrij. Ik hoef niet zo nodig de hele dag handtekeningen uit te delen als ik in de stad loop.' AJAX MAGAZINE DECEMBER 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 108